Van huizenmarktcrisis tot kredietcrisis

Inleiding

In het artikel 'hoe is de kredietcrisis ontstaan' is de ontwikkeling daarvan besproken tot aan de huizenmarktcrisis. Het verdere verloop wordt nu uitgelegd. Hopelijk kun je het straks nog volgen!

Van huizenmarktcrisis tot kredietcrisis

Huizenbezitters en hypotheekverstrekkers kwamen in de problemen door de huizenmarktcrisis. Maar ook banken kwamen in de problemen. Zij hadden de hypotheken als obligatiepakketten verpakt. Deze obligatiepakketten verkochten zij aan andere banken en investeerders in de Verenigde Staten en in Europa. Met de opbrengst van de verkoop van de obligatiepakketten verstrekten zij nieuwe leningen.

  • Een hypotheek is een lening met een onderpand, meestal is het onderpand een huis. Een obligatie is een lening met een korte looptijd. Ook een obligatie kan winst opleveren. Na een bepaalde periode is de lener verplicht het geld terug te geven, daarbij speelt ook een bepaalde rente een rol. Deze rente kan voor winst zorgen. Daarom kopen mensen elkaars leningen.

De banken deden dit om regelgeving te omzeilen. Op de balans van een bank. Dat betekent een overzicht van de in- en uitgaven van de bank werd nu niet gezet hoeveel leningen de bank verstrekt had. Centrale banken houden toezicht op de banken om in de gaten te houden of zij niet teveel uitgeven. Doordat de banken nu niet meer vertelden hoeveel uitgaven zij werkelijk hadden, konden zij niet meer goed gecontroleerd worden. De centrale banken stonden hierdoor toe dat banken teveel geld uitleenden.

  • De centrale banken houden toezicht op de gewone banken. In Nederland houdt de Nederlandse Centrale Bank toezicht op het beleid van de banken.

Over en weer kochten en verkochten banken elkaar obligatiepakketten vol met hypotheken waaronder ook de risicovolle hypotheken zich bevonden. Iedereen kocht van iedereen, en zo verspreidde het probleem zich. Doordat de Amerikanen in de ‘subrime’- markt ( zie vorige artikel ‘Hoe is de kredietcrisis ontstaan?) niet meer aan hun verplichtingen konden voldoen verloren de pakketten met risicovolle leningen gauw aan waarde. Niemand wilde ze meer hebben, er kon niet meer betaald worden. Amerikaanse en Europese banken verloren daardoor veel geld.

Banken begonnen daarom hun geld te sparen in plaats van over en weer van elkaar leningen te kopen. Maar er was een nieuw probleem. Doordat alle leningen over en weer aan elkaar verkocht waren in allerlei pakketten, was het niet duidelijk welke banken en investeerders problemen hadden met hun betalingen en welke niet. Daarom wilden banken elkaar geen geld meer lenen. De banken wantrouwden elkaar en daarom vroegen ze elkaar hoge rentes, als ze wel besloten elkaar geld te lenen. Geld van elkaar lenen werd dus moeilijk en bovendien erg duur.

Zodoende is de kredietcrisis ontstaan. Er is sprake van een vicieuze cirkel; De banken lenen elkaar geen geld meer en komen daardoor in betalingsmoeilijkheden. Als er geld geleend werd dan waren de rentes ontzettend hoog, en dat terwijl de banken het toch al moeilijk hadden. Zulke banken kwamen in de financiële problemen. Klanten die hun spaargeld bij zo’n bank hebben staan halen het daar liever weg. Stel je voor dat de bank failliet gaat en ons geld op is! Doordat de banken hun spaarders verliezen hebben ze nog minder geld. En deze tendens heeft zich vanaf de Amerikaanse huizenmarkt verspreid over de hele wereld. Als een domino-effect.

Als de banken failliet zijn ligt de economie plat, dat is ook het domino-effect! 

Tips

  • Tip1
  • Tip2

Links

  • Elsevier.nl Dossiers 519
  • Vandale.nl