Het Spaanse alfabet, uitspraak en klemtoon

 Het Spaanse alfabet

Het Spaanse alfabet telt 29 letters en sommige hiervan komen niet voor in het Nederlandse alfabet. Daarnaast zijn er ook letters die zowel in het Nederlandse als het Spaanse alfabet voorkomen, maar volledig anders worden uitgesproken. Hieronder staat het Spaanse alfabet, de uitspraak van klinkers en medeklinkers en de regels omtrent de klemtoon in het Spaans beschreven. Let op: Spaanse letters zijn altijd vrouwelijk.

Het Spaanse alfabet met uitspraak/schrijfwijze

Spaanse letter

Uitspraak en schrijfwijze

A

A

B

Be

C

Ce

Ch

Che

D

De

E

E

F

Efe

G

Ge

H

Hache

I

I

J

Jota

K

Ka

L

Ele

Ll

Elle

M

Eme

N

Ene

Ñ

Eñe

O

O

P

Pe

Q

Cu

R

Erre

S

Ese

T

Te

U

U

V

Uve

W

Uve doble

X

Equis

Y

I griega

Z

Zeta

Spaanse Klinkers

Letter

Uitspraak

A

De Spaanse a zit tussen de a en de aa in. Je spreekt het uit als de a in de naam Antonio.

E

De Spaanse e zit tussen de e en d ee in. Je spreekt het uit als de e in de naam Emilio.

I

De i wordt uitgesproken als de ie, zoals bijvoorbeeld in het Nederlandse woord dier.

O

De o klinkt altijd kort, zoals in het woord fort.

U

De u klinkt als een oe, zoals in het Nederlandse woord Goed.

Spaanse Medeklinkers

Letter

Uitspraak

B

Als de b aan het begin van een woord staat, wordt het net als de b in het Nederlands uitgesproken. Maar als de b tussen 2 klinkers in staat, dan spreek je het uit als de b en de w tegelijk.

C

Indien de c voor de a, o of u staat, spreek je het uit als een k. Maar wanneer de c voor de e of de i staat, spreek je het uit als th.

Ch

De ch spreek je uit als tsj.

D

De d wordt in het Spaans op dezelfde wijze uitgesproken als in het Nederlands.

F

De f wordt in het Spaans op dezelfde wijze uitgesproken als in het Nederlands.

G

Als de letter g wordt geschreven voor een a, o of u, dan wordt het uitgesproken als het woord goal. Staat de g voor de e of i, dan wordt het uitgesproken als de g in het Nederlandse woord grond.

H

Deze letter wordt niet uitgesproken in het Spaans.

J

De Spaanse j klinkt als de g in het Nederlandse woord groot.

K

De k wordt in het Spaans op dezelfde wijze uitgesproken als in het Nederlands.

L

De l spreek je voor in de mond uit.

Ll

De ll wordt uitgesproken als lj of j. Let op: In Chili en Argentinië wordt de ll uitgesproken met een zj klank.

M

De m wordt in het Spaans op dezelfde wijze uitgesproken als in het Nederlands.

N

De n wordt in het Spaans op dezelfde wijze uitgesproken als in het Nederlands.

Ñ

De ñ spreek je uit als nj. Probeer beide letters tegelijk uit te spreken.

P

De p wordt in het Spaans op dezelfde wijze uitgesproken als in het Nederlands.

Q

De q wordt in het Spaans uitgesproken als een k, en staat altijd voor de klinker u.

R

De r is altijd een rollende r in het Spaans. Wanneer er een dubbele r voorkomt, moet je proberen om deze extra overdreven rollend te maken. Wanneer het voor je gevoel veel te overdreven is (omdat deze klank in het Nederlands normaal gesproken niet zo overdreven wordt benadrukt), dan zal de klank waarschijnlijk precies goed zijn.

S

De Spaanse s klinkt iets harder dan de Nederlandse S. Let op: soms voegen Spanjaarden er nog een extra h klank aan toe wanneer de s aan het eind van een woord staat, en vaak wordt de s ook weggelaten.

T

De t wordt in het Spaans op dezelfde wijze uitgesproken als in het Nederlands.

V

Als de v aan het begin van een woord staat, dan wordt deze uitgesproken als een b. Als de v tussen 2 klinkers in staat, dan wordt deze uitgesproken als een w.

W

De w wordt in het Spaans op dezelfde wijze uitgesproken als in het Nederlands.

X

De x wordt uitgesproken als ks of s. In Mexicaanse (plaats)namen wordt de x ook soms uitgesproken als een g.

Y

In het Spaanse woord y (betekent: en) wordt de y uitgesproken als de i. In andere gevallen (wanneer je de y als letter en niet als woord gebruikt) spreek je het uit als een j.

Z

De z spreek je in het Spaans uit als th. Probeer beide letters tegelijkertijd uit te spreken.

Klemtoon

  • Als Spaanse woorden eindigen op een klinker, of een n of s, valt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep.
  • Als woorden eindigen op een andere letter, dan valt de klemtoon op de laatste lettergreep.
  • Als deze regel van de Spaanse klemtonen niet van toepassing is bij bepaalde woorden, dan wordt er een accent op de betreffende klinker geplaatst, zodat het duidelijk is hoe je het woord uitspreekt.
  • In de Spaanse taal wordt onderscheid tussen zwakke en sterke klinkers gemaakt. De zwakke klinkers zijn i en u, en de sterke klinkers zijn a, e en o. Als er 2 sterke klinkers na elkaar voorkomen, dan zijn dit automatisch 2 verschillende lettergrepen. Komen er 2 zwakke klinkers na elkaar voor, dan is het gewoon 1 lettergreep. Indien de klemtoon op zo'n zwakke lettergreep valt, dan valt de klemtoon altijd op de laatste zwakke klinker. Als er een combinatie van een zwakke en sterke klinker is, dan valt de klemtoon op de sterke klinker. Soms komt het voor dat er uitzonderingen zijn op de betreffende regels, en dan wordt dit aangegeven met een accentje als aanduiding van de klemtoon.