Hoe doen de grote jongens het

Inleiding

De hamvraag is natuurlijk hoe krijg je het voor elkaar om van uit het niets tot een wereldconcern uit te groeien. Het antwoord is te vinden in de marketingmix die men heeft ingezet om klanten te vinden en om deze te binden. Hieronder een overzicht van een aantal wereldmarktspelers en de weg die zij in de marketingwereld bewandelden om uiteindelijk aan de top te komen. Weliswaar is de marketingwereld een dynamische wereld, en hetgeen gisteren als top off the bill werd gezien, vandaag al weer als achterhaald wordt beschouwd, blijft het boeiend om de bewandelde weg te analyseren. Immers de toekomst ligt in het verleden.

De marketingmix van …

ALDI: begonnen hun onderneming met als doelgroep de arme mens, deze moest ook in de gelegenheid om de primaire levensbehoeften te kunnen kopen. Men zette dus primair in op de (laagste) prijs, het resultaat was dan ook een eenvoudig ingerichte winkel, met nauwelijks vitrines en rekken, een beperkte keuze mogelijkheid en alle producten op dezelfde plaats, zodat de consumenten, niet hoefden te zoeken en daarom zodoende ook weer snel aan de kassa stonden om af te rekenen (omzetsnelheid noemt men dat). Service was beperkt, en men zorgde voor een goede kwaliteit door in te kopen bij de bekende fabrikanten, maar zorgde ervoor dat dit door een andere verpakking niet zichtbaar werd. Later is men zich op een andere doelgroep gaan richten, de gegoede middenstand, door periodiek luxe gebruiksartikelen aan te bieden.

FERRERO: deze onderneming zette in op de meest kwetsbare groep van consumenten, de kinderen, deze werden bijna letterlijk opgevoed met het chocopasta broodje van Nutella, de achterliggende gedachte was, dat de kinderen/gebruikers van vandaag, de consumenten van morgen zijn.

IKEA: zij zetten in op een goede verhouding prijs/kwaliteit van de basisproducten, en zorgden in hun winkels er voor dat deze werden aangekleed met de nodige accessoires. Deze accessoires werden strategisch op de uitgestippelde weg door de winkel opgesteld. Later is men ontbijtsessies gaan invoeren, naast het al bestaande restaurant, om de consument zo lang als mogelijk in de winkel te houden.

ARAL: hun strategie is gebaseerd op een goede service op het tankstation, waarbij de shop/bistro een belangrijke rol spelen, die er voor moeten zorgen dat de consument terug blijft komen. Ook varen ze wel op het feit dat zij een kwalitatief betere brandstof zouden hebben.

TCHIBO: zij zetten in op een grote fysieke aanwezigheid, waarbij de basis wordt gevormd door de wekelijkse nieuwe aanbiedingen van gebruiksartikelen. Zodat men gauw geneigd is om even te kijken wat wordt aangeboden.

Vergelijking

Als we de bovengenoemde ondernemingen met elkaar vergelijken, dan lijkt het ogenschijnlijk dat dit verschillende methoden zijn, maar de schijn bedriegt. Het ultieme doel is bij allen hetzelfde: om de consument te verleiden tot impuls aankopen.

Gezien het feit dat deze bedrijven aan de top van de markt staan, geeft aan dat ze allen in hun marketingstrategie zijn geslaagd. Dat men nu op zijn lauweren kan gaan rusten is echter een onjuiste gedachtengang, immers marketing is een dynamisch begrip. De marketingafdelingen draaien daarom op volle toeren, om een fijnmaziger vangnet voor de consument te ontwikkelen. De multimedia vormen daarbij een uiterst belangrijke tool om het consumentengedrag in kaart te brengen.

Lees ook

Ferrero, een Italiaans chocopastasprookje

De pijlers van IKEA

Bestellen bij OTTO

Tchibo Certified Merchandise

Op de koffie bij Tchibo

Even tanken bij ARAL

ALDI, geen discounter