Mogelijke complicaties bij het geven van sondevoeding

Inleiding

Bij het geven van sondevoeding aan een zorgvrager kunnen de volgende complicaties optreden. Overleg bij complicaties altijd met een arts over de te nemen maatregelen.

Aspiratie (inhaleren van voeding)

Oorzaken:

  • stoornis in de maagontlediging
  • dislocatie van de sonde
  • houding van de cliënt in bed

Maatregelen:

  • stop de voeding onmiddellijk
  • ga over op continu toediening in plaats van portie toediening
  • plaats de sonde in het duodenum
  • pas de snelheid van de voeding aan
  • verhoog het hoofdeinde van het bed.

Irritatie van de voedingssonde in de neus/keel

Oorzaken:

  • te dikke of te stugge sonde
  • foute bevestiging: de sonde dient zodanig bevestigd te worden dat deze kan meebewegen met de slikbeweging

Maatregelen:

  • breng een dunne soepele sonde in: PUR of silicone afhankelijk van de dikte van de voeding
  • breng de sonde eventueel in een ander neusgat in

Diarree

Oorzaken:

  • als alleen sondevoeding wordt gegeven is ontlasting altijd dun
  • vaak wordt diarree niet veroorzaakt door de voeding, maar door medicatie (antibiotica) of het onderliggende ziektebeeld

Maatregelen:

  • gebruik altijd een opbouwschema bij een zorgvrager die langer dan 3 dagen geen voeding/vocht per os heeft gebruikt of bij een slecht functionerend maag/darmkanaal
  • pas de toediengssnelheid van de sondevoeding aan:
  • verminder bij continu toediening de snelheid
  • schakel bij portietoediening tijdelijk over op continu toediening of op een kleiner volume per portie
  • schakel eventueel over op toediening via een enterale voedingspomp
  • controleer de temperatuur van de sondevoeding
  • pas de concentratie van de sondevoeding aan, ga over op sondevoeding met een lagere concentratie
  • dien extra vocht toe, bijvoorbeeld 1 liter ORS
  • ga eventueel over op andere voeding, bijvoorbeeld vezelrijke voeding
  • bij portievoeding kan de oorzaak van diarree en buikkrampen zijn dat de sonde zich verplaatst heeft naar de darmen, ga dus na of sonde nog goed zit

Irritatie van de mondholte

Oorzaken:

  • onvoldoende stimulatie van de speekselklieren
  • ontsteking
  • te laat vernieuwen van de sonde

Maatregelen:

  • laat de zorgvrager, mits toegestaan, regelmatig de mond spoelen of iets drinken
  • laat de zorgvrager, mits toegestaan, kauwen op kauwgom, zuurtje, zuigtablet, pepermuntje of ijsblokje
  • zorg voor een goede mondverzorging
  • laat de zorgvrager het kunstgebit 's nachts uitdoen
  • vernieuw de sonde tijdig: PVC sonde: 1x per week, PUR sonde 1x per 6 weken

Maagretentie

Oorzaken:

  • verminderde maag/ darmmobiliteit
  • te hoge toedieningssnelheid
  • te groot volume per portie

Maatregelen:

  • onderzoek de buik en stop met voeden
  • overleg met de arts
  • verminder de toedieningssnelheid
  • ga eventueel over op continue voeden

Misselijkheid, braken en opgeblazen gevoel

Deze complicatie treedt vooral op bij het starten van sondevoeding, voornamelijk bij oncologische zorgvragers met maag-ontledigingsstoornissen.

Maatregelen:

  • preventief: gebruik een opbouwschema bij cliënten die lange tijd niet via de normale weg voeding tot zich hebben genomen of bij een slecht functionerend maag-darmkanaal
  • uitsluiten van een ileus of een gestoorde darmperistaltiek
  • stop bij plotseling heftig braken onmiddellijk de sondevoeding en sluit een ileus uit.
  • dien de sondevoeding uitsluitend toe op kamertemperatuur
  • pas de concentratie van de sondevoeding aan

Obstipatie

Oorzaken:

  • te weinig vocht
  • pijnstillende medicatie
  • cytostatica (medicijnen tegen kanker) die de motoriek van de darm verminderen
  • neurologische aandoeningen die de motoriek van de darm verminderen
  • geen of te weinig lichaamsbeweging

Maatregelen:

  • ga na of er echt sprake is van obstipatie
  • ga na of de benodigde hoeveelheid per 24 uur wordt toegediend
  • ga de totale vocht inname na, de totale voeding dient minimaal anderhalve liter vocht te bevatten, bij obstipatie zeker 2 liter
  • ga eventueel over op vezelrijke sondevoeding
  • overleg met de arts over toediening van laxantia of klysma

Prikkelhoest en opgeven van voeding

Oorzaken:

  • verschuiving van de sonde, de sonde bevindt zich niet meer op de maag of darm
  • prikkelhoest kan een signaal zijn voor aspiratie

Maatregelen:

  • stop sondevoeding onmiddellijk
  • controleer of sonde nog in de maag zit

Verstopping van de sonde

Oorzaken:

  • dislocatie of knik in de sonde
  • er is medicatie achtergebleven in de sonde
  • de sonde is niet goed doorgespoeld

Maatregelen:

  • stop sondevoeding onmiddellijk
  • breng bij vermoeden op dislocatie of een knik in de sonde in overleg met de arts een nieuwe in
  • spoel sonde krachtig door met een kleine spuit
  • als de verstopping zichtbaar is probeer die plek dan zachtjes te kneden en de verstopping door te spuiten met water
  • in opdracht van de arts kan geprobeerd worden met natriumcarbonaat de verstopping op te heffen, laat dit eventueel een aantal minuten inwerken en probeer dan opnieuw. Doe dit niet als de sonde verstopt is door medicijnen, dit vanwege de mogelijke interactie tussen beiden.

Meer informatie over de gezondheidzorg

Hieronder vind je meer inhoudelijke informatie over de wet BIG en WGBO:

De Wet op Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

De wet BIG (De Wet op Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg)

Voorbehouden en risicovolle handelingen in de gezondheidszorg (BIG)

Bevoegd en bekwaamheid voor voorbehouden handelingen in de gezondheidszorg

Hieronder vind je artikelen over verpleegkundige en sondevoeding:

Verpleegtechnische vaardigheid sondevoeding toedienen

Medicatie toedienen bij zorgvragers met sondevoeding

Mogelijke complicaties bij het geven van sondevoeding

Hieronder vind je artikelen over verpleegkundige en injecteren:

Wat is Intramusculair injecteren

Wat is Subcutaan injecteren