Inflatie en recessie eenvoudig uitgelegd!

Inflatie en recessie

Er is altijd wel iets te doen over de inflatie, koopkracht en evolutie van de rente op onze spaarrekening. We hadden een financiële crisis, we hadden een recessie, en de toekomst ziet er nog steeds niet rooskleuring uit. Als eenvoudige spil in het financiële web heb je onvoldoende kennis hebt van alle gebruikte vaktermen. En je hebt ook altijd de indruk dat niet alles wordt verteld. Dat laatste mag geen ramp zijn: misschien is het maar goed zo want als we alles wisten...

Begrippen inflatie en recessie

• Als de economie 'wel vaart', verdient iedereen veel geld: er is weinig werkloosheid, het algemeen gevoel is optimistisch, iedereen zit goed in zijn vel en heeft geld te besteden. Er wordt veel gekocht (geld moet rollen): huizen, computers, reizen, auto's, noem maar op. Door de grote vraag kunnen de producenten niet volgen. Gevolg: de prijzen stijgen. Dat is geen goed nieuws want dan stijgt ook de inflatie. En niemand zit te wachten op het feit dat het leven duurder wordt!

• De centrale banken (ECB = Europese Centrale Bank voor Europa en Fed = Federal Reserve voor Amerika) verhogen de rente. Welk is het verband? Stel dat u een huis wil kopen: daarvoor moet worden geleend. Als de rente stijgt, wordt lenen duurder. In het slechtste geval zelfs onbetaalbaar. U koopt dus niet. En u bent niet alleen: vele andere mogelijke kopers zien af van aankoop van een onroerend goed. Er komt geleidelijk minder vraag naar huizen. De huizenprijzen zullen bijgevolg zeker niet meer stijgen, eerder dalen als u geduld oefent. Gevolg: de inflatie daalt.

• Dit geldt voor de totale economie: er wordt ook geleend voor auto's, vakanties, computers...: dure leningen, minder kooplust, dalende inflatie.

• De bedrijven ontsnappen uiteraard niet aan deze negatieve spiraal: ze verkopen minder, maken minder winst en de koers van hun aandelen daalt (als ze beursgenoteerd zijn) waardoor de waarde van het bedrijf op zijn beurt daalt.

Vanzelfsprekend zullen de bedrijven ook minder investeren.

• Als alles duurder wordt, neemt onze koopkracht af. Grote aankopen worden uitgesteld en omwille van het negatieve gevoel wordt er (weer) gespaard in plaats van geld uit te geven. Voor de banken is het moment gekomen om het beschikbare spaargeld te lokken door renteverhogingen op spaarboekjes en termijnrekeningen aan te bieden. Dus het rente-opbod kan beginnen. In het beste geval krijgt u evenveel rente op uw spaartegoed als het inflatiepercentage en speelt u 'quitte'. Met andere woorden: uw koopkracht blijft gelijk! Of nog anders gezegd: u maakt geen winst.

• Op algemeen economisch gebied breekt de periode aan van overstocks (auto-industrie), faillissementen, reorganisaties, beursrecessie (in het ergste geval een beurscrash), geen financiële ruimte voor salarisverhogingen, financiële problemen voor de banken zelf zoals we het afgelopen jaar hebben vastgesteld.

Conclusie

Het blijft een ingewikkeld verhaal. Zeker voor ons de gewone spaarder, de gewone consument. Wat moet je met je spaarcentjes? En het is een hele studie, dat kan dan wel online gelukkig, om uit te zoeken waar je het meeste rente krijgt. En wat kun je doen als je minder rente krijgt dan de inflatie? Helemaal niets, alleen maar hopen op beterschap!