Hoe maak je een interne analyse

Interne analyse maken

Het maken van een interne analyse is van groot belang voor ondernemingen. Hieronder staat aan de hand van een checklist voor de interne analyse stap voor stap beschreven hoe je een interne analyse maakt. Met de verkregen informatie kun je uiteindelijk op betrekkelijk eenvoudige wijze de sterke en zwakke punten van de organisatie formuleren in een mooi opgebouwde interne analyse.

Checklist interne analyse

  1. Noteer de volledige naam van de onderneming, inclusief adres/vestigingsplaats, telefoonnummer, faxnummer, e-mailadres, internetsite.
  2. Geef in het kort de geschiedenis van de organisatie weer: het ontstaan, de ontwikkelingen, bijzonder gebeurtenissen/mijlpalen. Geef hierbij tevens aan of de onderneming als zelfstandig bedrijf opereert, dan wel deel uitmaakt van een (moeder)maatschappij.
  3. Heeft de onderneming op bepaalde terreinen samenwerking gezocht met andere ondernemingen/organisaties/instituten of is zij anderszins een relatie aangegaan?
  4. Geef een gedetailleerde omschrijving van de ondernemingsdoelstellingen van het bedrijf.
  5. Heeft de onderneming bewust gekozen voor de huidige vestigingsplaats?
  6. Heeft de onderneming plannen om in de (nabije) toekomst haar bedrijf (of een gedeelte van de bedrijfsactiviteiten) te verplaatsen?
  7. Geef een zo volledig mogelijke omschrijving van de bedrijfsactiviteiten van de organisatie.
  8. Wat kan gezegd worden van het huidige gevoerde marketingbeleid en de marktpositie? Denk hierbij aan vragen als:
  9. Is het bedrijfsassortiment succesvol? Welke redenen kunnen hiervoor worden aangedragen?
  10. Hoe wordt de productkwaliteit ingeschat door de huidige afnemers?
  11. Zijn er bijzondere / unieke producteigenschappen die kunnen worden uitgebuit?
  12. Hoe is het gesteld met de naamsbekendheid en merkbekendheid?
  13. Hoe is het gesteld met de breedte van de productielijn?
  14. Richt de onderneming zich sterk op één of enkele afnemers?
  15. Richt de onderneming zich op bepaalde segmenten in de markt?
  16. Hoe is de distributie georganiseerd en hoe efficiënt is deze?
  17. Beschikt de onderneming over een deugdelijk serviceapparaat?
  18. Hoe is het gesteld met de omvang en de trouw van de afnemersgroep?
  19. Wat is het bestaande marktaandeel van de onderneming in de verschillende markten?
  20. Hoe is het gesteld met de innovatieve capaciteiten van de onderneming?
  21. Heeft de onderneming een duidelijk overwicht en opzichte van de concurrentie op het gebied van productie (productieprocedé, kwaliteit, flexibiliteit of anderszins)?
  22. Welke mogelijkheden heeft de onderneming voor het ontwikkelen / lanceren van nieuwe producten?
  23. Beschikt de onderneming over een research- & developmentafdeling?
  24. Beschikt de onderneming over bepaalde unieke technologieën of patenten?
  25. Is het productieapparaat geschikt voor export?
  26. Is de productie voldoende flexibel om eventuele productaanpassingen door te voeren?
  27. Is er voldoende productiecapaciteit voor eventuele extra exportorders?
  28. Hoe is de stand van zaken met betrekking tot de aanwezige productiemiddelen?
  29. Zijn er problemen bij de toelevering van grondstoffen/halffabricaten?
  30. Geef een omschrijving van de USP’s (Unique Selling Points, datgene waarmee de organisatie zich onderscheidt van de rest).
  31. Geef een nauwgezette omschrijving van de organisatiestructuur van de onderneming. Geef aan waarom juist voor die structuur is gekozen. 
  32. Vindt op dit moment (een gedeelte van) de afzet van de onderneming haar bestemming in buitenlandse markten?
  33. Geef een overzicht van het personeelsbestand van het bedrijf, waarbij kort de taak/functie van verschillende sleutelfunctionarissen wordt weergeven.
  34. Worden op dit moment bepaalde bedrijfsactiviteiten uitbesteed aan derden?
  35. Probeer de omzet over de - en winst-/verliescijfers van de onderneming over de afgelopen 3 boekjaren te achterhalen en maak hierbij een onderscheid tussen binnenlandse activiteiten en exportcijfers. Probeer de omschrijven hoe het is gesteld met de liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit van de onderneming.
  36. Wat zijn de omzet- en resultaatverwachtingen/plannen/doelstellingen van de onderneming op (middel-)lange termijn? Probeer weer een onderscheid te maken tussen de binnenlandse markt en de exportmarkten.