Het labyrint als Christelijke pelgrimsweg

Het labyrint als Christelijke pelgrimsweg

Persoonlijke ervaringen

Inleiding

Over het algemeen denkt men aan labyrinten als een doolhof, met allerlei splitsingen en de keuze welke weg te volgen, met de kans dat men verdwaalt. Het labyrint als Christelijke pelgrimsweg werkt anders, er zijn geen splitsingen, er is slechts één weg waarvoor de essentiële vereisten zijn: moed en doorzettingsvermogen, net zoals in het dagelijks leven. De weg naar het middelpunt is de innerlijke weg naar het Koninkrijk der Hemelen.

Op hun pelgrimstocht doorlopen pelgrims het labyrint met veel toewijding en respect. Wat is een labyrint? Die vreemde geometrische figuur op de vloer van Christelijke kathedralen?

Vanaf de zevende eeuw zijn in Italië labyrinten op kerkmuren aangetroffen die een doorsnede van een halve meter hadden. De bedoeling was dat de kerkbezoeker, voordat de mis begon, met de ogen het pad ‘doorliep’ en zo tot afstemming en rust kwam. Later werden de labyrinten in kathedralen als mozaïeken in de vloer aangelegd en waren veel groter. De bedoeling was dat je erdoorheen zou lopen. Toegewijde pelgrims ondernamen op deze wijze symbolisch hun tocht naar Jeruzalem.

Het bekendste kerkelijk labyrint, uit 1220, vinden we in Frankrijk, in de kathedraal van Chartres. Ook uit die tijd is het labyrint van de Kathedraal van Amiens.

In een aantal Europese landen w.o. Nederland (Maastricht) bevinden zich circa 32 kathedralen en kerken met labyrinten.

Er zijn verschillende typen labyrinten. De eenvoudigste bestaan uit drie cirkels. De meeste in kerken voorkomende labyrinten bestaan uit elf cirkels. Ze zijn meestal rond van vorm, sommige zijn vier-, zes- of achthoekig. Tenslotte de herkomst van het woord ‘labyrint’: volgens Robert Graves, een deskundige op het gebied van de Griekse mythologie, betekent het ‘doolhof’, doch ook ‘berg’ en ‘onderaardse grot’. Dit verwijst naar de verbinding tussen ‘aarde’ en ‘hemel’, waar het labyrint wezenlijk aan gekoppeld is.

De innerlijke weg

Zo nu en dan doorloop ik het labyrint. Met vrienden leggen we het labyrint met stenen uit op het strand of een ander terrein. Het uitleggen is een precies werk. Eerst wordt een centraal kruis geschetst met vier punten, en dan begint het leggen. Als het klaar is begint het werk aan onszelf. Het lopen door het labyrint is als een meditatie, je raakt gecenterd. Zelfs het tekenen van een labyrint op b.v. een A4 formaat tekenpapier en het met de vinger volgen naar het midden en weer terug brengt een afstemming teweeg. De wandeling naar het centrum van het labyrint symboliseert de dood, de wandeling terug de wedergeboorte.

In de Kathedraal van Amiens wordt het zo gezegd: ‘De weg van het labyrint is uniek, maar zeer gecompliceerd, en dit werd voor de christenen het idee van een moeilijk te bereiken doel, een weg die veel moed en doorzettingsvermogen vereist. Daarom heeft men het labyrint gekerstend, om aan te duiden dat de dood de ingang moet zijn tot het hemelse Jeruzalem, en dat alleen de kerk in het bezit is van de draad van Ariadne, waardoor men kan slagen.’

Maar het labyrint kan ook een doolhof worden: als we vasthouden aan verstarde denkbeelden en vooroordelen, als we blijven geloven in onze beperkingen en verstarringen. Dan verdwalen we, ook in ons dagelijks leven, we verliezen onze vitaliteit uit gebrek aan stimulans en geestelijke voeding. Daarentegen is het zo, dat als we blijven geloven in onze rijke mogelijkheden en ons blijven ontwikkelen zolang we leven, we een toekomst tegemoet gaan met veel creativiteit en enthousiasme.

Voordat ik het labyrint in loop, ontspan ik me, maak mezelf leeg en concentreer me op het probleem, dat ik hoop op te lossen, of op mijn levensgeschiedenis, want ik wil me zuiveren. Ik ga een symbolische tocht naar mijn innerlijke middelpunt maken. Ik ga me afstemmen... Tijdens het lopen richt ik mijn aandacht naar binnen. Langzamerhand, merk ik, ga ik me ruimer van geest voelen en steviger in mijn lichaam. Tijdens het lopen kun je het gevoel krijgen energetisch opgeladen te worden, en lichamelijk en psychisch meer in balans te komen. Je kunt een stromende energie voelen, en het gevoel krijgen alsof je voeten vleugels hebben. Het waarnemingsvermogen wordt verhoogd. Ik heb ervaren dat het me innerlijk ankerde, en me inzicht gaf in mijn probleem. Door, langzaam lopend, mijn levensgeschiedenis te vertellen, kan ik me van ‘innerlijke sintels’ bevrijden, en me zodoende door veel hindernissen heen werken.

Soms voel ik me niet prettig bij het doorlopen van het labyrint. Want het is ook bekend, dat je twee kanten kunt ervaren, n.l. ‘behalve de goden, je intuïtieve kant, kun je ook een monster, je schaduw, ontmoeten.’ Dit moet me dan de kans geven om me met mijn eigen tegenstellingen te verzoenen en innerlijk herboren te worden. Dit betekent dat er veel werk te doen is...

De persoonlijke vraag en de ervaring tijdens het proces in het labyrint, zijn van groot belang. Je stelt de vraag, en je moet zelf het antwoord vinden. We zijn er in het dagelijks leven aan gewend dat we antwoorden op onze vragen van anderen krijgen, en we realiseren ons niet dat we de belangrijkste antwoorden vaak in onszelf kunnen vinden, b.v. door gebed!

En dit proces speelt zich in het labyrint af. Mystici van alle tijden zeggen immers ook dat een mens in zijn diepste wezen met het Al verbonden is. Vanuit het Al worden we veilig geleid vanaf het moment dat we ons voor deze leiding openstellen. Sommige mensen ervaren dit alles direct en anderen na enige tijd, als ze zich nog beter hebben kunnen afstemmen. Als het goed is, als we willen groeien en het Koninkrijk willen naderen, doorlopen we, ook in ons dagelijks leven, vele malen het labyrint, want als de cirkel rond is wacht ons weer een nieuwe cirkel. Het proces dat zich in het labyrint afspeelt, kan zich ook in ons dagelijks leven afspelen, als we ons hierop richten.

Ter illustratie: de mythe van Theseus, Ariadne en de Minotaurus beschrijft onze zielenstrijd. Als we geen genezende oplossing vinden voor onze innerlijke conflicten en tegenstellingen, lopen we psychisch vast in het labyrint, dan is het dus een doolhof geworden. Als een spiegel van onszelf wijst de mythe van het labyrint te Knossos op de gevaren van de kronkelwegen van ons innerlijk labyrint, maar ook op de vrijheid die ons te wachten staat als we de strijd gewonnen hebben; als we de menselijke opdracht uitvoeren om moedig de reis naar binnen aan te gaan en te blijven volharden totdat we in het ‘midden’ uitkomen. Dan hebben we de kronkelweg door het onbekende achter ons gelaten. Symbolisch is het ‘monster’ , zinnebeeld van onze egoïstische kanten en onze verlammende verstarring, doorzien en erkend, dus ‘verslagen’. We kunnen dan in vrijheid de ware ingeving van ons hart volgen, onze persoonlijke vernieuwing tegemoet. Dit blijven volharden in het doorlopen tot we in ‘het midden’ komen, is van groot belang bij het praktisch doorlopen van het labyrint.

De gang door het labyrint is voor de pelgrim een inwijdingsweg naar het heilige der heiligen, het Koninkrijk Gods. De Christen heeft uiteindelijk de Verlossing van Christus nodig om bevrijd te worden van de streken van Satan, en dit wordt bereikt na de lange moeizame weg door het labyrint. Daarna volgt de weg terug naar de Aarde.

Kathedraal van Chartres

In de Kathedraal van Chartres is een prachtig labyrint. De Kathedraal is gebouwd op een heuvel. In de crypte onder de kathedraal bevindt zich een opgedroogde heilige geneeskrachtige bron uit voorchristelijke tijden, toen de Druïden daar genezingsceremoniën hielden. Volgens de traditie is de bron even diep als de torenspits hoog is: de spits symboliseert de ‘poort naar de hemel’ en de bron de ‘poort naar de aarde’. Wanneer je in de kathedraal bent sta je tussen hemel en aarde. Symbolisch ben je het midden en één met de ‘wereldas’. Het woord ‘kathedraal’ heeft dezelfde oorsprong als het woord ‘katheder’, wat ‘troon’ betekent.

In de Middeleeuwen was de katheder bestemd voor de zwarte madonna. Men zegt dat de madonna ‘zwart’ is omdat zij bij de aarde hoort, bij de vruchtbare duisternis van de aarde. In de crypte onder de kathedraal bevindt zich de zwarte madonna met haar kind. Uit hout gesneden. Op haar schoot zit haar zoon, niet een pasgeboren kind, maar een persoon met een rijp, tijdloos gezicht. Beiden hebben de ogen gesloten. Ook hij rust in zichzelf, even vredig sereen als zijn moeder. Samen zijn ze één. Het kind van de madonna is het zinnebeeld van de ‘tweede geboorte’. De symboliek is dat wij de eerste keer letterlijk geboren worden (uiterlijk), de tweede keer in de geest (innerlijk). Wij worden dan als rijpe, zelfstandige mensen geboren. Wij worden in onze diepe identiteit geïnitieerd. En hierop heeft het labyrint betrekking. Het ultieme labyrint is het labyrint van het hart...

Een bijzonder feit, dat zich ook in het centrum van het labyrint van Amiens voordoet is: dat op de dag van Johannes de Doper de zon opgaat en ondergaat op de as van de Kathedraal naar het oosten, naar Jeruzalem. Vanaf de dag van St. Jan worden de dagen merkbaar minder, zoals St. Jan verminderde ten gunste van de Christus.

Ten slotte vond ik het interessant om te lezen, dat het ‘labyrintische’ als denk- en levenswijze in de Nieuwe Tijd tot een einde kwam. Labyrintisch denken betekent waarnemen in cirkels, in cycli. In de middeleeuwen was ‘tijd’ niet lineair, maar een grote cirkel, uitgaande van het goddelijke en weer terugkerende naar het goddelijke: op ieder moment was men even ver van het middelpunt verwijderd. Dit was tevens het beeld van volmaaktheid. (zie: Hildegard von Bingen, middeleeuwse mystica)

De moderne wetenschappelijke beredenering, die vanaf de zeventiende eeuw sterk heeft overheerst, is rechtlijnig van aard en ontkent de cirkel als ware hij een omslachtige, langzame, inefficiënte weg. De rechtlijnige vooruitgang brengt met zich mee, dat er weinig rekening wordt gehouden met de natuurlijke cirkelgang van ons leven, dat we onszelf niet meer de tijd, de ruimte en de stilte gunnen onze cycli te voltooien, teneinde opnieuw te kunnen beginnen, opdat ons leven één organische eenheid wordt.

Marijcke Tooneman

Oriëntatie: publicatie van de Kathedraal Notre-Dame te Amiens en ‘Het labyrint als inwijdingsweg’ van Roger Rundqvist.