Opleiding verpleegkundige - omgaan met medicijnen

Inleiding

Wanneer je de opleiding tot Verpleegkundige volgt, mag je met medicijnen gaan werken. Dit mag je natuurlijk niet zomaar doen omdat er door een kleine vergissing al een grote fout gemaakt kan worden, die in sommige gevallen voor grote gevolgen kan zorgen. In dit artikel kunt u alles lezen over de basiskennis van medicijnen.

Laten we beginnen met de officiële geneesmiddelen, vaak hebben die hun eigen benaming. Elk geneesmiddel heeft namelijk zijn eigen drie namen: de handelsnaam, de stofnaam en een officiële naam of een soortnaam.

Een voorbeeld

Als voorbeeld neem ik het bekende medicijn Valium. Valium is de handelsnaam: dat is dus de naam die de fabrikant aan het medicijn gegeven heeft. Achter elke naam van een geneesmiddel wordt dit teken gezet: ®. De betekenis van dit teken is: dit is een beschermde naam die alleen door de producent gehanteerd mag worden.

Bij elk geneesmiddel is een bijsluiter verplicht. In een bijsluiter staat veel informatie, de gegevens over het medicijn en bijvoorbeeld de bijwerkingen die op kunnen treden.

Geneesmiddelen voorschrijven

In Nederland zijn er twee manieren die legaal zijn om aan medicijnen te komen. Heel wat medicijnen zijn vrij verkrijgbaar. Denk hierbij maar aan paracetamol. Maar ook veel medicijnen zijn alleen op naam met een recept te krijgen bij de apotheek. Een recept moet minimaal de volgende gegevens bevatten:

  • Naam, voorletters en het adres van de voorschrijvende arts
  • De datum van voorschrijven
  • De naam van het geneesmiddel
  • De af te leveren hoeveelheid en de sterkte van het medicijn
  • De naam, voorletters, geboortedatum en het adres van de zorgvrager
  • Wijze van gebruik
  • Handtekening of paraaf van de voorschrijvende arts.

De verschillende werkingen van geneesmiddelen

Misschien weet je al dat de woorden geneesmiddel en medicijn dezelfde betekenis hebben. Het woord geneesmiddel betekent namelijk letterlijk dat het om een middel gaat dat iets hoort te genezen. Toch kunnen erg veel geneesmiddelen verschillende werkingen hebben.

Symptoombestrijders

De meeste geneesmiddelen genezen niet echt maar verlichten alleen de pijn. Hiermee nemen ze dus niet de oorzaak van de pijn weg. Een goed voorbeeld hiervan is Paracetamol. Wanneer je bijvoorbeeld kiespijn hebt kun je Paracetamol slikken, de pijn zal hierdoor minder worden, maar de oorzaak van de pijn wordt niet verholpen.

Tekorten aanvullen

Bij tekorten aan bepaalde stoffen in het lichaam kun je bijvoorbeeld denken aan ijzertekort. Een gevolg van ijzertekort kan bloedarmoede zijn. Door middel van ijzerpreparaten worden deze tekorten weer aangevuld.

Profylactische werking

Bij profylactische therapie worden er geneesmiddelen toegediend om het ontstaan van een ziekte te voorkomen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de griepprik. Deze prik krijgt iemand om bij hem te voorkomen dat hij de griep krijgt. Zo bestaan er bijvoorbeeld ook injecties tegen tetanus en kinderziektes!

De verpleegkundige en geneesmiddelen

Wanneer je een verpleegkundige bent word je vaak geconfronteerd met geneesmiddelengebruik. Het kan voorkomen dat je mensen moet begeleiden met hun medicijngebruik. Dit kan bestaan uit het voorlichting geven over het medicijn, of je kunt de volledige verantwoording over het medicijngebruik krijgen. Zorg hierbij dat alles goed gerapporteerd en overgedragen wordt om misverstanden te voorkomen.