Dierenverzorger

WAT DOET EEN DIERENVERZORGER(STER)?

Vraag een kind wat hij of zij later wil worden en de jongens zullen vaak antwoorden politie- of brandweerman en de meisjes verpleegster of iets met dieren. Het zijn beroepen die tot de verbeelding spreken. In dit geval wil ik het hebben over de groep dierenverzorgers. Ongetwijfeld een zeer afwisselend en mooi beroep. Het is ook een zeer gevarieerd beroep. Overal is men dierenverzorgers nodig, dierentuinen, kinder/ en zorgboerderijen, manages, dierenwinkels, dierenartsen, asiels, zelfs voor proefdieren in het laboratorium.

Dieren

Dieren hebben altijd aandacht nodig, moeten eten en een droge slaapplek. Allemaal werk voor de verzorger. Het werk van de dierverzorger is echter meer. Als je met dieren omgaat leer je iedere dag. Als je een opleiding als dierverzorger gaat volgen bedenk dan eerst waar je het liefst wil werken en stem daar de opleiding op af. Het is onmogelijk om van ieder dier te weten wat hij of zij nodig heeft. Daarom is het beter vooraf een keus te maken.

Zelfs als je bijvoorbeeld in een dierentuin wil werken moet je je gaan specialiseren. Een dierentuin is zeer gevarieerd in het aanbod. Je kan denken aan roofdieren, kleine of grote zoogdieren, knaagdieren, vogels en vissen, Misschien gaat je belangstelling uit naar het werken in een dierenwinkel. Daar zijn weer heel andere dieren en ook zal je daar andere werkzaamheden verrichten. In een asiel is het weer anders en in eenzorgboerderij moet je niet alleen met dieren maar ook met mensen kunnen omgaan.

Wat je moet weten

Je moet alles weten over de voeding van de dieren. Je moet het kunnen klaarmaken. Je moet matregelen kunnen nemen op het gebied van hygiene. Eerste hulp verlenen bij een gewond dier. Een ziek dier herkennen en door de symptomen kunnen zien wat er aan mankeert. Je moet de ziektes kunnen behandelen en eventueel de dierenarts assisteren. Je moet weten over geboortes, anticonceptie en zwangerschap bij dieren. Je moet het ook niet erg vinden om vies te worden. Het behoort bij je taak om de kooien, hokken, stallen en nachtverblijven uit te mesten en schoon te maken. Dieren moeten ook klaar gemaakt worden om door een dierenarts te worden behandeld en medicijnen te krijgen. Je moet de ontlasting kunnen bekijken en onderzoeken doen. Doordat je veel met de dieren werkt en er mee omgaat leer je ook veel van de dieren en hun gedrag.

Wat zijn de verschillen

Het bovenstaande is voor bijna alle dieren gelijk. Daarnaast zijn er veel aspecten die anders zijn bij je werkzaamheden op de werkplek. Mocht je in een dierenwinkel gaan werken moet je voorlichting aan de klanten kunnen geven over het dier dat ze willen kopen. In een asiel is het weer anders. Hier heb je regelmatig te maken met mensen die afstand van hun dier willen doen. Rijdt je op een dierenambulance moet je veel weten van het verlenen van eerste hulp. In een laboratorium voor proefdieren is het weer anders. Vaak is het daar voeren en hokken schoonmaken. Soms kom je in je werk voor problemen te staan waar nog geen oplossing voor is. Je moet dan zelf zo creatief zijn om iets te bedenken voor het probleem.

Werken als dierenverzorger

Werken in de dierentuin

De dierentuin spreekt natuurlijk het meest tot de verbeelding. Of een dolfinarium. Daar moet je ook over andere eigenschappen beschikken. Het werken in de dierentuin bij de grotere dieren is natuurlijk zwaarder dan het werken met kleine knaagdieren. De grote dieren zoals giraffen, olifanten, zebra's en dergelijke eten veel dus je zal meer met grote balen hooi moeten sjouwen. Kratten met voer, stevige hekken bouwen en het uitmesten vergt toch wel veel fysieke kracht. Met deze dieren kan je wel goed omgaan als je weet hoe ze zijn en hoe hun gedrag is. Bij de roofdieren zoals leeuwen, tijgers, beren, wolven, gelden andere regels.Het sjouwen met eten is even zwaar en ook de omheining bouwen is een flink karwei. Daar in tegen zal het contact met de dieren anders zijn. Het zijn roofdieren die altijd iets van hun jachtinstinct behouden. Het blijft goed opletten en de omgang met deze dieren is weer anders dan met vogels of reptielen. Ook in deze groep zitten natuurlijk grote en kleine dieren. Denk maar eens aan gieren, uilen en adelaars, Deze zijn anders dan de kolibrie of parkiet. Bij de reptielen heb je te maken met grote krokodillen en wurgslangen maar ook met gekko´s en hagedissen. In een dolfinarium bijv. moet je naast de verzorging de dieren ook trainen voor de shows.

Kinderboerderij

Op een kinderboerderij hebben ze andere dieren dan in de dierentuin. Het werken op een kinderboerderij is wel heel leuk. Naast het omgaan met de dieren komt er ook veel publiek kijken en deze zullen je ongetwijfeld vragen stellen hoe het is om met deze dieren te werken, wat voor dieren het zijn en wat ze eten bijv. De meeste tijd zal ook hier gaan zitten in het voeren, uitmesten en verzorgen van de dieren.

Manege

In de paarden manage is het werk weer anders. De basis is gelijk+ voeren, verzorgen, borstelen en stal uit mesten. Vaak zal je ook mogen rijden op de paarden of les geven.

Proefdieren laboratorium

In een proefdierenlaboratorium komt geen publiek. Hier gaat al je aandacht uit naar de dieren. Misschien doe je mee aan onderzoeken e.d. maar in ieder geval zal je er voor moeten zorgen dat deze dieren, zolang ze leven, een goed en verzorgd leven hebben.

Dierenasiel of pension

Hier zal het meestal gaan om honden en katten. Deze dieren verzorgen lijkt makkelijk maar dat is niet zo. Vaak betreft het dieren die tijdelijk onderdak krijgen en die je niet echt leert kennen. Vooral in de asielen zullen er ook probleemgevallen zijn zowel voor de dieren als mensen. dat maakt het werken in een asiel weer tot een boeiend werk. Omdat de dieren asielen vaak geen of weinig geld hebben betreft het veelal vrijwilligerswerk. Toch zijn er af en toe ook professionele medewerkers nodig die leiding kunnen geven.

Dierenwinkel

Tot slot de dierenwinkel. Mocht je in een dierenwinkel werken dan ga je in de meeste gevallen wat minder om met de dieren en zul je wat meer andere karweitjes moeten doen. Toch blijven ook hier de dieren het belangrijkst. Het moet er verzorgd uitzien. er mogen geen zieke dieren aanwezig zijn en de water- en etensbakjes moeten schoon en gevuld zijn. Er zijn dierenwinkels die een kleine afdeling hebben voor de verkoop van dieren maar er zijn ook winkels die een grote, vaak aparte ruimte hebben voor de dieren. Daar is dan meestal ook een speciale dierenverzorger aanwezig.

Opleiding

Zo zie je maar dat dierenverzorger een mooi beroep is, waar veel bij komt kijken en dat voor ieder dier anders is. Je zal hier dan ook een gedegen opleiding voor moeten volgen en vele stages moeten lopen. Nou is dat laatste niet zo erg natuurlijk want dan kan je ook in diverse bedrijven en instellingen een kijkje nemen voordat je een keus bepaalt. In de meeste gevallen zal je een vierjarige opleiding voor MBO dierverzorger moeten hebben. Als je een baan hebt zal je ook bij moeten leren en je specialiseren in de meeste gevallen. Het geeft je de kans hoger op te komen. De kans op een baan in een dierentuin is stukken kleiner dan op een baan in een dierenwinkel of asiel e.d. Hier geldt echter ook `de aanhouder wint en hoe meer je leert en opvalt des te groter je kans`. Mocht je voor een baan kiezen in de dierensector dan heb je zeker een interesante job.