Basis Latijnse grammatica

Inleiding

Nederlands grammaticaal lastig? Latijn nog moeilijker! Dit is een artikel over 2 delen van de Latijnse grammatica: Alle naamvallen, en ook wat ze in het nederlands zijn (PV, O, LV enz.) . Ik zal (omdat het anders waarschijnlijk onbegrijpelijk is) alles in een mooi tabelletje zetten, zodat al de stof te overzien is.

Naamvallen

Alle 5 naamvallen van het Latijn zijn als volgt:

naamvallen Groep 1 Groep2 Groep2 Groep2
nominativus (nom.) serv-a serv-us puer Bell-um
genitivus (gen.) serv-ae serv-i puer-i Bell-i
dativus (dat.) serv-ae serv-o puer-o Bell-o
accusativus (acc.) serv-am serv-um puer-um Bell-um
ablativus (abl.) serv-a serv-o puer-o Bell-o
MEERVOUD
nominativus (nom.) serv-ae serv-i puer-i Bell-a
genitivus (gen.) serv-arum serv-orum puer-orum Bell-orum
dativus (dat.) serv-is serv-is puer-is Bell-is
accusativus (acc.) serv-as serv-os puer-os Bell-a
ablativus (abl.) serv-is serv-is puer-is Bell-is
Slavin Slaaf Jongen Oorlog

NOMINATIVUS = onderwerp/subject, vertaald: als onderwerp

GENITIVUS = bijv. bepaling, vertaald: meestal 'van'

DATIVUS = ind. object/meewerkend voorwerp/bepaling 'voor wie?', vertaald: aan, voor

ACCUSATIVUS = lijdend voorwerp, vertaald: lijdend voorwerp

ABLATIVUS = bijwoordelijke bepaling, vertaald:met, door, vanaf, in, op, tijdens

Let op:

  1. ae wordt uitgesproken als 'aai'
  1. bijna altijd zijn de woorden die op -a of -am eindigen vrouwelijk
  1. dit zijn dus de uitgangen van de naamvallen

De verbuiging van de persoonlijke voornaamwoorden laat ik alleen van de ev. en mv. nominativus zien, wel zo makkelijk:

Enkelvoud (nom.) Ego - ik tu -jij is - hij ea -zij id-het
Meervoud (nom.) Nos - wij vos - jullie ei -zij eae - zij ea - zij

NOTE: Ik krijg de bovenste rij niet meer niet-dikgedrukt.

Spreuk

Superbekend! En in het Latijn ;)

"Vedi, Vini, Vici!" Ik kwam, ik zag, ik overwon!

Julius Caesar