Bijleenregeling: gevolgen renteaftrek bij aankoop goedkopere woning

Inleiding

Sinds 01-01-2004 is de bijleenregeling van kracht. De bijleenregeling komt er in het kort op neer dat de overwaarde (winst) bij verkoop van de woning fiscaal ingebracht dient te worden in de nieuwe woning. Maar wat nu als u naar een goedkopere woning verhuist?   

Aankoop goedkopere woning

Indien u een goedkopere woning aankoopt dan de verkochte woning, dan geldt er een afwijkende regeling. De nieuwe eigenwoningschuld is niet lager dan de laagste van de oude eigenwoningschuld óf de aankoopprijs van de nieuwe woning. Met eigenwoningschuld wordt bedoeld: de hypotheek waarover rente afgetrokken kan worden.

Voorbeeld bijleenregeling:
Verkoopprijs woning: € 300.000 Aankoopprijs nieuwe woning: € 200.000
Eigenwoningschuld (hypotheek): € 250.000 Eigenwoningschuld nieuw: € 200.000
Eigenwoningreserve (winst): € 50.000

Stel u verkoopt een oude woning voor € 300.000 en heeft een eigenwoningschuld (hypotheek) van € 250.000. U koopt vervolgens een nieuwe woning voor € 200.000. Normaal gesproken zou de winst van € 50.000 bij verkoop eerst fiscaal ingebracht moeten worden, waarna er dus nog een fiscale eigenwoningschuld van € 150.000 over blijft.

Een voorbeeld hiervan ziet u hier: Bijleenregeling: gevolgen renteaftrek bij aankoop duurdere woning

U koopt echter een goedkopere woning waardoor de nieuwe eigenwoningschuld nooit lager is dan de laagste van de oude eigenwoningschuld (€ 250.000) óf de aankoopprijs van de nieuwe woning. (€ 200.000)  

De nieuwe eigenwoningschuld is dan ook € 200.000. U kunt dus over deze hele € 200.000 rente aftrekken.   

De eigenwoningreserve

De eigenwoningreserve neemt wel toe met € 50.000. Deze blijft 5 jaar bestaan. Na 5 jaar vervalt deze eigenwoningreserve. Verkoopt u binnen 5 jaar wel weer uw woning en koopt u een duurdere woning weer, dan moet het bedrag van de eigenwoningreserve fiscaal ingebracht worden in de nieuwe woning.        

Links

Bijleenregeling: gevolgen renteaftrek bij aankoop duurdere woning