Hoe slecht is hebzucht

Goed of slecht

Glazen met rode drankIn de vraag “hoe slecht is hebzucht” zitten twee andere vragen opgesloten. De eerste is “Wat is slecht?”. De tweede is “Wat is hebzucht?” Om de vraag “hoe slecht is hebzucht?” te kunnen beantwoorden moet je eerst de twee andere vragen beantwoorden. Natuurlijk kun je volstaan met te kijken naar wat anderen zeggen over hebzucht en slecht, maar daarmee doe je jezelf te kort. Want hoe zeer we ook kijken naar anderen om ons eigen oordeel een basis te geven, we hebben toch allemaal net een iets andere uitleg van begrippen als slecht en hebzucht.

Wat is slecht

Dit is een vraag die door iedereen verschillend beantwoord zal worden. Niet zo zeer omdat slecht niet goed te definiëren is, maar omdat begrippen met een positieve of negatieve betekenis voor iedereen iets anders kunnen betekenen. Zo kan ik iets slecht vinden, terwijl iemand anders het goed vindt.

Neem bijvoorbeeld de situatie dat iemand mijn huis bezet, omdat hij dakloos is. Voor mij is het feit dat er iemand in mijn huis zit, die ik geen toestemming heb gegeven slecht. Voor de dakloze is het bezetten van mijn huis goed. Nu komt hier natuurlijk ook nog bij dat ik het slecht vind als ik door de bezetting niet in mijn huis kan zitten. Terwijl als het om een tweede huis gaat, dan zullen veel mensen het helemaal niet zo slecht vinden als dat tweede huis bezet wordt door een dakloze.

Principe of praktisch

Slecht wordt dus vaak bepaald door de positie die ik inneem ten aanzien van wat ik slecht noem. Waarbij ik de keuze heb om een principiële positie in te nemen of een praktische. Zoals ook te lezen is in mijn voorbeeld van de huisbezetting. Het is praktisch slecht als iemand mijn huis bezet en ik daardoor dakloos wordt. Het is principieel slecht als iemand mijn huis bezet terwijl ik een ander dak boven mijn hoofd heb.

Bij veel vragen die wij stellen speelt de mate waarin we het slecht vinden vaak mee of het een principe kwestie is of een praktische. Zo vinden we het stelen van een appel van iemand die maar één appel heeft erger, dan stelen Broodjes in overvloedvan iemand die niet eens weet hoeveel appels hij heeft. Vandaar dat we het niet leuk vinden om belastingen te moeten betalen, maar het geen probleem vinden om ongecontroleerd spookfacturen te betalen met het geld van ons bedrijf.

Slecht is goed

Maar eigenlijk is zowel principieel als praktisch de verkeerde benadering van het uitleggen van slecht. Hoewel praktisch dichterbij een goede manier ligt van beschrijven wat slecht is dan principes. Waar het eigenlijk om gaat bij slecht is of het niet goed is voor mij en mijn ontwikkeling.

De uitkomst

Zo kan het bijvoorbeeld heel goed voor mij zijn om iets slechts te ervaren, omdat ik dan de kans krijg om te leren hoe anderen leven. Zo is dakloos worden omdat een dakloze je huis bezet een goede manier om te ontdekken dat er daklozen bestaan en dat het leven van een dakloze soms ongekozen is en niet makkelijk. Daardoor ontwikkel ik misschien wel het inlevingsvermogen om niet neer te kijken op daklozen. Plots wordt mijn slechte ervaring een goede. Want we vinden het altijd goed als we leren om medeleven te hebben met anderen.

Maar een ervaring die we slecht noemen kan ook goed zijn, omdat het ons laat zien dat we te sterk vastzitten aan onze materiële bezittingen. Of omdat het ons laat zien dat we kunnen overleven ook in situaties die we slecht noemen. Of omdat het ons mensen leert kennen die ons helpen, waardoor we gaan inzien dat de wereld niet alleen maar slechte mensen huisvest.

Eigenlijk kun je iets pas slecht noemen als je alle lessen die de ervaring geeft hebt kunnen verwerken. Of zoals dat ook wel gezegd wordt:

Je moet de dag niet prijzen voor de avond is gevallen.

Of:

Je moet de beer niet verkopen, voordat hij geschoten is.

Of:

It ain’t over 'til the fat lady sings.

Waar het bij slecht eigenlijk op neerkomt, is dat een ervaring pas slecht is als ik het geen positieve betekenis kan geven. En die situatie ontstaat pas als ik niets leer van een ervaring en alleen maar het negatieve gevoel die de ervaring oproept vasthoud.

Wat is hebzucht

Hebzucht is het idee dat iemand alles voor zichzelf wil hebben. In zekere zin kun je stellen dat hebzucht een extreme vorm van jezelf beschermen tegen de gevaren van het leven is. Collectief kennen we dan ook het begrip slecht toe aan het begrip hebzucht. Waarbij we vaak vergeten of we iemands hebzucht, dus zijn gedrag, slecht vinden of de persoon. Vaak verwarren we iemands hebzucht met de persoon, waardoor we de persoon slecht noemen in plaats van zijn gedrag. Maar daarnaast zien we vaak niet waarom we iemands hebzucht slecht vinden.

Overlevingsdrang

Als hebzucht een extreme uiting is van overlevingsdrang, dan ligt in zekere zin de reden dat we hebzucht slecht noemen in onze eigen overlevingsdrang. De hebzucht van de ander confronteert ons namelijk met ons eigen overleven in de vorm van:

Kunnen wij nog wel overleven als de ander alles zo overdreven doet om te overleven.

We vinden de hebzucht van de ander dus vooral een beperking van onze eigen mogelijkheden om te overleven en beoordelen die hebzucht daarom als slecht. Zouden we het idee hebben dat de hebzucht van de ander geen enkele invloed heeft op ons overleven, dan zouden we het gedrag waarschijnlijk geen hebzucht noemen en het niet als slecht beoordelen. We zouden hebzucht pas weer slecht gaan noemen als het gedrag negatieve gevolgen had voor de persoon zelf.

Extreem

Dus hebzucht is een extreme vorm van onze behoefte om te overleven. We noemen het pas slecht als het onze mogelijkheden om te overleven beperkt of als we het idee hebben dat we door de behoefte van de ander worden gehinderd in onze behoefte om te overleven. Maar we kunnen het ook slecht noemen als het gevolgen heeft voor het leven van de ander.

Hoe slecht is hebzucht

Nu komen we weer terug bij de vraag die in de titel van dit artikel stond:

Hoe slecht is hebzucht?

Als we deze vraag koppelen aan het feit dat iets pas slecht is als we er geen positieve ontwikkelingen aan kunnen verbinden, dan is hebzucht dus slecht als het ons hindert of de hebzuchtige. Maar wat zouden we dan kunnen leren van de hebzucht van de ander.

Lessen door hebzucht

Angst

Ten eerste kunnen we van de hebzucht van anderen leren, dat angst een slechte raadgever is. Want de behoefte om zoveel mogelijk te verzamelen komt voort uit onze angst dat we niet kunnen overleven als we niet voldoende hebben. Of het komt voort uit onze angst dat anderen ons zullen afwijzen als we niet kunnen bewijzen dat we Lege bierblikjes achter een hekveel kunnen verzamelen. Of we worden gedreven door onze angst ontstaan tijdens onze jeugd toen we honger leden.

Tijd voor elkaar

Ten tweede kunnen we van de hebzucht van anderen leren, dat we tijd moeten besteden aan anderen. Want als we tijd besteden aan elkaar, dan kan de persoon die hebzucht ervaart de kans krijgen om te ontdekken wat zijn hebzucht motiveert. Verder kan de hebzuchtige ook leren zien dat zijn gedrag negatieve gevolgen kan hebben voor anderen. Maar wat misschien nog wel belangrijker is, we kunnen de persoon met hebzuchtig gedrag helpen om zich te bevrijden van zijn gedrag. Terwijl de hebzuchtige ons kan leren om meer voor onszelf op te komen.

Eenzijdig

Ten derde kan hebzucht ons leren, dat we ons niet moeten focussen op één element van ons leven, want daardoor beperken we onszelf, onze ontwikkeling en ons leven. Het gaat er dus om dat we inzien dat hebzucht leidt tot een vlak leven, geleid door slechts één principe, namelijk overleven. Terwijl leven veel meer is dan overleven.

Overvloed

Ten vierde kan hebzucht ons leren dat er overvloed is. Want hoewel die ene persoon alles voor zichzelf kan proberen te vergaren, overigens iets wat alleen mogelijk is als hij hulp krijgt van anderen, blijft er vaak genoeg over voor anderen om van te leven. Er is dus voldoende in deze wereld, ondanks het feit dat sommige mensen alles voor zichzelf proberen te houden.

Zelf bescherming

Ten vijfde maakt hebzucht van anderen duidelijk dat we moeten opkomen voor onszelf als we willen voorkomen dat anderen alles voor zichzelf houden. Want hebzucht is alleen mogelijk als mensen geholpen worden bij hun hebzucht. Want als iemand in zijn eentje alles zou moeten verzamelen wat hij nodig had om zijn hebzucht te bevredigen, dan zou hij binnen een paar dagen dood zijn. In het extreme geval zou de hebzucht de ander namelijk ertoe aanzetten om niet te eten, te drinken en te slapen, wat binnen een week tot de dood zou leiden.

Ongelukkig

Ten zesde maakt hebzucht duidelijk dat overvloed niet gelukkig maakt. Want hoewel iemand die hebzuchtig gedrag vertoont, meer dan voldoende heeft om te overleven, maakt zijn gedrag duidelijk, dat hij niet het gevoel heeft voldoende te hebben. Gelukkig zijn zit dus niet in een overmaat van overvloed. De hebzucht van anderen maakt ons dus duidelijk dat we opzoek moeten naar andere manieren om gelukkig te worden dan het onszelf toe-eigenen van zoveel mogelijk materiële zaken. Want als iemand gelukkig zou worden van zijn hebzucht, dan zou zijn hebzucht vanzelf ophouden te bestaan. Want gelukkig voelen geeft aan dat we genoeg hebben. Maar iemand kan alleen hebzuchtig zijn als hij of zij niet gelukkig wordt van wat hij of zij heeft.

Conclusie

Stapel stenen op het strandHebzucht is pas slecht als we er niets van kunnen leren. Net zoals alle andere ervaringen in het leven pas slecht zijn als we er alleen maar een negatief gevoel aan over houden. Zodra we echter iets kunnen leren van hebzucht is het niet slecht. Waarbij we van hebzucht kunnen leren, dat:

  • we niet bang moeten zijn voor het leven,
  • we tijd voor elkaar moeten nemen,
  • het leven meer is dan overleven,
  • er overvloed is,
  • we voor onszelf mogen opkomen,
  • evenwicht ons gelukkig maakt.

De vraag “hoe slecht is hebzucht?” kunnen we dus pas stellen als we ons leven geleefd hebben en moeten vaststellen dat we niets geleerd hebben van onze hebzucht om niet geconfronteerd te worden met het leven.

Afbeeldingen