Vormen van diabetes

De bekendste vormen van diabetes zijn diabetes mellitus type 1 en type 2. Wat veel mensen niet weten is dat er daarnaast nog een aantal diabetes vormen voor kunnen komen. Hieronder worden alle vormen besproken:

Diabetes type 1

In Westerse landen komt diabetes type 1 bij ongeveer 2 tot 4 % van de bevolking voor. Bij de meeste mensen onstaat deze vorm van diabetes voor het dertigste jaar. Daarom werd deze vorm van diabetes vroeger ook wel jeugddiabetes genoemd. Nu weten we dat het een verkeerde benaming is, want je kan diabetes type 1 op alle leeftijden krijgen.

Iemand met type 1 maakt zelf helemaal geen of bijna geen insuline meer aan. Dit komt doordat de alvleesklier als het ware stuk is. Niet de hele alvleesklier gelukkig, maar de Eilandjes van Langerhans (een bepaald type cellen) zijn door het lichaam zelf stukgemaakt. Daardoor produceren ze geen insuline meer. Omdat het lichaam de cellen zelf kapot heeft gemaakt noemen we diabetes type 1 ook wel een auto-immuunziekte. Het afweersysteem van het lichaam is overactief geweest en heeft per ongeluk in plaats van schadelijke indringers de eigen cellen aangevallen. Iemand met diabetes type 1 maakt zelf helemaal geen insuline meer aan. Zonder insuline kan het lichaam de bloedsuikerspiegel niet normaal houden en kan die gevaarlijk hoog oplopen. De oorzaken van diabetes type 1 zijn nog niet duidelijk. Waarschijnlijk speelt erfelijkheid een rol. Kinderen van een ouder met diabetes type 1 hebben meer kans om ook deze ziekte te krijgen. Maar onderzoekers denken ook dat invloeden uit de omgeving een rol kunnen spelen. Je moet dan denken aan een virusinfectie tijdens de kinderjaren of in de vroege volwassenheid. Diabetes type 1 is te behandelen, maar niet te genezen. Mensen met diabetes type 1 moeten zichzelf insuline inspuiten, meestal een paar keer per dag. Sommige diabetespatiënten kiezen voor een insulinepomp, die gedurende de dag insuline toedient aan het lichaam. Verder moeten patiënten over de dag een aantal keer met een vingerprik de bloedsuikerwaarde meten om te kijken of alles nog in orde is. Dit moet ook gedaan worden als de patiënt vermoedt dat er iets met de bloedsuikerwaarde aan de hand is. Dit wordt verder uitgelegd in deze special bij het artikel over Hypo’s en Hypers. Diabetes type 1 is nog niet te genezen. Er wordt wel veel onderzoek naar gedaan omdat het een ziekte is met veel lichamelijke en psychosociale gevolgen. Diabetes patiënten worden goed begeleid om complicaties te voorkomen en de kwaliteit van leven te verhogen. Dat een goede kwaliteit van leven niet vanzelfsprekend is voor diabetespatiënten blijkt uit het feit dat depressie onder deze patiënten veel vaker voorkomt.

Diabetes type 2

9 van de 10 mensen met diabetes hebben type 2! Dit wordt in de volkmond vaak nog ouderdomsdiabetes of ouderdomssuiker genoemd. Dit is een misleidende naam. Met ouderdom heeft het in principe namelijk niets te maken. Het klopt wel dat vroeger de meeste ouderen die diabetes kregen type II kregen. Tegenwoordig komt type 2 ook veel bij jonge mensen voor. Dat komt omdat de kans om diabetes type 2 te krijgen ernstig verhoogd wordt door overgewicht en een gebrek aan beweging. Men denkt ook dat erfelijke aanleg een rol speelt.

Bij diabetes type 2 maakt het lichaam te weinig van het hormoon insuline aan. En het lichaam is ongevoelig geworden voor insuline. Dit wordt insulineresistentie genoemd.

Het resultaat hiervan is dat het lichaam zelf de bloedsuikerspiegel niet op een goed niveau kan houden.

Omdat het lichaam te weinig insuline maakt, hopen suikers zich in het bloed op. De bloedsuikerwaarde is dan te hoog. Er treden ook nog bijkomende problemen op (zoals bijvoorbeeld verhoogde bloeddruk).

Als het lichaam zelf nog wat insuline kan aanmaken bestaat de behandeling meestal uit tabletten en daarnaast een dieet en beweegplan. Als het lichaam te weinig of helemaal geen insuline meer aanmaakt moeten mensen met type 2 ook insuline inspuiten.

Vaak moeten mensen met type 2 nog meer medicijnen slikken. Bijvoorbeeld medicijnen om een te hoog cholesterol naar beneden te krijgen of om de bloeddruk te verlagen. Dokters verlagen zo de kans op hart- en vaatziekten bij deze patiënten.

Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke vorm van diabetes die bij 1 op de 20 zwangere vrouwen voorkomt. Het ontstaat meestal voor de 24e week van de zwangerschap. Zwangerschapsdiabetes ontstaat onder invloed van de hormonen die worden aangemaakt tijdens de zwangerschap. Die hormonen zorgen ervoor dat het lichaam tijdelijk minder goed reageert op insuline. Tijdens een normale zwangerschap maakt het lichaam extra insuline aan. Dat vangt de tijdelijke verminderde gevoeligheid voor insuline op. Bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dat niet, of te weinig waardoor de bloedsuikerspiegel te hoog wordt. Dit kan gevaarlijk zijn voor moeder en kind. De behandeling bestaat uit een dieet of insuline spuiten. Bijzonder is dat na de bevalling de zwangerschapsdiabetes meestal binnen 24 uur weer verdwijnt. Maar zwangerschapsdiabetes betekent een verhoogd risico op het krijgen van diabetes type 2. Daarom moeten deze vrouwen extra opletten op voeding en beweegpatroon.

MODY

MODY betekent Maturity-Onset Diabetes of the Young. Dit kan vertaald worden als een vorm van diabetes type 2 die op jonge leeftijd begint. De aanleg voor MODY is veel erfelijker dan de ‘gewone’ soorten diabetes. Er bestaan verschillende typen MODY. Bij allemaal raakt de alvleesklier te vroeg in het leven uitgeput en kan deze minder insuline aanmaken. Bij de behandeling van MODY moet goed opgelet worden. Deze is standaard niet hetzelfde als de behandeling van diabetes type 1.Als kinderen een ‘goede’ MODY vorm hebben, blijven ze hun hele leven op eenzelfde manier mild ontregeld. Ze krijgen nauwelijks complicaties en insuline is helemaal niet nodig. Bij de 'minder goede' MODY-vormen verloopt de diabetes wel zoals normaal, maar die kinderen kunnen vaak de eerste tien jaar met tabletten worden behandeld voordat ze insuline moeten spuiten.

LADA

LADA is een vorm van diabetes type 1 die heel erg lijkt diabetes type 2.Dit komt omdat LADA heel geleidelijk begint. LADA betekent Latent Autoimmune Diabetes in Adults.

LADA is van type 2 te onderscheiden omdat personen met LADA net als personen met type 1 bepaalde antistoffen in het bloed hebben.

Het is van belang de goede diagnose te stellen want LADA wordt anders behandeld dan type 2. Als LADA direct met insuline wordt behandeld, blijven er langer eigen insulineproducerende cellen functioneren.

MIDD

MIDD (Maternally Inherited Diabetes and Deafness) is een heel zeldzame vorm van diabetes. Het wordt alleen door de moeder overgedragen via het erfelijk materiaal van de mitochondriën - de ‘energiefabriekjes' van de cel. De alvleesklier reageert daardoor niet meer goed op een stijging van de bloedsuikerspiegel en geeft te weinig insuline af. MIDD wordt meestal ontdekt tussen het dertigste en vijftigste jaar. Patiënten hebben dan soms al jaren te maken met gehoorverlies. MIDD lijkt zowel op diabetes type 1 als op type 2. Het kan vaak eerst een tijd behandeld worden met alleen tabletten.

Neonatale diabetes

Mensen die al in hun eerste zes levensmaanden diabetes kregen, kunnen een bepaalde vorm hebben van neonatale diabetes. Tot voor kort was dan de diagnose gewoon 'type 1'. Maar onlangs hebben Rotterdamse onderzoekers ontdekt dat het kan gaan om een speciale genetische vorm van diabetes, die anders behandeld moet worden dan diabetes type 1.

Diabetes inspidus

Dit is een vrij zeldzame aandoening en heeft niets met suikerziekte te maken. Het is een ziekte waarbij het regelmechanisme voor vochtopname en vochtuitscheiding van het lichaam ontregeld is. De ziekte wordt gekenmerkt door een onlesbare dorst en polyurie (meer dan 2 liter urine per dag kwijtraken). Deze ziekte wordt bijna altijd veroorzaakt door een tekort aan het hormoon adiuterine. Hierdoor is de terugresorptie van water in de nieren verstoord geraakt, en worden de klachten veroorzaakt.