Hoe komt wijn in het glas

HOE KOMT WIJN IN HET GLAS?

Van druif tot glas

Wijndruiven groeien op een mineraalrijk bodem. De wijnstok haalt met haar lange wortels het water diep uit de bodem. De weersomstandigheden in de wijnstreek zijn belangrijk. Druiven groeien het best in een gematigd klimaat. Niet te heet, niet te koud en met matige neerslag. De herfst moet droog zijn zodat de druiven niet te veel vocht opnemen en niet kapotregenen. Veel zon is belangrijk omdat zonneschijn invloed heeft op het suikergehalte van de druiven. Het suikergehalte heeft weer invloed op het alcoholpercentage, want tijdens de gisting wordt suiker in alcohol omgezet. Bij koud weer groeien de druiven onvoldoende.

GISTING VAN DE WIJN

In oktober worden de druiven geoogst. Rode of witte wijn ontstaat tijdens het productieproces. Het sap (most) van de druiven is altijd wit, maar in de schillen van de blauwe druiven bevindt zich kleurstof. Als die schillen (en pitten) tijdens het gisten in het sap blijven, dan ontstaat rode wijn. Als het sap uit de schillen geperst wordt en er geen schillen er in achter blijven, ontstaat witte wijn.

Blanc de Blancs is witte wijn die uitsluitend van witte druiven is gemaakt. Bij rosé gisten de schillen een tijdje mee en worden er na ongeveer 24 uur uitgehaald.

Als de hoofdgisting (duurt 10 tot 14 dagen) is beëindigd wordt de jonge wijn in vaten opgeslagen en kan nu rijpen. Het bezinksel wordt regelmatig verwijderd door de wijn in schone vaten te gieten. Uiteindelijk wordt de wijn gebotteld.

Bij rode en witte wijn en ook bij rosé kan het koolzuurgas tijdens het gisten ontsnappen. Bij mousserende wijn heeft de nagisting op de fles plaatsgevonden. De druk in de fles kan daar bij flink oplopen. Het glas van champagneflessen is daarom dan ook dikker dan dat van gewone wijnflessen.

De tannine in de schillen en pitten van de druiven heeft een conserverende werking. Rode wijn is daarom langer houdbaar dan witte. Tannine heeft ook grote invloed op de smaak. Een hoog gehalte aan tannine geeft een wrange smaak.

ZUIDWIJNEN

Bij het gisten kan het alcoholpercentage van wijn maximaal tot 15% oplopen. Zuidwijnen, die oorspronkelijk als aperitiefwijnen werden gedronken, hebben een alcoholpercentage tussen de 15% en 22%. Dit hogere percentage komt doordat er alcohol is toegevoegd. Zuidwijnen worden daarom ook wel versterkte wijnen genoemd.

Voorbeelden van zuidwijnen zijn port uit Portugal, genoemd naar de stad Oporto. Sherry een verengelste naam van de plaats Jerez de la Frontera in Spanje. Vermouth komt oorspronkelijk uit Italië maar de naam is afgeleid van het Duitse Wermuth, dat betekent alsem. Madeira komt van het Portugese eiland Madeira. Marsala is afkomstig van het Italiaanse eiland Sicilië en de naam is afkomstig van de plaats Marsala. Malaga is een versterkte wijn uit de Spaanse stad Malaga.

TIPS VOOR EEN LEKKER GLAS WIJN

Bewaar de flessen liggend om de kurk niet te laten uitdrogen, het liefst in een koele omgeving. De kwaliteit van wijn wordt snel minder in een geopende fles. Niet bewaren dus. Wijn is er vooral om van te genieten. Op uw gezondheid!!