Over leer

Inleiding

Leer is een natuurproduct, zoals hout. Het wordt meestal gemaakt van huiden van zoogdieren, die meestal gehouden worden voor het vlees, melk en eventueel wol, waarbij het leer een zogenaamd bijproduct is. Soms wordt leer ook gemaakt van andere dieren zoals reptielen. De kwaliteit is maar voor een klein deel afhankelijk van de manier waarop het afgewerkt wordt. Belangrijker zijn de eigenschappen van het dier, zoals de soort, het geslacht, leeftijd, ras, brandmerken, of het wild was, en de voeding. Ook het klimaat waarin hij heeft geleefd is belangrijk, evenals of hij binnen prikkeldraad gelopen heeft. Dan heeft het dier zeker beschadigingen waardoor de huid soms niet gebruikt kan worden. De beste huiden komen van koeien die geen kalven hebben gehad, waardoor de huid niet is opgerekt. Hierbij is ook als voordeel dat deze koeien niet gemolken zijn.

Productie

Elk dier heeft littekens, insectenbeten, mestresten, plooien (vooral bij de oksels en dergelijke, zwakkere huid) en schrammen. Bij een goede huid maakt het niet uit of er genezen wonden en dergelijke aanzitten. Delen van de huid met slecht genezen wonden zijn niet goed, en deze delen kunnen niet gebruikt worden om te verwerken, omdat zij meer kleurstoffen opnemen. Hierdoor ontstaat een donkere vlek. Mestresten kunnen funest zijn omdat zij het leer verzwakken.

Het gebruik van leer bestaat al heel lang. Het is zeker dat mensen dit meer dan 5000 jaar geleden al deden. In die tijd gebruikte men het uitsluitend voor kleding, wat in die tijd bescherming was tegen vooral de kou. Het punt was alleen dat de huiden gingen rotten nadat ze van het karkas van het dier waren gescheiden. Daarom hebben mensen in die tijd al het looien uitgevonden. Hierdoor gaat het niet rotten en kan je er iets van maken.

Voordat het looien begint, wordt het dier gevild, waarbij de huid gescheiden van het karkas wordt. Dit kan handmatig maar ook mechanisch gebeuren. De huid die van het dier afkomt, wordt de verse ongelooide huid genoemd.

Vervolgens worden maatregelen genomen om de huid te conserveren, oftewel ervoor te zorgen dat het vocht eruit gaat en dat het er niet meer in kan. Vocht in de huid zorgt voor het ontbindingsproces. Het proces van conserveren wordt officieel geen looien genoemd. De huid kan op drie manieren worden geconserveerd;

  • Drogen. Dit is de oudste manier om leer te conserveren. De huid wordt in de zon gedroogd. In Nederland is dit natuurlijk niet altijd mogelijk, zeker omdat het drogen snel moet gebeuren anders begint het te rotten.
  • Brijnen (ook wel pekelen genoemd). Hierbij wordt de huid ondergedompeld in een pekeloplossing.
  • Zouten. De huiden worden gezouten en op elkaar gelegd. Hierdoor verdwijnt het vocht uit de huid. Zouten is belastend voor het milieu. Een combinatie van zouten en drogen is ook mogelijk.

Na het conserveren is de ongelooide huid ontstaan en die wordt naar een looier gebracht. Hier wordt de huid met vocht bewerkt, waardoor het opnieuw de verse ongelooide huid wordt. Vervolgens worden de opperhuid (epidermis) en de haren verwijderd door middel van een alkalisch chemische behandeling. Ook dit gebeurt met vocht, waardoor het leer kwalitatief iets minder wordt. De onderhuid (onderhuids (bind)weefsel, hypodermis), vlees, vet, spieren en bloed worden verwijderd met een schraapmachine. Dit heet ontvlezen en van dit leer worden schoenzolen gemaakt. Uiteindelijk blijft de middelste laag van de huid over, de lederhuid of dermis. Deze is opgebouwd uit de nerf laag en de vlees- of reticulaarlaag en wordt nog ontkalkt, waarna het een vel wordt genoemd, en kan worden gelooid. Van deze laatstgenoemde laag wordt (vlees) splitleer gemaakt. Hier wordt nog een stuk afgehaald voordat het splitleer is. Splitleer is te herkennen aan dat het zacht aanvoelt. Meestal wordt dit gebruikt bij bijvoorbeeld schoenen. Splitleer moet niet verward worden met bijvoorbeeld Suède leer, want dit is leer van de volledige lederhuid dat opgeruwd/ opgeschuurd is. Dit is van betere kwaliteit. Ook de nerflaag kan verwijderd worden. Dan is het gecorrigeerd leer. Dit heeft een glad uiterlijk. Als de nerflaag blijft is het zogenaamd ‘volnerfleer’.

Leer looien: een vak apart!

Er zijn verschillende methodes om leer te looien. Het gebeurt met looistoffen, die officieel Tannines worden genoemd. De huiden worden samen met de looistoffen in een groot rond ronddraaiend vat gedaan. Hierdoor worden zij voor altijd geconserveerd met de looistoffen. Er zijn drie methodes om leer te looien:

  1. De oudste is de plantaardige, die al sinds de prehistorie hetzelfde principe heeft. Hierbij wordt het leer bewerkt met plantaardige stoffen zoals oude vruchten, boomblaadjes, boomschors en hout. Het proces van de plantaardige looiing duurt lang, omdat het in verschillende vaten wordt gedaan, die telkens meer looistoffen hebben. Dit wordt de lavengang genoemd en die kan tot 30 dagen duren.
  2. Aan het einde van de 19e werd de minerale looiing uitgevonden, ook wel chroomlooiing genoemd. Hierbij wordt het leer gelooid met chroom, aluminium, zwavel, gallaszuur of ijzerzouten. Dit proces gaat sneller maar is wel meer belastend voor het milieu. Dit wordt meestal toegepast en duurt ook niet lang. Tot slot zorgt deze looimethode voor veel goede eigenschappen bij het eindproduct.
  3. Organisch gelooid leer is leer gelooid met organische producten zoals levertraan, formaldehyde of synthetische (kunstmatige) stoffen.

Een combinatie van deze methoden is ook mogelijk.

Leer gelooid met minerale stoffen is wet blue leer, en leer gelooid met plantaardige stoffen is ongetouwd.

Na het looien zijn vetleer, grauwleer of overleer ontstaan.

Leerdikte

Na het looien wordt de dikte van het leer bepaald. Met een machine wordt dit gemeten en als het gewenst is wordt het leer dunner gemaakt met een schuurmachine. Meestal is het zo dat een huid in het midden dikker is, wat dus niet gewenst kan zijn. In dit geval is het leer rond, in tegenstelling tot een vlakke huid, waarbij de huid van zichzelf overal dezelfde dikte heeft. Vol en slap is een aanduiding voor een stevige of een slappe huid.

Afwerking

Vervolgens wordt het leer uitgestrekt. Hierdoor wordt de huid zo plat mogelijk gemaakt. Tot slot van het looiproces wordt het leer afgewerkt met:

  • - chemische verf;
  • - voeden (met vetstof, dat zorgt voor betere eigenschappen);
  • - meer verf en/ of voedingsstoffen.

Hierna is het leer onder te verdelen in drie categorieën, afhankelijk van de afwerking:

  • - Aniline (geverfd leer zonder beschermlaag, maar wel een mooi uiterlijk)
  • - Semi-aniline (geverfd leer met beschermlaag)
  • - Gepigmenteerd (met beschermlaag).

Afwerken gebeurt door kwasten en- of rollers, of grote ronddraaiende trommels. Leer kan ook geverfd worden door onderdompeling. Als leer geverfd wordt, gebeurt dit altijd met aniline verf. Hierbij is het mogelijk leer door en door te verven, of minder intensief.

Na de laatste afwerkingen wordt het leer nog:

  • Gedroogd. Hierbij verharden de huiden weer. Met het zogenoemde walken (kneden) wordt het leer weer soepel gemaakt.
  • Geklopt om het steviger te maken of stollen om het soepeler te maken
  • Gladgemaakt, gestreken of opgerekt om een mooiere nerf (de vouwen, randjes en strepen die in het leer zitten) te krijgen. Verder kan het gegreineerd, gegraufreerd, gelakt en glanzend gemaakt worden.
  • Eventueel opgeschuurd, waardoor het zachte effect van bijvoorbeeld Suède ontstaat.

De huid

De huid wordt onderverdeeld in drie stukken; de hals (nek), croupon (achtereind) en de lies (of flanken). De stukken hebben een verschillende dikte en stevigheid.

Een huid van een volwassen rund kan een oppervlak hebben van 5 tot 6 vierkante meter. De dikte is (voor het bewerken) 4 tot 6 mm dik.

Een huid van een klein dier zoals een konijn wordt een vel genoemd.

Alle leersoorten

Als eindproduct wordt leer onderverdeeld in de volgende categorieën. Sommige leersoorten die hier niet genoemd staan vallen onder de volgende soorten;

  • Wax/ olie leer. Dit heeft een pull- up effect en wordt gemaakt van aniline leer.
  • Schapenleer. Dit is geschikt voor een antieke look.
  • Tuigleer. Verkrijgbaar met en zonder beschermlaag.
  • Splitleer (vleessplitleer).
  • Old Saddle.
  • Bycast. Heeft een pull- up effect en wordt aniline geverfd.
  • Microleer.
  • Piloten (Bomber) leer
  • Nubuck en Suède (Velours, bukskin). Wax, Destroy en geolied vallen hieronder.
  • Imitatieleer (Leatherlook, kunstleer). Dit kan een pull- up effect hebben. Het wordt ook wel skai genoemd, maar dit is een merknaam. Het kan met verschillende prints worden geproduceerd, waardoor verschillende soorten leer kunnen worden geïmiteerd. Ook koeienhuiden kunnen imitatieleer zijn, door bijvoorbeeld een print van slangenleer te hebben. Dan is dat dus imitatieslangenleer, met de eigenschappen van koeienleer.
  • Zoolleer.
  • Schoenenbovenleer.
  • Industrieel leer.
  • Perkament. Dit is schrijfmateriaal dat eigenlijk ook leer is, wat heel vroeger gebruikt werd. Tegenwoordig wordt het alleen voor kostbare boeken en dergelijke gebruikt. Het kan ook als lampenkap gebruikt worden.

Een pull- up effect wordt verkregen door het leer tijdens het looien een coating te geven, waardoor de kleur oplicht als je het leer straktrekt of vouwt.

Schoenenfabrikanten gebruiken het meeste leer, 50 % van de hele productie. 25 % wordt gebruikt door kledingfabrikanten, 15 % door meubelmakers en de rest voor bijvoorbeeld tassen.

Algemene eigenschappen van leer

De eigenschappen zijn afhankelijk van de manier van afwerken. De algemene eigenschappen van leer zijn dat het brandwerend is, kan aardig goed tegen water, is goed bestand tegen schimmel en het is stevig. Leer kan slecht tegen zweet, maar ademt goed, waardoor het geschikt is als kleding, schoenen en meubelstof. Goed leer verkleurt niet, kan tegen scherpe voorwerpen, heeft een goede finishlaag (bij old saddle kan de finishlaag weggaan, omdat het gemaakt wordt met oude methodes en dit is dan ook de charme ervan), scheurt niet in en heeft een goede kleur. Zoals eerder gezegd is het belangrijk of het dier waar het leer vanaf komt goed geleefd heeft. Als dit niet zo is, is het niet mogelijk er goed leer van te maken. Kleurnuances kunnen altijd voorkomen. Ook dit heeft te maken met hoe de huid gegroeid is.

Dieren waar leer van gemaakt kan worden

Leer wordt gemaakt van huid. Van alle soorten huid kun je dus leer maken. Het meeste leer wordt dus gemaakt van zoogdieren, en dan meestal runderen. Voorbeelden zijn koeien, schapen, paarden, herten, geiten en varkens. Qua bekendheid komt op de tweede plaats reptielen, zoals slangen. In Nederland is slangenleer verboden, maar dit geldt niet voor alle landen. Het is dus mogelijk om van elke huid leer te maken, maar op iets grotere schaal wordt er ook leer gemaakt van de huid van vogels en vissen zoals haaien, zalm en baars. Het leer van haaien wordt segrijn genoemd. Dit krijgt een beetje vernieuwde populariteit, die rond het jaar 1900 in de Art Nouveau- stijl ook bestond. Verder worden er tegenwoordig ook leerproducten gemaakt van kikkerhuiden en van koeien ingewanden.

Gevoeligen lees dit niet

En ja, het is ook mogelijk om van mensenhuid leer te maken. Hier worden kunstwerken van gemaakt. Er zijn ook vlaggen van menselijk leer. Vanaf de 13e eeuw tot het einde van de 18e werden er boeken van gemaakt. Vooral tijdens de Franse Revolutie gebeurde dit. Verder zijn er ook gekken geweest die kleding van menselijk leer droegen en maakten Nazi’s waarschijnlijk lampenkappen van menselijk leer. Een schizofreen seksueel gefrustreerde psychopaat in de Verenigde Staten maakte ooit zeker lampenkappen van menselijk leer, maar ook stoelleuningen.

Als je zometeen gaat eten moet je hier niet op klikken!

Links