Verbod permanente bewoning vakantiewoning

Inleiding

In de Nederlandse landbouw wordt veelvuldig gebruik van arbeiders uit het voormalige Oostblok, maar die inmiddels lid zijn geworden van de Europese Unie (EU). De reden hiervoor is dat men geen geschikt personeel in Nederland zelf kan vinden, ook een poging om werklozen in deze branche actief te krijgen zijn tot op heden mislukt.

Huisvesting

Om deze ‘gastarbeiders’ te huisvesten, wordt veelvuldig gebruik gemaakt van vakantiehuisjes. Daar is niets mis mee zult u wellicht denken, want nadat het seizoen voorbij zullen deze weer vertrekken naar hun vaderland. Deze gedachte is juist, maar stel dat deze mensen willen blijven, kunnen ze dan in deze vakantiehuisjes blijven zitten.

Nederlandse wetgeving

Vanaf 1 januari 2010 is het verboden om in Nederland een vakantiewoning voor permanente bewoning te gebruiken. Voor de situatie van vóór 1 januari 2010 is een regeling getroffen dat diegene die al permanent in een vakantiewoning verbleven, dit ook nà 1 januari 2010 kunnen voortzetten. Komen zij echter te overlijden of verkopen ze deze woning, dan geld voor de nieuwe eigenaren de nieuwe regeling.

De gemeenten realiseren dit door een vergunningenstelsel Iemand die een vakantiehuisje wil kopen heeft daarvoor een vergunning nodig welke alleen te verkrijgen is wanneer de aanvrager het aannemelijk maakt dat het huisje niet permanent bewoond zal worden.

Europese wetgeving

In dit geval gelden de vrij verkeersbepalingen in het Europese werkingsverdrag (VWEU). Echter, dat geldt alleen voor een niet-Nederlanderdie zijn in Nederland gekochte vakantiehuisje permanent wil bewonen. In zo’n geval is namelijk sprake van een grensoverschrijdende situatie. Alleen dan zal een eventueel beroep op het verdrag slagen. Dus voor een landgenoot die zijn bungalow op de Veluwe permanent wil gaan bewonen, gaat dit niet op. Het vergunningstelsel van de gemeente kan in zo’n geval in stand blijven.

Rangorde

Europees Recht gaat in rangorde voor op de Nederlandse wetgeving. Dat betekent dat Nederland (lees: de gemeenten) aan het kortste eind zullen trekken, als zij weigeren een vergunning aan een niet-Nederlandse EU burger te geven. Voorwaarde is dan wel dat deze bezwaar maakt tegen de weigering.

Hoewel er in principe dus niks aan de hand is zolang er geen buitenlander is die bezwaar maakt tegen de maatregel, is het toch belangrijk om het gemeentelijke beleid vooraf te toetsen aan en af te stemmen op de Europese regels. Want ook al is er geen sprake van een grensoverschrijdende klager, dan lopen decentrale overheden alsnog het risico dat de Europese Commissie een inbreukprocedure begint. Zij kan bepaalde regels of beleid in strijd achten met de regels van het vrij verkeer.

Het Europese Hof

Wordt een dergelijke zaak uiteindelijk aanhangig gemaakt bij het Europese Hof van Justitie, dan houden ook de rechters in beginsel vast aan het uitgangspunt dat er sprake moet zijn van een grensoverschrijdende situatie. Binnen het Hof bestaat echter de discussie over deze omgekeerde discriminatie(een Nederlander kan zich in een interne situatie niet op de vrij verkeersbepalingen beroepen terwijl een niet-Nederlander dat wel kan). Het komt echter veelvuldig voor dat het Hof in een prejudiciële procedure die wordt gevolgd door een nationale rechter, bereid is een algemene uitleg te geven van de Europese regels ook al is er in concreto sprake van een interne situatie. Door zo’n prejudiciële uitleg is de kans dan aanwezig dat de nationale rechter bij het oplossen van het geschil toch het Europese recht toepast.

De zaak ‘Konle’

De zaak Konle (C-302/97) speelde zich af op het gebied van grensoverschrijdend kapitaalverkeer. In Tirol bestond een vergunningsstelsel dat ervoor zorgde dat onroerend goed alleen verkregen kon worden indien men er permanent ging wonen. Dit stelsel kwam aan het licht toen een Duitse ondernemer zich wilde vestigen in een vakantiehuisje in Tirol, maar een vergunning daarvoor werd geweigerd. De heer Konle ging in beroep bij de nationale rechter, die om een prejudiciële procedure verzocht bij het Europese Hof. Het Hof stelde vervolgens dat het stelsel in strijd was met het Europees recht. Volgens het Hof kan een gemeente met geldboeten hetzelfde bereiken als met een bovengenoemd vergunningstelsel, zonder dat dit in strijd is met het Europees recht. Wanneer de gemeente dus niet kiest voor een vergunning vooraf, maar voor een dwangsom achteraf, voldoet de maatregel aan de eisen zoals gesteld in het Konle-arrest en heeft de gemeente alle risico’s vermeden

Samenvatting

Een Nederlander kan vanaf 1 januari 2010 zijn vakantiewoning niet voor permanente bewoning gebruiken, een niet-Nederlander kan dit echter wel, hij wordt door de Europese wetgeving beschermd.

Tip

Hoe verkoop ik succesvol mijn woning.

Waardedaling eigen woning 2012

Bron

Europa decentraal