Populatiegroei

Wat is een populatie en hoe groeit deze

Een populatie is een groep dieren van dezelfde soort die onderling vruchtbare nakomelingen produceren. Er zijn talloze manieren om de grootte van een populatie te meten, maar meer daarover in Populatie en populatiegrootte.

Hoe groeit een populatie

Meestal heerst er een evenwicht binnen een populatie. Bijvoorbeeld een populatie konijnen hangt ieder jaar, rondom de 300. Toch zijn er ieder jaar veranderingen in het aantal waarneembaar, het ene jaar zijn het er wat minder dan 300 en het andere jaar juist weer wat meer dan 300.

Als er bijvoorbeeld veel voedsel is zal de populatie toenemen, als er weinig voedsel is zal de populatie afnemen. Ook het aantal roofdieren heeft een belangrijke invloed op de populatiegrootte.

De factoren die van invloed zijn op de grootte van de populatie kun je in twee categoriën indelen; de biotische en abiotische factoren. Biotisch staat voor de levende omgeving en abiotisch voor de niet-levende omgeving.

Onder biotische factoren vallen:

  • Het aantal roofdieren, hoe meer roofdieren, hoe kleiner de populatie zal zijn
  • Het aantal prooidieren, hoe meer voedsel, hoe groter de populatie
  • het aantal verschillende ziekteverwekkers, hoe meer daarvan, hoe meer dieren zullen sterven
  • Het aantal onvruchtbare nakomelingen, zorgt ervoor dat de populatie af zal nemen
  • Het ontstaan van mutaties, indien positief zorgt voor een toename van het aantal dieren, al dan negatief zorgt voor een afname van het aantal dieren
  • Het immigreren van een nieuwe soort in hetzelfde leefgebied, wat bijvoorbeeld kan leiden tot concurrentie om voedsel

Onder abiotische factoren vallen:

  • Verandering van temperatuur, ineens veel kouder of warmer worden van een gebied
  • Verandering van bodemgesteldheid, kleigrond, zandgrond, veengrond waardoor er niet meer op geleefd kan worden
  • Verandering van de hoeveelheid water, wordt het ineens te droog of overspoelt het gebied juist steeds?

Deze factoren kunnen er voor zorgen dat een bepaalde diersoort niet meer op die plaats zou kunnen blijven leven, en zal moeten migreren of uitsterven.

Voor de berekening van de grootte van een populatie moet je rekening houden met het sterftecijfer, het geboortecijfer, de immigratie en de emigratie.

Populatiegroei in grafieken

Populatiegroei kun je weergeven in grafieken. Er zijn twee typen grafieken.

Afb.1. Zo ziet de J-curve eruit!

De J-curve

De eerste grafiek heet ook wel de J-curve (zie afbeelding 1).

In dit geval betreedt een populatie een nieuw ecosysteem of wordt er voedsel aangeleverd (zoals bijvoorbeeld bij bacteriën in het laboratorium).

Een populatie zal dan enorm snel in aantal toenemen, er zijn nog weinig beperkingen. Deze groei is exponentieel en ziet er in een grafiek uit als de letter J.

Afb.2. Zo ziet de S-curve eruit!

De S-curve

De tweede grafiek, heet ook wel de S-curve (zie afbeelding 2).

In dit geval is de populatie al een tijdje in een gebied aanwezig en gaan factoren tegenwerken zoals predatie en er moet gestreden worden om voedsel, waardoor zwakkere en oudere dieren sneller zullen sterven. De populatie komt in dit geval rondom een bepaalde waarde in evenwicht.

Afwijkende curve

Soms is er nog een anders gevormde curve. Dit heeft te maken met bijvoorbeeld een plaag. De draagkracht van het ecosysteem wordt dan overschreden.

Een voorbeeld hiervan is dat teveel rupsen een boom kaal vreten, waardoor de boom sterft. Er zal het jaar daarop minder voedsel zijn, dus ook veel minder rupsen. De curve heeft dan eerst een evenwicht rondom een bepaalde waarde en het jaar na de plaag rondom de helft of minder van de eerste waarde.

Conclusie

Een populatie is onderhevig aan allerlei factoren die de mate van groei beïnvloeden.

Meestal schommelt de populatie rondom een bepaalde waarde, wat je kunt weergeven in een s-curve. De populatie kan ook enorm groeien en laat dan een J-curve zien of uitmonden in een plaag en dan juist een enorme afname laten zien.

Wil je verder lezen over ecologie of stofwisseling? Kijk dan eens naar de volgende artikelen: