20 weken echo

Waarom de 20 weken echo?

Sinds 1 januari 2006 krijgen alle zwangere vrouwen in Nederland halverwege hun zwangerschap de zogenaamde ’20 weken echo’ aangeboden. Het doel hiervan is het opsporen van eventuele lichamelijke afwijkingen en het monitoren van de groei en ontwikkeling van de baby. Verreweg de meeste aanstaande moeders kiezen voor een 20 weken echo. Er zijn echter ook zwangeren die er bewust voor kiezen om de 20 weken echo niet te doen. Redenen hiervoor zijn het vermijden van stress of de overtuiging dat de natuur haar gang moet kunnen gaan. Wanneer er iets met de baby aan de hand is, kan de moeder voor een abortus kiezen.

Waar wordt precies naar gekeken?

Tijdens de echo wordt gekeken naar de hoeveelheid vruchtwater en eventuele afwijkingen van het kindje. Afwijkingen die te zien zijn op een 20 weken echo zijn onder andere: open ruggetje (spina bifida), hazenlip, open schedel, ontbreken van of afwijkingen aan de nieren, gat in middenrif, ontbrekende of afwijkende botten, afwijkingen aan armen of benen. Niet alle afwijkingen en aandoeningen zijn te zien op een echo. Een echo waarop geen afwijkingen te zien zijn is dus geen garantie voor een gezond kind. De echo zelf brengt geen risico’s mee voor de moeder of het kind.

Eventueel vervolgonderzoek

De 20 weken echo is geheel vrijwillig en wordt vergoed vanuit de basisverzekering. De zwangere vrouw kan begeleid worden bij het maken van de keuze (wel of niet een 20 weken echo?) en heeft het recht om op elk moment het onderzoek stop te zetten. Wanneer er iets afwijkends op de echo wordt gezien, volgt een vervolgonderzoek. Dit bestaat uit een uitgebreid echoscopisch onderzoek, vaak in een gespecialiseerd ziekenhuis. Indien nodig worden een bloedonderzoek en/of een vruchtwaterpunctie gedaan. Een vruchtwaterpunctie is niet zonder risico; er bestaat een kleine kans op een miskraam. Ook dit vervolgonderzoek wordt volledig vergoed.

Als er iets mis is...

Als blijkt dat er inderdaad iets met de baby aan de hand is, staan de ouders voor een moeilijke beslissing; de zwangerschap afbreken of niet? Voor het ene ouderpaar is de komst van een kindje met het syndroom van Down geen enkel bezwaar. Voor een ander stel is een kindje met een cosmetische afwijking aan een van de ledematen onoverkomelijk. Begin 2010 werd er een verband gelegd tussen de 20 weken echo, waarbij een hazenlip (schisis) werden geconstateerd, en een verhoging van het aantal abortussen. Dit zorgt voor een ethische discussie over de ‘voordelen’ van de 20 weken echo. Het grote twistpunt in deze discussie is de vraag of kinderen met een afwijking mogen worden ‘afgeschreven’. Voorstanders vinden dat ‘de nood’ van de vrouw moet kunnen prevaleren. Tegenstanders vinden dat een baby die een kleine cosmetische tekortkoming heeft, zoals een hazenlip beschermd moet worden. De Nederlandse wet voorziet er echter in dat gezonde baby’s geaborteerd mogen worden tot de 24ste week van de zwangerschap. De uiteindelijke vraag in de discussie is dus of het wenselijk is dat de wet wordt aangepast ter bescherming van het imperfecte, ongeboren kind. Vooral de politieke partijen met een Christelijke grondslag willen de mogelijkheden hiervoor onderzoeken. Zij vinden dat het ongeboren kind het recht heeft om beschermd te worden.