Hoe word ik een betere squasher

Inleiding

Squash is een leuke en intensieve sport die door steeds meer mensen beoefend wordt. Het heeft nog het meeste weg van tennissen, al is het een stuk intensiever. De sport is zowel leuk voor ervaren en doorgewinterde spelers als voor beginnelingen en is makkelijk om onder de knie te krijgen. Maar als je de regels van het spelletje eenmaal kent, wil je misschien ook beter worden. Hiervoor zijn een aantal handige tips, die gegarandeerd voor beter spel zorgen. Hoe word ik een betere squasher?

Squash

Squash speel je met twee personen in een afgesloten rechthoekige ruimte. Het enige wat je nodig het zijn sportkleding, een racket, een bal en een squashbaan. Je serveert van het ene vak in het andere vak en vervolgens zijn er nauwelijks meer ‘uit’-plaatsen. Door de bal tactisch te spelen, zorg je dat je punten scoort. Degene die als eerste 11 punten heeft, wint de match. In een officiële wedstrijd moet je drie matches winnen om de wedstrijd te winnen. 

Tips

Blijf op de bal letten

De belangrijkste regel bij het squash is het blijven letten op de bal. Door je op de bal te focussen blijf je geconcentreerd spelen, wat je reactiesnelheid en je slag en techniek ten goede komt. De meeste mensen denken dat ze goed op de bal letten, maar wanneer het erop aan komt, dwalen ze toch af en kijken ze bijvoorbeeld naar hun tegenstander en hoe deze de bal slaat en daarna in beweging komt. Door je niet op de bal te focussen, ben je misschien te laat met uitstappen en kun je de bal niet goed genoeg terugslaan. 

Blijf bewegen, het liefst naar de 'T'! 

Iets wat ook vanzelfsprekend lijkt, maar wat veel mensen toch niet doen, is in beweging blijven. Zodra je de bal geslagen hebt, is het belangrijk dat je in beweging komt. Dit heeft verschillende redenen. Als je stil blijft staan waar je geslagen hebt, dan is de kans groot dat je bij je volgende slag helemaal naar de andere kant van de baan moet rennen, en hoewel die afstand niet groot is, ben je toch vaak net iets te laat om de bal terug te slaan. Bovendien, als je recht naar  voren staat, sta je in het slaggebied van de tegenstander, waardoor hij gehinderd wordt en dus een punt krijgt omdat jij in de weg stond. Beweeg na iedere slag dan ook naar de ‘T’ in het midden van de baan (de servicelijnen komen in het midden van de baan samen tot een denkbeeldige ‘T’). Op deze manier sta je goed gecentreerd en vaak niet zo in de weg. Komt de bal toch op je af of weet je dat je tegenstander vaak  hard slaat, blijf dan niet precies op de T staan maar beweeg er omheen, een stukje naar links, rechts of naar achteren. Op die manier kun je bijna iedere bal raken zonder al te veel te hoeven bewegen.

Stap goed uit en geef jezelf de ruimte

Verder is het ook belangrijk dat je met de goede voet uitstapt, zowel met service als met slagen in het spel. Ben je rechtshandig en speel je op de forehand, stap dan uit met je linkerbeen. Speel je met de backhand als rechtshandige, stap dan uit met je rechterbeen. Als linkshandige doe je het precies andersom: forehand is uitstappen met het rechterbeen, backhand is uitstappen met het linkerbeen. Door goed uit te stappen kun je beter slaan en de bal extra kracht geven en bovendien kun je ook nog een grotere afstand overbruggen waardoor je eerder bij de bal bent.

Verder is het ook belangrijk dat je jezelf de ruimte geeft. Als de bal in de linkerhoek wordt geslagen, ga dan niet met je rug naar de linkerzijwand toe staan, want dan heb je nauwelijks ruimte om te slaan. Gebruik als rechtshandige op dat moment je backhand en blijf dus met je rug naar de denkbeeldige ‘T’ toe staan, zodat je naar je slag weer snel en gemakkelijk naar het midden kan bewegen om je klaar te maken voor je volgende slag. Ook kun je door goed uit te stappen en jezelf de ruimte te geven, goed gefocust blijven op het balletje, zodat je dat geen moment meer uit het oog verliest. 

Sla door

Een belangrijke regel om blessureleed te voorkomen en goed te kunnen richten is doorslaan. De slagbeweging is niet af als je het balletje hebt geraakt, beweeg met je racket door tot aan je schouder. Dat is handig omdat je dan meteen een backhand zou kunnen slaan, je racket is immers al in die richting. Verder voorkom je de zogeheten ‘tennisarm’-blessure als je door slaat.  En je kunt ook nog eens beter richten.

Conclusie

Om een betere squasher te worden, zijn er een aantal tips die je op kunt volgen om je spel te verbeteren. Zo moet je goed op de bal blijven letten. Ook moet je in beweging blijven, het liefst naar de rode ‘T’ op de grond toe. Verder is het belangrijk om goed uit te stappen en jezelf de ruimte te geven. Maar om echt beter te worden is het belangrijk dat je regelmatig blijft oefenen en naar anderen blijft kijken, want daar kun je ook veel van leren.

Wil je weten wat squash eigenlijk is, lees dan: Wat is squash voor sport?