Agorafobie

Inleiding

Ik heb zelf last van Agorafobie en ik leef er nou bijna 2 jaar mee. Het is geleidelijk verergerd. Het begon met een moment dat ik mij niet lekker voelde en gewoon naar huis wou. Dat ik naar de bioscoop ging en het scherm op mij af zag komen en dacht dat iedereen mij aankeek en toen onmiddellijk weg wou. Tot op het moment dat ik mijn slaap kamer niet meer uit durfde omdat ik overal buiten huis een paniek aanval kon krijgen en dat wou ik alles op alles vermijden. Een jaar geleden werd ik opgenomen in een kliniek gespecialiseerd in angst klachten genaamd "Kliniek Overwaal". Daar heb ik een half jaar gezeten en ik ben nu 2,5e maand geleden met ontslag gegaan. Nu durf ik weer naar buiten, naar de stad en ben zelfs weer naar de bioscoop gegaan. Er is nog een lange weg te gaan maar ik ben ook nog niet klaar en krijg nog steeds hulp met het ondernemen van stappen. Ook wil ik zeggen dat ik in die kliniek er achter ben gekomen dat angst klachten wel degelijk over gebracht kan worden als het in de familie voor komt. Ik heb uitgelegd gekregen dat dat komt omdat het in je genen zit en dat je dan wat gevoeliger bent voor angsten of andere psychische problematiek. Bij Agorafobie of andere angst klachten komt ook zeer vaak depressie voor. Ik raad vooral aan als je ook maar kleine symptomen hebt van angstklachten of andere psychische problemen dan meteen naar de huisarts te gaan. Des te eerder je erbij bent des te eerder je er vanaf kunt komen.

Wat is Agorafobie

Agorafobie is een psychische aandoening die gezien wordt als onderdeel van verschillende angststoornissen. De naam is afkomstig uit het Grieks: agora betekent markt en fobos betekent angst of vrees. In het Nederlands wordt ook wel de naam pleinvrees gebruikt wanneer men doelt op angst voor open ruimten. Maar daar vergist men zich vaak in want deze klacht is veel ruimer dan dat.

Agorafobie is een angst om een vertrouwde en veilige omgeving te verlaten. Dit kan de vorm aannemen van angst voor open ruimten, situaties waarin veel mensen bij elkaar komen of de angst in verlegenheid gebracht te worden of niet 'terug te kunnen keren'. Ook reizen (bijvoorbeeld met trein of bus) kan deze angst veroorzaken. Dan heb je ook nog tijdsdruk, schaamte, angst om dood te gaan of ziektes te krijgen of een verantwoordelijkheid gevoel kan de angst verergeren.

Verschillende gradaties

De aandoening kan in verschillende gradaties voorkomen. In lichte gevallen voelt de persoon wel onrust, maar is in staat zich in openbare gelegenheden te begeven. Zijn sociale contacten zijn verder normaal. In ernstige gevallen trekt de persoon zich terug op een plaats die hij als vertrouwd of veilig beschouwt en mijdt zoveel mogelijk het contact met anderen of vlucht van de situatie. Dit kan soms jaren duren en leiden tot een ernstig sociaal isolement. Uiteraard zijn ook allerlei tussenvormen mogelijk.

Als er sprake is van paniekaanvallen, kan agorafobie ook een ander beeld hebben. De stoornis wordt dan gezien als een anticipatieangst, een angst voor angst als het ware. Het zijn in dit geval niet zozeer de open ruimten of groepen mensen die de persoon angst inboezemen, maar de verwachting om een paniekaanval te krijgen. Deze angst leidt op zijn beurt weer tot het vermijden van situaties waarin de persoon denkt in paniek te zullen raken. Het meest voorkomende probleem is ook vaak de anticipatieangst. Als men last heeft van anticipatieangst gaan er vaak allerlei scenario's door het hoofd waar door men alleen maar banger wordt voor wat moet komen. En daar door al snel een paniek aanval krijgen.

Agorafobie wordt vaak gezien als de tegenhanger van claustrofobie (angst voor afgesloten ruimten), maar dit is misschien wat te eenvoudig voorgesteld. In een trein kunnen agorafobie en claustrofobie bijvoorbeeld dezelfde onrust of angstsymptomen veroorzaken, althans in de waarneming van de omstanders. In het eerste geval bestaat echter de angst om de vertrouwde omgeving te verlaten, in het tweede geval de angst om in de trein opgesloten te raken.

 DSM-IV 

Het DSM-IV beschouwt agorafobie alleen als zelfstandige stoornis als er geen sprake is van sterke paniekaanvallen (agorafobie zonder historie van de paniekstoornis), maar deelt deze in bij de paniekstoornis met agorafobie als dit wel het geval is. In dit kader stelt het handboek de volgende criteria voor de zelfstandige stoornis:

  • A. De aanwezigheid van agorafobie in relatie met de angst om paniekachtige symptomen te ontwikkelen (bv. duizeligheid of diarree).
  • B. Er zijn geen criteria voor de paniekstoornis aanwezig. 
  • C. De stoornis is geen direct gevolg van de inname van een substantie (bv. drugs, geneesmiddelen) of een somatische aandoening. 
  • D. In het geval van een somatische aandoening is de angst zoals beschreven in criterium A duidelijk ernstiger dan normaal bij de somatische aandoening.

Als er wel sprake is van paniek, gelden de volgende criteria:

  • A. Angst voor plaatsen of situaties waaruit ontsnappen moeilijk of gênant is of waarin geen hulp beschikbaar is als er een paniekaanval of paniekachtige symptomen optreden. Tot de agorafobische angsten behoren kenmerkende situaties, waaronder alleen uit huis zijn, zich in een mensenmassa bevinden, in een wachtrij staan, op een brug staan of reizen in een bus, trein of auto. N.B: als het vermijdende gedrag zich beperkt tot één of slechts enkele situaties, moet de diagnose van een specifieke fobie worden overwogen. Als het vermijdende gedrag zich beperkt tot sociale situaties, kan er sprake zijn van een sociale fobie. 
  • B. De persoon vermijdt de situaties (reizen wordt bijvoorbeeld beperkt), er is sprake van duidelijke stress of angst voor een paniekaanval of paniekachtige symptomen, of de persoon wil een begeleider hebben. 
  • C. De angst of het fobisch gedrag is niet te verklaren als uiting van een andere psychische aandoening, bijvoorbeeld de sociale fobie (bv. vermijding van sociale contacten uit angst in verlegenheid gebracht te worden), specifieke fobie (bv. vermijding van specifieke situaties zoals een lift), obsessief-compulsieve stoornis (bv. vermijding van vuil door iemand met smetvrees), posttraumatische stressstoornis (bv. vermijding van prikkels die gekoppeld zijn aan een sterke stressfactor) of verlatingsangst (bv. vermijding om huis of familie te verlaten).