Hoe bereken je het eindkapitaal

Inleiding

Veel mensen hebben of eenmalig een bedrag op de "bank gezet" of storten periodiek een vast bedrag op een spaarrekening. Als een bank geld ontvangt, dan zal die daar een vergoeding voor betalen, de rente. Als deze rente op dezelfde rekening blijft staan, zal dus het kapitaal groeien.

Met behulp een aantal simpele modules is snel te berekenen tot welk kapitaal dit zal groeien.

Eenmalige storting

Stel u stort op 1 januari 2010 een bedrag van 1 euro. Stel dat de bank u een vergoeding geeft van 4% per jaar, dan ontvangt u dus 1 * 0,04 = 0,04 over 2010. Januari 2011 heeft u dus 1,04 in plaats van 1. In formule vorm betekent dit dat het startkapitaal is gegroeid tot 1,04. Het kapitaal na 1 jaar is dus gelijk aan het startkapitaal maal ( 1 + 0,04). In 2011 ontvangt u weer 4% vergoeding, maar nu over het kapitaal van 1,04. Na 2011 is het kapitaal aangegroeid tot 1 maal 1,04 maal 1,04. Of beter gezegd, 1 maal (1,04 tot de tweede macht). Hieruit is simpel de volgende formule af te leiden:

het eindkapitaal is gelijk aan het startkapitaal maal de oprentingsfactor. De oprentingsfactor (de "grote" S in de actuariele rekenkunde) is gelijk aan (1 + rentepercentage) tot de macht van het aantal jaren dat rente ontvangen is.