Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

De posttraumatische stressstoornis, kortweg PTSS, is een psychische aandoening. De aandoening ontstaat als gevolg van een traumatische ervaring. Meestal gaat het om levensbedreigende situaties, situaties waar van fysiek geweld sprake is geweest en situaties die een bedreiging zijn geweest voor de fysieke integriteit van een persoon.

Symptomen van de posttraumatische stressstoornis

De posttraumatische stressstoornis gaat gepaard met de volgende symptomen:

  • Vermijden van herinneringen aan de traumatische gebeurtenis
  • Uitschakeling van emoties met betrekking tot de traumatische gebeurtenis
  • Door middel van nachtmerries en flashbacks beleeft de patiënt de traumatische gebeurtenis steeds opnieuw
  • Heftige schrikreacties
  • Extreem prikkelbaar en snel geïrriteerd
  • De ontwikkeling van een klinische depressie
  • Slecht slapen (ontwikkeling van een slaapstoornis)

Diagnose van de posttraumatische stressstoornis

De diagnose van de posttraumatische stressstoornis (PTSS) vindt plaats met behulp van criteria uit het DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders). In dit boekje staan alle psychiatrische aandoeningen en de criteria voor de bijbehorende diagnose beschreven.

In eerste instantie moet de patiënt een trauma hebben opgelopen door een levensbedreigende situatie. Dit kan een ervaring zijn waarin fysiek geweld is gebruikt of waar de fysieke integriteit van de patiënt is bedreigd. Een bedreiging van de fysieke integriteit is bijvoorbeeld het geval bij verkrachting of mishandeling. De eerder genoemde symptomen moeten optreden. Zo moet de patiënt het voorval steeds herbeleven door middel van nachtmerries en flashbacks. De patiënt probeert prikkels en symbolen die aan de traumatische gebeurtenis doen denken, te vermijden. Soms is het zo dat de patiënt de gebeurtenis in zijn of haar hoofd steeds opnieuw afspeelt.

Behandeling van de posttraumatische stressstoornis

De twee methoden om de posttraumatische stressstoornis (PTSS) te behandelen bestaan uit cognitieve gedragstherapie en het voorschrijven van medicatie.

Behandeling PTSS met medicatie

Wanneer de patiënt naast de posttraumatische stressstoornis ook last heeft van een depressie, dan is het raadzaam om medicatie voor te schrijven. Hierbij moet men denken aan SSRI's (antipdepressiva) en angstremmers zoals benzodiazepines.

Behandeling PTSS met cognitieve gedragstherapie

Hoewel hiervoor genoemd is dat men medicatie kan voorschrijven bij de behandeling van de posttraumatische stoornis, is dit niet de behandeling met de grootste voorkeur. De voorkeur gaat over het algemeen uit naar cognitieve gedragstherapie. Er zijn verschillende vormen van cognitieve gedragstherapie waarmee PTSS kan worden behandeld. Deze worden hieronder genoemd.

Behandeling van PTSS met exposure

Exposure betekent letterlijk "blootstellen". De patiënt wordt bij deze behandelvorm blootgesteld aan situaties die de angst oproepen. Dit zijn dus situaties die doen denken aan de traumatische gebeurtenis. Het uitgangspunt is dat de angst minder wordt zodra de patiënt een aantal keer met de angst is geconfronteerd.

Systematische desensitisatie

Systematische desensitisatie is een bepaalde vorm van exposure waarbij een lijst wordt gemaakt van de gevreesde situaties. De patiënt wordt als eerst blootgesteld aan de situatie die het minst aan de traumatische gebeurtenis doet denken. De lijst is oplopend. Helemaal onderaan staat een situatie die het meest aan de traumatische gebeurtenis doet denken. De patiënt wordt pas aan deze situatie blootgesteld, wanneer alle andere situaties die minder angst opriepen, niet zoveel angst meer oproepen. Met andere woorden: wanneer de patiënt er echt klaar voor is om deze meest gevreesde situatie te ondergaan.

Flooding (implosieve therapie)

Bij flooding (implosieve therapie) wordt de patiënt meteen langdurig blootgesteld aan situaties die de angst oproepen. Het enige wat de patiënt kan doen is het accepteren en eraan wennen. Hierdoor zullen de angstklachten verminderen en kunnen zij op den duur zelfs verdwijnen. Het mag duidelijk zijn dat flooding of implosieve therapie als zeer heftig ervaren wordt door de patiënt.