Heraclitus van Efeze

Heraclitus van Efeze

Heraclitus van Efeze (535 – 480) is een Griekse wijsgeer uit de periode vóór het optreden van Socrates. Om die reden spreekt men van de 'pre-socratische wijsbegeerte. Heraclitus stond bekend als de 'duistere' omdat zijn uitspraken moeilijk te begrijpen waren. Hij geloofde in een goddelijke wereldorde (logos) waarin alle tegengestelden uiteindelijk een zijn.


Alomvattende wereldvisie

Met Heraclitus breekt een nieuwe fase aan in de geschiedenis van de filosofie. Gedeeltelijk komt dat omdat we over een groot aantal fragmenten van zijn geschrift ‘Over de natuur’ beschikken, en gedeeltelijk omdat aan zijn werk zoveel aandacht is besteed door latere filosofen zoals Plato en Aristoteles. Heraclitus beperkt zich niet tot het geven van verklaringen van wat wij natuurkundige verschijnselen zouden noemen, maar probeert een alomvattende wereldvisie te ontwikkelen.

Oerbeginsel

Het oerbeginsel is nu niet alleen de oorzaak van de wereld, maar ook datgene waaruit alles bestaat en waarin alles één is. De ervaarbare wereld vertoont vooral het karakter van veranderlijkheid en beweging. De oerstof moet dan ook een beginsel zijn dat die beweeglijkheid laat zien. Daarom stelt Heraclitus dat het vuur (grieks: to pur) de oerstof moet zijn. Alle verschijnselen zijn gestalten van het éne vuur, komen eruit voort en keren er naar terug. De oorzaak achter deze veranderlijkheid is de strijd tussen deze dingen of vuurgestalten. Heraclitus brengt dat bondig onder woorden met de stelling: ‘de oorlog is de vader van alle dingen.’

Ontstaan van de wereld

In de verklaring voor het ontstaan van aarde en lucht maakt Heraclitus gebruik van ideeën die ook al door Anaximenes waren toegepast. De verdichting van het vuur leidt tot aarde en steen (de weg naar beneden) terwijl de verdunning van het vuur (de weg naar boven) tot het ontstaan van vuur en lucht leidt. Die beide wegen zijn één, zodat elk ding en elk verschijnsel tegelijkertijd een verdikking en een verdunning van het vuur betekent. Alles wat bestaat wordt gekenmerkt door deze innerlijke tegenstelling tussen de twee richtingen van het vuur.

Strijd tussen tegenstellingen

De strijd tussen de tegenstellingen in de wereld wordt door het vuur ook overbrugd zodat er uiteindelijk toch van een dynamische eenheid sprake is. Leven en dood, dag en nacht, oorlog en vrede verschijnen als tegengestelden, maar ze zijn altijd ook verenigd. Dag gaat over in nacht die weer dag wordt; de oorlog gaat over in de vrede die weer in oorlog omslaat. De tegengestelden [tegenstellingen] hebben elkaar nodig zoals de boog en de pees die, doordat zij in spanning met elkaar verkeren samen de pijl laten vliegen.

Voor onze ervaring van de dingen heeft deze visie duidelijke gevolgen die door Plato onder woorden worden gebracht in de stelling: ‘alles vervloeit en niets blijft.’ (Grieks: panta rhei kai ouden menei.) Alles wordt en verandert en niets blijft hetzelfde. Heraclitus zei het als volgt: ‘Wij stappen en stappen niet in dezelfde rivier. Wij zijn en wij zijn niet.’ Er is een eeuwige reeks van verschijnselen die elkaar opvolgen en telkens anders zijn. Wij lijken op mensen die een bad nemen in een rivier en steeds ander water zien langskomen. Ook wijzelf zijn opgenomen in deze brede stroom van veranderlijkheid.

Pessimisme

Wanneer niets blijvend is, dan wordt het moeilijk om zaken van waarde aan te wijzen in de werkelijkheid. De visie van Heraclitus moet wel leiden tot een zeker pessimisme. Hoe mooi de wereldorde ook is, zij is meteen al weer verdwenen.

Logos

Heraclitus antwoordt echter met een verwijzing naar weer een ander beginsel, de logos, wat zoveel betekent als woord of ratio. Dit beginsel drukt uit dat de veranderlijke werkelijkheid wel aan bepaalde wetten en regelmatigheden is onderworpen. In de eerste plaats zijn er de natuurwetten. Er zijn wetmatigheden die regelen dat bepaalde verschijnselen alleen in een bepaalde volgorde kunnen voortkomen. Zo zal de pijl pas wegvliegen nádat de pees wordt losgelaten. De logos kan ook worden beschouwd als een morele plicht. Het zedelijke handelen van de mens volgens gemeenschappelijke regels is ook een wetmatigheid van het bestaan die de verschijnselen in de wereld ordent. In dit geval de handelingen van mensen. En tenslotte is de logos ook het beginsel van logische wetten volgens welke wij (correct) redeneren. Uit bepaalde aannamen vloeit met logische consequentie steeds een bepaalde conclusie voort. Ook dat is te zien als een ‘ordening’ van verschijnselen. Uiteindelijk zijn al deze wetmatigheden te zien als uitvloeisel van de éne goddelijke wet waaraan alles is onderworpen.

Heraclitus op Wiki: http://nl.wikipedia.org/wiki/Heraclitus