De bom

Hoe werkt een bom

Mechanisme bestaande uit een metalen omhulsel gevuld met explosieve materialen dat, afgeschoten of afgeworpen, explodeert door middel van een lont of door een ontstekingsmechanisme. Deze ontsteking kan tijdsontsteking, slagontsteking of invloedsontsteking zijn. Een kenmerk van de bom is de snelheid waarmee zij wordt afgeschoten. Dit komt door het grote aandeel van het gewicht van de lading in het totale gewicht, maar ook door het ontbreken van een rotatie om de lengteas. Indien nodig wordt de baan gestabiliseerd door een stuurinrichting.

Normale bommen

Bij normale bommen, dus geen atoombommen, komt de explosie tot stand door moleculaire chemische reacties. Er zijn veel soorten bommen, in gewicht variërend van enkele honderden grammen tot enkele tonnen. Zo zijn er:

  1. Kleine handbommen (handgranaten), die met een daarvoor geschikt mechanisme ook door een geweer afgeschoten kunnen worden.
  2. Mortierbommen (mortiergranaten), afgeschoten door een vuurmond met een gladde loop (mortier, granaatwerper).
  3. Valbommen, afgeworpen door vliegtuigen of schepen (dieptebommen).


Van vliegtuigbom naar raketbom

Uit de vliegtuigbom is tijdens Wereldoorlog II de raketbom voortgekomen, voorzien van raketvoortstuwing. Deze verhoogt de snelheid en dus de energie bij het inslaan, en verlaagt de tijdsduur voor het afleggen van de baan waardoor de trefkans wordt verhoogd: op deze wijze kreeg men met aanzienlijk minder risico dezelfde resultaten als die welke men had willen bereiken door het afwerpen in duikvlucht.

Wat hun uitwerking betreft kan men bommen verdelen in:

  1. Bommen met schokbuis, die op het oppervlak van het doelwit exploderen
  2. Bommen met vertraagde buis (te gebruiken tegen beschermde doelen), die de bescherming doorboren en dan exploderen.
  3. Bommen met holle lading die tegelijk op het oppervlak van het doel exploderen en het doorboren, zelfs bij bomvrije doelen, dank zij de parabolische uitholling in de lading die een geschikte, sterk naar voren gerichte opeenhoping van schokgolven geeft en die het metaal doen smelten, het doorboren en erin doordringen.
  4. Brandbommen, voorzien van brandbare stoffen (napalm, witte fosfor, thermiet, enz.)
  5. Traangasbommen, strijdgasbommen, die chemische stoffen tegen levende wezens bevatten;
  6. Dieptebommen, afgeworpen door schepen of vliegtuigen, die ofwel op een zekere diepte exploderen (door middel van een vooraf ingestelde hydrostatische drukontsteking), ofwel exploderen op kleine afstand van het doel (dank zij een elektromagnetische ontsteking), ofwel exploderen bij het treffen van het doel (door middel van een stootontsteking).


Vulkanische bom

Losgerukte klont van gloei en vloeibare lava, die door een vulkaan wordt uitgeworpen, door wenteling in de vlucht allerlei vormen kan aannemen en gestold op de bodem valt. De grootte van vulkanische bommen kan variëren van 1 cm3 tot enkele m3. Wanneer de afmetingen kleiner zijn dan 4 mm noemt men de uit geslingerde producten vulkanische as of lapilli. Bommen uit dun vloeibare, gasarme lava zijn vaak kogelvormig, spoelvormig of peervormig, soms met gedraaide uiteinden. Uit taai vloeibare, gasrijke lava gevormde bommen vertonen vaak een gebarsten oppervlak (broodkorstbommen).


Wat is een detonator

Mechanisme voor het tot explosie brengen van een springlading. Om het gebruik van zeer gevoelige springstoffen in grote hoeveelheden te vermijden (zoals knalkwik dat door schokken zeer gemakkelijk explodeert), maakt men meestal gebruik van ‘getrapte’ detonators die tot doel hebben voldoende energie te leveren voor het tot ontploffing brengen van de hoofdlading. Ben dergelijke ‘getrapte detonator bestaat uit een percussiedopje (slaghoedje), een primaire detonator (een slagpijpje met enkele grammen loodnitraat of analoge springstof) en een secundaire detonator (trotyl) die in direct contact staat met de eigenlijke springlading (bijv. trotyl), die een zeer grote explosieve kracht heeft, maar uit veiligheidsoverwegingen minder gevoelig is. Bij granaten maakt men gebruik van een zgn. schokbuis die detoneert door middel van een slagpen of elektrische stroom. Bij werkzaamheden in gesteenten wordt de springlading tot ontploffing gebracht met een lont: de verbranding hiervan gebeurt betrekkelijk langzaam, zodat men voldoende tijd heeft om zich te verwijderen.

Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden