Geschiedenis van de Auto 1919 tot 1930

Inleiding

Dit is het vierde deel in de serie over de geschiedenis van de auto. Ditmaal gaat het over de periode van 1919 tot 1930, dit wordt ook wel het Vintage-tijdperk genoemd. Het tijdperk begon na de Eerste Wereldoorlog en eindigde bij het begin van de Grote Depressie in 1930. In deze periode werd de gestandaardiseerde auto met voorin liggende motor met gesloten koetswerk de norm. De ontwikkeling van de motor richtte zich vooral op de verbrandingsmotoren.

Autogeschiedenis: van 1919 tot 1930

In het begin van dit tijdperk waren auto's nog een zeldzaamheid. Tegen 1930 waren de auto's reeds sterk ingeburgerd. De Productie lag dan ook zeer hoog. De meeste geïndustrialiseerde landen begonnen in deze periode ook met de aanleg van een uitgebreid wegennet. Naast autosnelwegen ontstonden winkelcentra en motels. Ook de eerste drive-in restaurants ontstonden in deze periode.

Na het einde van de Eerste Wereldoorlog herstelde de Europese autoindustrie zich snel. De vraag naar auto's was groot. De meesten fixeerden zich op de middenklasse. Dat waren de auto's voor het grote publiek die in grote oplagen gefabriceerd werden. Voorbeelden van constructeurs in deze klasse zijn Austin, Opel, Renault, Ford, Chrysler en General Motors(Buick, Chevrolet, Pontiac, Oldsmobile en minder bekende merken). Voor de rijken werden auto's gebouwd door merken als Isotta Fraschini, Minerva, Rolls-Royce, Cadillac, Lincoln en Packard. Veel constructeurs bouwden in die tijd slechts één model.

Auto's uit de middenklasse.

De auto's zelf werden veel praktischer en comfortabeler. De auto verwarming werd standaard en de autoradio werd geïntroduceerd. Eveneens verscheen antivries, een product waarmee watergekoelde motoren het hele jaar door bruikbaar bleven. Het remmen op alle vier de wielen vanaf één pedaal werd ingevoerd en de stuurbekrachtiging werd uitgevonden.

De autoradio werd na de Eerste Wereldoorlog een massaconsumptiegoed, vooral na de lancering van de eerste commerciële radiostations in 1920. Autobouwer Cadillac was in 1922 de eerste die het toestel als optie aanbood op haar modellen. Later, in de jaren 30 werd de autoradio gestandaardiseerd.

Stuurbekrachtiging is een systeem voor voertuigen dat ervoor zorgt dat de bestuurder minder kracht op het stuurwiel moet zetten om de wielen te draaien. Hiertoe gebruikt het systeem een extra krachtbron. Het hydraulische systeem werd in de jaren '20 uitgevonden door Francis W. Davis in Waltham, Massachusetts. Het zou nog tot 1951 duren voordat het systeem werd gecommercialiseerd.

De versnellingsbak werd ook aangepast in deze periode, voorheen werden motoren gebouwd met lage overbrengingen. Daardoor hoefde men niet veel te schakelen maar was de snelheid die het voertuig kon bereiken ook laag. In het Vintage-tijdperk begon men de motoren met een grotere overbrenging en hogere toerentallen te bouwen. Daarbij werd ook de automatische versnellingsbak uitgevonden.

Tot Slot

Het volgende deel in deze serie zal gaan over de auto's van 1931-1948, het zogeheten vooroorlogse tijdperk. Dit tijdperk begint tijdens de Grote Depressie in 1931 en eindigt met het herstel na de Tweede Wereldoorlog. Dit tijdperk kende veel invloed van Adolf Hitler en natuurlijk van de oorlog zelf.

Hieronder links naar alle andere delen uit mijn serie:

Geschiedenis van de Auto tot 1885

Geschiedenis van de Auto 1885 tot 1904

Geschiedenis van de Auto 1905 tot 1918 Geschiedenis van de Auto 1931 tot 1948 Geschiedenis van de Auto 1949 tot 1979 Geschiedenis van de Auto 1980 tot nu