De Grote Drie

De Grote Drie

De grote drie wordt vaak gebruikt voor een toonaangevend trio, er bestaat voor iedereen wel een top drie grootste namen, in de politiek, muziek of filmwereld. Ik zal mij in dit artikel echter beperken tot de literatuur.

Het predicaat "De Grote Drie" in de literatuur is voor het eerst geïntroduceerd door literatuurcriticus Kees Fens. Hiermee worden de drie grootste naoorlogse schrijvers bedoeld; W F Hermans, Harry Mulisch en Gerard Reve. Soms wordt ook gesproken van de grote vier of de grote vijf, in dat geval worden respectievelijk Jan Wolkers en Hella S. Haasse of Hugo Claus aan de lijst toegevoegd.

In 2010 is de laatste van de grote drie overleden, Harry Mulisch. W F Hermans was de eerste in 1995 en Gerard Reve in 2006. Tegen het einde van Reve’s leven zou Mulisch wel eens gesproken hebben van de grote één, aangezien Hermans toen al overleden was.

W F Hermans

Hermans[4] , fysische geograficus en schrijver, heeft veel roem kunnen genieten van zijn realistische en soms ook surrealistische werken waarbij soms onduidelijk blijft wat er precies gebeurt is. Ook zijn droge humor en personages met steevaste visie op de maatschappij zijn kenmerkend. Verder heeft Wittgenstein een deel van zijn Nederlandse populariteit te danken aan de enthousiaste aanmoedigingen van Hermans. Kritiek op zijn werk is dat het droog, kil, zakelijk en saai zou zijn.

Gerard Reve

Revistische seksfantasieën is een uitdrukking die vaak over het werk van Reve[5] gebruikt worden, jonge aantrekkelijke mannen die pijn moeten lijden zijn een prominent aspect in het werk van Reve, ook religie staat centraal in het werk van Reve. Zijn zakelijke soms plechtige schrijfstijl is kenmerkend voor Reve evenals zijn platte, soms spottende passages, die ook een punt van kritiek vormen. Sommige stukken zouden zelf racistisch zijn, wat door fans afgedaan wordt als humor.

Harry Mulisch

De diepzinnige schrijver die, naar eigen zeggen, de tweede wereldoorlog niet heeft meegemaakt, maar de tweede wereld oorlog is. Vele prijzen en onderscheidingen heeft Mulisch[6] op zijn naam staan en zijn boek, De ontdekking van de hemel, werd in 2007 benoemd tot het beste Nederlandstalige boek aller tijden. kritiek op het werk van Mulisch uit zich in uitspraken als "veel gebakken lucht", "gewichtigdoenerij" en "weinig humor".

Conclusie

De grote drie van de Nederlandse literatuur hebben een blijvende plaats in de geschiedenis verdient, ze geven blijk van een tijd die voor vele in de vergetelheid kan raken. Veel thematiek is direct of indirect gerelateerd aan de tweede wereldoorlog, Hermans heeft zijn zus verloren, die zelfmoord pleegde bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog en Mulisch zat tussen alle fronten met een Joodse moeder, een vader als collaborateur en een grootmoeder en overgrootmoeder als slachtoffer. Alle drie hebben ze verder de P.C. Hooft-prijs in ontvangst mogen nemen, alleen had Hermans deze geweigerd, Reve zou minister Marga Klompé, die de prijs uitreikte, hebben gekust. De meest gehuldigde van de grote drie is toch wel Harry Mulisch, met onder andere een benoeming tot ridder tot de Orde van Oranje Nassau en een ere doctoraal aan de Universiteit van Amsterdam. Hoewel Hermans een dubbele ere doctoraal op zijn naam heeft, aan de Universiteit van Luik en aan van de Universiteit van Pretoria.