Is stotteren een gevolg van angst en stress

Inleiding

Wat is stotteren en is deze aandoening, waar wereldwijd maar liefst zestig miljoen mensen mee te kampen hebben, het gevolg van angst en stress? Is deze spraakstoornis genetisch bepaald en wat kan men er tegen doen?

Nog niet volledig kunnen doorgronden

Uit het recente cijfermateriaal van verschillende en grootschalige onderzoeken, blijkt overduidelijk dat deze aandoening niet zomaar over het hoofd mag worden gezien. Maar liefst honderdduizend Belgen en bijna het dubbel aantal Nederlanders lijdt aan deze ernstige spraakstoornis, fenomeen dat zelfs de medische wetenschap tot hiertoe nog niet volledig heeft kunnen doorgronden.

De deskundigen geraakten het er ondertussen wél over eens dat een tijdig en doelgerichte behandeling heelwat leed van de stotteraar en van zijn naaste omgeving kan verzwachten of zelfs voorkomen.

Wat is stotteren?

Over het probleem van het stotteren bestaan er heelwat misverstanden. Recent onderzoek maakte ondertussen duidelijk dat stotteren niets te maken heeft met angst, zenuwen of stress. Stotteren is zeker ook niet het resultaat van een verkeerde ademhalingstechniek zoals zo dikwijls ten onrechte wordt gesteld. Het staat wel vast dat stotteren een neuro-musculair programmeerprobleem is. Het betreft hier immers een ernstige storing in de ontwikkeling van de spraak. Spreken is immers een erg complexe vaardigheid. Zowel gedachten als ideeën en vaardigheden dienen in één begrijpbare taal omgezet in woorden en zinnen. En deze taal wordt dan nog eens op zijn beurt omgezet in spraakbewegingen.

Alle spieren die met taal te maken hebben, zijn gestructureerd om precies de juiste spraakbewegingen te kunnen maken met steeds de juiste snelheid en kracht en dat telkens op het juiste moment. Dat vereist zowel een goede coödinatie als timing. Het is dan ook niet te verwonderen dat dit bij jonge kinderen niet altijd even goed lukt. Ze herhalen meermaals een klank of een gedeelte van een woordje. Bij zowat vijf procent van alle kinderen treden dergelijke verschijnselen op en bij ruim tachtig procent ervan verdwijnen deze problemen spontaan. Op het ogenblik dat ze hun spraakapparaat volledig beheersen, is er in geen geval ook maar enig teken van verminderde intelligentie. Stotteraars verschillen zowel op medisch als psycholosch vlak in niets van leeftijdsgenoten die niet stotteren.

Erfelijk bepaald

Men weet dus duidelijk wat stotteren niet is. Toch slaagde de wetenschap er tot hiertoe niet in het mechanisme van de stotteraar volledig bloot te leggen. Spraak en stotteren is een bijzonder ingewikkeld samenspel tussen de verschillende neurologische en psychologische factoren. Bij onze spraak zijn maar liefst ruim honderd spieren betrokken. Specifieke hersenzones zijn verantwoordelijk voor het tot stand brengen van spraak en voor de coördinatie van onze bewegingen.

Stotteren is een genetisch probleem. In vele gevallen zit stotteren in de familie. In vele gevallen hebben stotterende kinderen ook een stotterende ouder.

Deze ernstige spraakstoornis manifesteert zich meestal op vrij jonge leeftijd.

Verschillende vormen

Stotteren komt voor in verschillende vormen. Het herhalen van een deel van een woord of een klank, het verlengen van een klank of het blijven hangen bij één bepaalde klank waardoor men de rest van het woord niet kan uitspreken. In het ergste geval is stotteren een combinatie van deze drie voorkomende vormen.

Een meerderheid der stotteraars komt meestal pas goed in de problemen wanneer ze in gesprek komen met anderen, terwijl ze geen enkele steek laten vallen wanneer ze in zichzelf praten of zingen.

Hieruit kan men besluiten dat stotteren in belangrijke mate afhangt van het karakter en het temperament van de stotteraar zelf, van eventuele spanningen in hun gezin en/of in de familie of hun schoolomgeving en van een moeilijke sociale en emotionele ontwikkeling.

Stotteren heeft meestal ook zware gevolgen op sociaal vlak.Sociaal isolement, alcoholisme, druggebruik en in extreme gevallen zelfs zelfmoord is het lot van vele stotteraars.

Vroege herkenning én behandeling

Hoe vroeger een stotteraar wordt geholpen, hoe beter en hoe groter de kans op genezing. Zelfs voor volwassen stotteraars is het nooit te laat om in therapie te gaan.

Voor jonge kinderen is een samenwerrking tussen ouders en school ontontbeerlijk en ook een logopedist speelt in de behandeling van stotteren een vooraanstaande rol. Deze zoekt in de eerste plaats naar de drukfactoren die het stotteren veroorzaken en dit met de uiteindelijke bedoeling deze te onderdrukken.

Volwassen stotteraars krijgen op hun beurt scholing in spreektechnische hulpmiddelen en motorische ingrepen om het stotteren beter onder controle te krijgen. Een goed voorbeeld hiervan is de slowmotiontechniek, waar de stotteraar de uitspraakbewegingen in een vertraagd tempo leert uit te voeren. Een andere techniek is de Hausdörfermethode waarmee men de stotteraar leert vloeiend spreken door te zingen.

Conclusie

Bemoedigende vaststelling bij dit alles is dat er dus nog hoop is voor zowel de jonge als de volwassen stotteraar. Ruim één derde van de stotteraars herstelt volledig van zijn spraakstoornis. Stotteraars zonder noemenswaardige problemen, hebben in vele gevallen genoeg aan een gespecialiseerd therapeut. Wanneer zijn spraakstoornis gecombineerd wordt met andere problemen, is een revalidatiecentrum in de meerderheid der gevallen het meest aangewezen.

Lees alles over gezondheid op http://LeefGezonder.blogspot.com


Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden