Interesse om spermadonor te worden

Sperma doneren

Er is een tekort aan sperma, althans in de vruchtbaarheidsklinieken. Hopeloze ouders zijn er blij mee en je kan er ook nog iets mee verdienen. Waarom is er te weinig sperma voor handen? Wat komt er allemaal om hoek kijken bij spermadonotie? Opmerkelijk daarbij is ook nog dat de donorregeling heel anders is geregeld in België en Nederland.

 

De markt vraagt veel meer sperma

  • België: verklaring voor de hopeloze toestand:
  • gemiddeld komen er maar 10 donoren per jaar opdagen, terwijl er behoefte is aan ten minste 50!
  • Daar waar de groep tot voor een tiental jaar grotendeels uit gezinnen bestond waarvan de man onvruchtbaar bleek te zijn (zo'n 80% van de gevallen), is deze groep inmiddels uitgebreid met alleenstaanden en lesbische koppels (samen goed voor 20%).
  • Nederland: bij ongeveer 10% van de paren die kinderen wensen, lukt dat niet. Ook hier stijgt het aantal lesbische vrouwen met kinderwens. De wachttijden lopen op tot een jaar, soms zelfs langer.

1. NEDERLAND

 

1. Wie kan spermadonor worden?

  1. je dient gezond te zijn uiteraard,
  2. tussen de 22 en 45 jaar,
  3. monogaam seksueel leven (vaste relatie),
  4. bereid zijn om één keer om de 4 à 6 weken sperma te leveren,
  5. belangrijk: toestemming geven om je gegevens later aan het volwassen kind kenbaar te maken indien het kind daar om vraagt. Met andere woorden: donoren zijn geregistreerd! (zie punt 2)

2. De wet 'Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting'

♦ Sinds mei 2002 is deze wet van kracht. Deze wet regelt dat (citaat) bij donorinseminaties uitsluitend nog gebruik gemaakt mag worden van zaad van donoren waarvan de identiteit (desgewenst) op latere leeftijd (16 jaar) aan het kind kenbaar gemaakt moet kunnen worden (niet-anonieme donoren).

♦ De identiteitsgegevens van de donoren èn de vrouwen bij wie een kind is verwekt, worden door het ziekenhuis aan de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting aangeleverd.

♦ Deze Stichting draagt zorg voor de registratie van donor- en patiëntgegevens en zal later bemiddelen indien het kind geïnformeerd wenst te worden over de identiteit van – of contact wenst te hebben met - de donor.

♦ De huisarts van het kind kan inzage krijgen in de medische gegevens van de donor die van belang kunnen zijn voor de gezonde ontwikkeling van het kind.

♦ Het kind krijgt vanaf de leeftijd van 12 jaar recht op inzage in het donorpaspoort. Een donorpaspoort is een document waarin de donor een aantal persoonlijke gegevens heeft ingevuld betreffende opleiding, werk, gezinssituatie en motivatie voor het donorschap. Er worden geen identiteitsgegevens zoals naam, adres en geboortedatum in vermeld. Dit donorpaspoort is speciaal bestemd voor het kind maar ouders hebben ook vóór het 12de jaar van het kind recht op inzage in het donorpaspoort.

♦ Vanaf de leeftijd van 16 jaar kan het kind een verzoek indienen om geïnformeerd te worden over de identiteit van de donor.

♦ Alleen als de donor zeer zwaarwegende redenen heeft om zijn identiteit niet prijs te geven dan kan dit geweigerd worden.

♦ Nadrukkelijk wordt opgemerkt dat de donor geen recht heeft op contact met het kind. Ook krijgt de donor geen informatie over de identiteit van de vrouwen die zwanger geworden zijn met zijn zaad. Ook de ouders worden niet geïnformeerd over de identiteit van de donor. Het niet-anonieme donorschap is uitsluitend bedoeld om het kind op oudere leeftijd in staat te stellen contact te hebben met de donor, indien gewenst.

3. ZEER BELANGRIJK OM WETEN! Je moet je dus als donor realiseren dat er een grote kans bestaat dat de kinderen, verwekt met uw zaadcellen, later kennis willen maken met hun donor. Dit zijn de verstrekkende (mogelijke) gevolgen van spermadonorschap! MAAR! Als spermadonor kan je NOOIT NOCH juridisch NOCH financieel aansprakelijk worden gesteld voor een kind dat via een spermabank is verwekt!

4. Hoeveel kinderen kan je 'produceren'? Het maximum aantal is 25. Je mag dit aantal verminderen: dit wordt tijdens het eerste gesprek met de kandiaatdonot overlegd.

5. Donorpaspoort

  • Je moet een donorpaspoort invullen. Dit paspoort is primair bedoeld om een kind desgewenst later enig inzicht te geven in de sociale achtergrond van zijn biologische verwekker. Het betreft een vragenlijst waarin gegevens worden ingevuld over uw sociale achtergrond en motivatie om donor te worden.
  • Het donorpaspoort bevat géén gegevens over uw identiteit.

6. Vooronderzoek:

Het vooronderzoek bestaat uit 3 onderdelen:

  1. intakegesprek door de gynaecoloog: hierin worden zaken besproken betreffende motivatie, aantal te verwekken kinderen, risico op sexueel overdraagbare aandoeningen en praktische gang van zaken.
  2. Indien u besluit spermadonor te worden dan kan direct in aansluiting aan het eerste gesprek een zaadmonster bij het laboratorium ingeleverd worden. Tevens wordt dan ook bloedonderzoek op sexueel overdraagbare aandoeningen afgenomen.
  3. Indien het zaadonderzoek (ook na invriezen en ontdooien) goed is en ook de bloedtesten zijn goed dan wordt er een afspraak gemaakt met een erfelijkheidsdeskundige die aan de hand van uw stamboom en familiegeschiedenis een inschatting maakt naar het vóórkomen van erfelijke aandoeningen. Iedere donor wordt onderzocht op seksueel overdraagbare aandoeningen (AIDS, Chlamydia, gonorroe, syphilis, hepatitis B en C, HTLV I en II) Dit vindt plaats door middel van halfjaarlijks bloed- en spermaonderzoek tot 6 maanden na de laatste donatie. Een spermamonster wordt pas gebruikt als na uitslag van deze testen zeker is dat er geen ziekten aanwezig zijn.

7. Juridisch aspect: verschil tussen donor en verwekker. Een dikke boterham!

► Een 'spermadonor' is een man die zijn sperma doneert, dus ter beschikking stelt aan een ontvanger. Dat het doel van de spermadonatie is het doen ontstaan van een kindje, betekent nog niet dat de spermadonor daarmee een 'verwekker' is geworden. Om een verwekker te zijn is het nodig dat een daad wordt verricht die de verwekking van het kind tot gevolg heeft. Met deze 'daad' wordt bedoeld een geslachtsgemeenschap die een zwangerschap tot gevolg heeft.

► Dit impliceert dat een man die zich als 'donor' aanbiedt en vervolgens langs natuurlijke weg een kind verwekt, een daad verricht die een zwangerschap tot gevolg heeft en alleen al daarom geen 'donor' meer is maar een 'verwekker'. En dit impliceert dan weer dat - zelfs na overlijden van de man - door de moeder (of door het kind als hij/zij 16 jaar of ouder is), een gerechtelijke procedure tot vaststelling van het vaderschap kan worden gestart.

► Er bestaat dus een duidelijk onderscheid is tussen een 'donor' en een 'verwekker'. Een donor doneert zijn sperma; dit sperma wordt ná de donatie door de vrouw(en) gebruikt met de bedoeling een kind te verwekken. De donor heeft met de daadwerkelijke verwekking niets van doen en blijft op die manier donor. Een verwekker is een man die langs natuurlijke weg een kind verwekt en daarmee het risico loopt via een vaderschapsactie gerechtelijk als vader te worden aangewezen, met alle gevolgen van dien. Denk bijvoorbeeld aan een onderhoudsplicht voor het kind (alimentatie).

► Zelfs al zijn er goede afspraken tussen partijen gemaakt, dan nog is het mogelijk dat de (financiële of medische) omstandigheden van man en/of vrouw dusdanig veranderen dat de 'verwekker' door partijen niet meer kan worden gezien als 'donor', met alle gevolgen van dien.

► Het komt steeds vaker voor dat een donor sperma doneert met de bedoeling vader te worden. In dit geval is er geen sprake van een donor in de juiste betekenis van het woord. Deze man doneert immers met de duidelijke bedoeling vader te worden. In een aantal gevallen zal hij het kind dat uit de donatie ontstaat erkennen. Maar zelfs als erkent hij het kind niet: als het in de bedoeling van partijen ligt dat de man sperma doneert om een (vader)rol in het leven van het kind te gaan vervullen, dan heeft de man daardoor rechten en plichten gekregen ten opzichte van het kind. Deze constructie vergt dat duidelijk schriftelijk tussen partijen wordt vastgelegd welke de rol van de man in het leven van het kind zal zijn.

► Het komt ook steeds vaker voor dat een donor sperma doneert als donor en dat er na geboorte van het kind op de een of andere manier toch een rol voor de donor is weggelegd in het leven van het kind. Als de man een dergelijke rol speelt in het leven van het kind en de moeder(s) deze rol heeft/hebben toegelaten, dan zou een eventueel afgesloten donorcontract door dat handelen van onwaarde kunnen worden verklaard door een rechter. Er is dan immers 'family-life' ontstaan tussen het kind en de donor, met goedvinden van de moeder(s). Als er eenmaal 'family-life' is ontstaan dan zal een beroep op een donorcontract door de moeder(s) door de rechter niet worden gehonoreerd. De moeder(s) heeft/hebben immers ná het afsluiten van het donorcontract uit eigener beweging gehandeld in strijd met de essentie van het donorcontract en dat daarmee in feite elke rechtskracht ontnomen. Een verzoek van de donor over bijvoorbeeld het rechterlijk vastleggen van een omgangsregeling tussen de donor en het kind zal dan gehonoreerd worden.

2. BELGIË

1. Hoeveel keer kan je vader worden? In België bepaalt de wetgeving dat één en dezelfde man maximum 6 keer sperma mag doneren voor 6 verschillende vrouwen.

2. Blijf je anoniem?

  • Ja!: alles gebeurt 100% anoniem. Dit betekent dat ook de ontvangende vrouw niet weet wie de donor is.
  • Deze gegarandeerde geheimhouding geldt echter niet voor alle Europese landen!

3. Komt iedere man in aanmerking?

  • Nee, hij moet tussen de 18 en 40 jaar 'jong' zijn. Zijn gezondheid moet goed zijn. Uiterlijke kenmerken zoals huidskleur, haar, lichaamsbouw of kleur van de ogen spelen verder geen rol. In het labo wordt echter wel gestreefd naar de ideale match tussen donor en ontvanger. Wel ondergaat elk zaadstaal een strenge controle m.b.t. de kwaliteit: aantal en beweeglijkheid.
  • De spermakwaliteit is met name ook van belang omdat het sperma, ter bewaring, ingevroren wordt en de zaadcellen moet deze bevriezing letterlijk 'overleven' om als het nodig is, aan het werk te worden gezet.

4. Geschikt bevonden?

 

Wordt jouw zaad goedgekeurd dan wordt een eerste keer bloed afgenomen. Deze afname wordt na 6 maanden herhaald. Dit om na te gaan of je gezondheidstoestand nog steeds goed is.

5. Word je er rijk van?'

Voor het geld moet je het niet doen: je ontvangt EUR 80 in de vorm van een onkostenvergoeding. Deze vergoeding kun je als 'onofficieel (lees zwart)' beschouwen aangezien alles 'anoniem' verloopt!

België

Nederland

Link in dank ontvangen van een lezer: Startpagina

 

Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden