Kreta, het grootste en bekendste Griekse eiland

Inleiding

Het eiland Kreta lig in de Middellandse Zee en is het zuidelijkste eiland onder het vasteland van Griekenland. In lengte is het eiland ongeveer 300 kilometer en in breedte 60 kilometer. Voor sommigen is het bekend door de zomerse uitgaansstadjes Chersonissos en Malia, maar er is zoveel meer op dit mooie eiland. In dit artikel zal ik u er wat meer over vertellen.

Algemeen

Op Kreta kom je, vergeleken met het vasteland van Griekenland in een heel andere wereld. De bevolking heeft eigen tradities, een eigen dialect en kretenzer muziek. In eerste instantie lijken Kretenzers wat stug, maar als je eenmaal met ze in gesprek komt, valt dat erg mee.

Het eiland heeft een verleden van bezettingen door Romeinen, Venetianen, Turken en ook de Duitsers hebben hier 'vertoefd'. Je zult er nog veel van terug kunnen zien als je het eiland gaat verkennen, maar ondanks dat, of juist daarom, houdt men vast aan de oude tradities en cultuur.

In bergdorpen staat soms de tijd stil en kun je oudere bewoners te ezel tegenkomen. Als je groet (Yassas!) wordt er steevast teruggegroet. Het is geen uitzondering als je al slenterend door een dorpje bij een bewoner wordt uitgenodigd op het terras of in de woonkamer. Bij een koffie (als het warm is wellicht een frappe) of een raki (spreek uit raatsjie) zul je als Nederlander vaak verhalen horen over de bezettingen of over familieleden, die ook in Nederland zijn geweest; als zeevarende of soms als gastarbeider.

Het voorjaar is de mooiste periode van het jaar om Kreta te ontdekken: bijna overal zie je bloemen, groene natuur en is het bovendien nog rustig voor wat toeristen betreft. Ook vanwege de nog redelijke temperatuur, die dan gemiddeld zo'n 25°C is. Soms krijg je als je een 'rustige' vakantie boekt bij een reisorganisatie er een auto bij. Dat is vaak wel nodig, omdat het appartement of hotel dan vaak een aantal kilometers van de kust verwijderd is en ook kan het zijn, dat je voor eventuele boodschappen naar een ander dorpje moet rijden.

Helaas voor 'ons' wordt in steeds meer dorpjes geprobeerd een graantje mee te pikken in het toerisme. Dit is heel begrijpelijk, omdat de bewoners het niet altijd even makkelijk hebben, maar zo verliezen de dorpjes soms de authenticiteit, die juist zo typerend is. Zo zie je dan bij een lokale 'kruidenier' allerlei souveniers, stands met ansichtkaarten, zwembanden, luchtbedden en imitatie-parfums, etc. etc. buiten staan.

Het klimaat

Een van de redenen, waarom men op vakantie naar Kreta gaat, is zeker het klimaat: de zomers warm en de winters erg zacht. Alhoewel men zegt, dat de gemiddelde temperatuur 10 graden is, kan het vaak tot eind november en zelfs in december nog regelmatig rond de 20 graden zijn. De Kretenzers vinden het, als het inderdaad rond de 10 graden is, al ijskoud. In januari is het vaak alweer redelijk weer op Kreta. In maart en april heb je er meestal al veel zon, maar er is dan ook grote kans op flinke regenbuien, die zorgen, dat het water van de bergen naar beneden kolkt. Soms is het na een dag of 2 over, maar het kan zomaar een week of 2 duren, voordat de flinke buien voorbij zijn. Is het echter droog en zonnig dan is het in die periode een prima klimaat om er op uit te trekken. Ook kun je als zonaanbidder in april vaak al genieten van de warme zon. Zoek dan wel een beschutte plek, want de wind kan nog koud aanvoelen. Je krijgt van de bewoners van het eiland dan ook vaak te horen, dat het nog veel te koud is voor zonnen en zeker voor de zee. Maar als je bedenkt, dat bijvoorbeeld de Noordzee nooit veel warmer wordt, dan de Middellandse Zee in het voorjaar al is, kun je het beter zelf proberen.

In mei begint het zomerse weer te komen en kun je verrast worden door een hittegolf en is het soms al 30 graden. Vanaf juni kunnen de middagtemperaturen oplopen tot zo'n 40 graden. De warmste maanden zijn over het algemeen juli en augustus; dan is het voor velen te warm om erop uit te trekken. Wil je toch wat van het eiland zien, wat zeker de moeite waard is, huur dan een auto met airconditioning en trek de bergen in of bezoek de grotten van Zeus op het Lasithiplateau. Het kan dan gebeuren, dat je het zelfs even koud krijgt; dus neem een vest of jasje mee!

De zomer houdt vaak aan tot half oktober en soms zelfs tot in november, daarna wordt het langzaam minder warm en tegen de avond koelt het ook snel af. Dan is het gedaan met 's avonds, tot laat, buiten kunnen zitten. Ben je in de gelegenheid om in de winter op Kreta te zijn, probeer de zee znog een keer: het zal je verbazen hoe aangenaam de temperatuur van het zeewater nog is. Zeker als je onze koude Noordzee bent gewend.

Bezienswaardigheden

Er is genoeg te zien op Kreta; hieronder volgen een aantal bezienswaardigheden:

De Knossos : beroemde hoofdstad van het Minoïsche Kreta, te vinden op vijf kilometer ten zuiden van Heraklion. N.B. De meeste opgravingen van waarde zijn echter in een museum in Heraklion opgesteld.

De Samariakloof : de grote kloof, die 16 kilometer lang is. Dit is een zware 'loop'-excursie, waar je goede berg- of wandelschoenen voor moet aantrekken. Je moet niet alleen veel lopen, maar ook over rotsen en soms waterstroompjes de kloof afdalen. Neem ook wat water mee en trek makkelijke kleding aan en zeker een pet of hoed tegen de zon.

De Imbroskloof : de kleine kloof, die 7 kilometer lang is. Deze loopt van het bergdorpje Imbros naar het plaatsje Komitades aan de Libische zee. Ook voor deze 'loop' geldt: goede berg- of wandelschoenen aantrekken en neem iets te drinken mee. De wandeling begint 's ochtends in de schaduw en gaandeweg zal het warmer en zonniger worden. Begin je met een vest of een jasje aan; tegem de middag zul je blij zijn met een pet of hoedje.

Het Lassithiplateau: Een geweldige streek om doorheen te rijden en te genieten van het uitzicht is dit plateau, dat ten zuiden van Chersonissos ligt. Het is goed te doen met een huurauto of op de motor. Onderweg kun je naar de grot van Zeus, kom je langs een mooi klooster en zie je nog wat (restanten van) oude windmolens.

Amari: een typisch Kretenzisch dorp in het hart van Regio Rethymnon, ten zuiden van Rethymnon stad. Het dorpje wordt bewoond sinds de Byzantijnse tijd en vroeger was het een vakantieoord voor de aristocratie. Amari ligt in een groen bergachtig gebied, vol sinaasappelbomen en olijfbomen. Hier bevindt zich het kerkje van Agia Anna met muurschilderingen uit 1225. Het centrum van Amari is vergelijkbaar met andere traditionele Kretenzische dorpen. Een Kafeneion, een bakker, een minimarkt en natuurlijk de kerk.

Vergeet je fototoestel niet!

Bekende plaatsen

De wellicht meest bekende toeristische plaats (vol hotels, restaurants en vertier) is Chersonissos,net ten oosten van het vliegveld van Heraklion, maar het ligt wel aan het strand. Helaas is er veel strand verloren gegaan door de aanleg van de boulevard en de vele eetgelegenheden en winkeltjes. Koutouloufari ligt een kilometer boven het drukke Chersonissos, maar eenmaal boven merk je hier niet veel van de drukte beneden. Stalis, Malia en Sisi liggen weer een stukje verder en zijn veel rustiger dan Chersonissos, maar denk niet dat je hier een hele rustige vakantie zult hebben (behalve in het voorseizoen, daar een gedeelte van de lokale ondernemers pas tegen het hoogseizoen opengaan. In alledrie deze plaatsen zijn ook veel verschillende restaurantjes. Wees niet verbaasd als je een Nederlands restaurant of een MacDonald tegenkomt.

Agios Nikolaos en Elounda (wat verder ten oosten van Heraklion); Rethymnon en Chania (ten westen van Heraklion)zijn grotere steden en ook behoorlijk toeristisch. In deze steden zijn nog burchten en forten uit 'oude' tijden. Chania heeft overigens een eigen vliegveld. Verder nog in het zuiden: Aghia Galini, Preveli met een mooi binnenmeer en Ierapetra.

Matala is wereldberoemd door de krijtrotsen met grotten. Deze werden door de Minoïsche beschaving gebruikt als graftombes. Eind jaren zestig echter werden de holen door hippies gebruikt als slaapplaats. Tegenwoordig is het een toeristische attractie.

Natuur

Heb je oog voor overweldigende ongerepte natuur dan trek je het beste naar West-Kreta. Daar is het soms heel erg groen (olijfbomen), maar ook weer ruig met hoge bergen en diepe kloven. Soms kom je in dorpjes waar werkelijk nog geen toerisme is en kom je bij de kust dan zie je prachtige zandstranden en helder azuurblauw zeewater.

Er groeien meer dan 2000 soorten planten en bloemen. De meest zeldzame soorten worden in de bergen gevonden. Ook wilde kruiden worden voornamelijk in de bergen gevonden, zoals salie, marjolein, tijm en dragon. Op een lokale marktjes kun je vaak veel van die kruiden kopen.

In het voorjaar is de natuur het uitbundigst; er bloeien dan fruit- en amandelbomen, granaatappels, brem, oleanders en kastanjebomen. De weiden en velden zijn bedekt met klaprozen, anemonen, narcissen, cyclamen en wilde tulpen. Op de berghellingen groeien geurige kruiden als tijm, oregano, salie en munt en een kleine soort orchideeen.

Kreta heeft naar schatting 15 miljoen olijfbomen en is ook rijk aan citrus-, bananen- en kiwibomen. Langs de stranden staan vaak struiken en in Vai of Préveli een bijzonder soort palmen die alleen op Kreta voorkomen.