Slecht horen: oorzaak en gevolgen

Slecht horen is nog niet doof

Slecht horen wordt meer en meer een veel voorkomend probleem. Bij ouderen omwille van hun leeftijd. Dat is logisch. Maar steeds meer aandacht wordt gevraagd voor ernstige gehoorproblemen bij de jeugd. Zij luisteren te dikwijls en te lang naar te luide muziek. Ze zijn zich nu nog niet bewust van de gevolgen van eventuele gehoorproblemen: zorgen voor later! Hoe komt het dat je slecht gaat horen en zelfs doof wordt?

 

Hoe werkt ons gehoor

We horen iets als we de trillingen van het geluid opvangen. Via de gehoorgang botsen de geluidsgolven tegen het trommelvlies. De trillingen verplaatsen zich via het middenoor en via het slakkenhuis naar de zenuwcellen en de gehoorzenuw die eindigt in de hersenen. De hersenen ‘herkennen’ het geluid.

Belangrijkste kenmerken van geluid

Geluid bestaat uit 2 elementen:

  1. De frequentie: wordt ook wel toonhoogte genoemd en wordt uitgedrukt in Hertz;
  2. De intensiteit: of ook geluidssterkte en dit wordt uitgedrukt in decibel.

 Of in de praktijk:

  • hoe hoger de gehoorde toon, hoe hoger de frequentie.
  • een normaal gesprek ligt tussen de 500 Hz en 2000 Hz.
  • fluisteren: 30 dB,
  • gewoon babbelen: 55 dB.

Welk is het verschil tussen slecht horen en doofheid?

Het verschil wordt vooral bepaald naargelang de mate van het gehoorverlies (uitgedrukt in dB):

  1. Licht slecht horend betekent een gehoorverlies van 30 dB. Dit betekent dat een heel zacht gesprek (fluisteren) problemen geeft.
  2. Matig slecht horend betekent een verlies tot 50 dB. Je kunt het merken aan lichte spraakproblemen. Een gesprekspartner die verder dan 1 meter verwijderd is, kan moeilijk worden gevolgd.
  3. Slecht horend: vanaf meer verlies van 50dB. Alleen luide stemmen worden nog verstaan en er treedt een duidelijk spraakprobleem op.
  4. Zwaar slecht horendheid: een verlies tussen 70 en 90 dB. Alleen nog luide stemmen op ongeveer 30 cm van het oor worden gehoord.
  5. Doof zijn: verlies tussen 90 en 120 dB. De ontwikkeling van de gesproken taal en de uitspraak worden heel moeilijk.

Welke zijn de oorzaken?

  1.  Lawaai,
  2.  Medicijnen,
  3.  Leeftijd,
  4.  Erfelijkheid,
  5.  Infectie in het middenoor: er zit vocht achter het trommelvlies,
  6.  een hoofdletsel,
  7.  een ziekte (zoals otosclerose),
  8.  beschadiging van de kleine haarcellen: ze sturen geen elektrische signalen meer naar de gehoorzenuw. Hoe meer haarcellen beschadigd zijn, hoe ernstiger het gehoorverlies meestal is,
  9.  extreme blootstelling aan harde geluiden, misvorming van de oren. Bij atresie bijvoorbeeld is de uitwendige gehoorgang volledig afgesloten. Wanneer ook de oorschelpen misvormd zijn, spreekt men van oorschelpdysplasie of -aplasie.

Gevolgen van gehoorproblemen

  1.  Meestal ontstaat slechthorendheid geleidelijk. De persoon in kwestie is zich er zelf in het begin niet van bewust. Vaak zijn het dan gezinsleden of collega's die de achteruitgang het eerst merken.
  2.  Gebrek aan informatie.
  3.  Moeilijke communicatie.

Daardoor ontstaan vaak misverstanden over wat is gezegd of werd bedoeld. Veel nuances of grapjes kunnen doven en slechthorenden niet verstaan. Ook groepsregels die niet expliciet worden geformuleerd, begrijpen ze vaak niet. Dit maakt de communicatie moeilijk en vaak kwetsend.

Hulpmiddel 1: liplezen.

De stand van de lippen bepaalt namelijk de klanken dus de gesproken woorden in combinatie met de mimiek (gelaatsuitdrukking) en de spontane, natuurlijke gebaren die de spreker erbij maakt. Toch is maar 25% van de boodschap ‘te lezen’! De rest moet de dove of slechthorende persoon raden en afleiden uit de context. Liplezen vergt dan ook veel training en is behoorlijk vermoeiend.

Hulpmiddel 2: gebarentaal

  • Om toch te communiceren gebruiken doven de gebarentaal. Ze beschouwen gebarentaal als hun moedertaal. Net als het Nederlands, Frans of Duits zijn gebarentalen volwaardige talen.
  • Toch is gebarentaal niet universeel: elk land heeft zijn eigen variant.

Hulpmiddel 3: tolken

Er zijn 3 soorten tolken:

  1. Orale tolken: zij herhalen, duidelijk articulerend, wat er wordt gezegd.
  2. Gebarentolken: vertalen het gesproken Nederlands naar gebarentaal en omgekeerd.
  3. Schrijftolken: zetten gebarentaal om naar geschreven tekst.

Hulpmiddel 4: geluidsversterkende apparatuur

Het hoorapparaat zorgt ervoor dat geluid beter wordt gehoord. Het doel van hoorapparaten is om geluiden zo optimaal mogelijk te versterken Het nadeel hierbij is dat tegelijkertijd ook achtergrondgeluiden worden versterkt. Hierdoor worden groepsgesprekken, gesprekken op grote afstand of in lawaaierige omstandigheden moeilijk tot onmogelijk.

Hulpmiddel 5: oorprothese

Deze cochleaire inplant (CI) bestaat uit een kleine prothese in het binnenoor. De CI zet geluiden kunstmatig om in elektrische signalen die op hun beurt door de hersenen als geluid worden herkend. Verschil met het hoorapparaat: geluiden worden dus niet versterkt maar als het ware 'vervangen'.

Conclusie

Gehoorprobleem hebben wel degelijk gevolgen voor de algemene levenskwaliteit. Denk hierbij aan de invloed op het sociaal functioneren (het leggen en onderhouden van contacten), het voeren van gesprekken, het aangaan van relaties, ontspanningsactiviteiten, professionele activiteiten (studeren, functioneren op het werk, telefoneren, gesprekken voeren, informatie uitwisselen, vergaderen).

Welke zijn de oorzaken van slecht horen?