Waar dient de AWBZ voor

Wat is de AWBZ?

AWBZ staat voor Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten. De wet heeft als doel om de hele Nederlandse bevolking te verzekeren tegen het risico van ziektekosten. Hierbij moet je denken aan kosten of risico's die niet via de zorgverzekering worden betaald. Denk bijvoorbeeld aan een opname in een verpleegtehuis of een instelling voor gehandicapten. Ook preventieve zaken, zoals inentingen van kindern, vallen onder de AWBZ.

Wie heeft er recht op de AWBZ?

Ofwel; wie is er verzekerd? Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft (ook wel ingezetenen genoemd) is verzekerd. Leeftijd of nationaliteit speelt hierbij geen rol. Er zijn ook uitzonderingen, zoals mensen die voor Nederland werken in het buitenland (bijvoorbeeld overheidsdiensten) of grensarbeiders. Grensarbeiders werken in Nederland, maar wonen hier niet. Omdat ze in Nederland belasting betalen, zijn ze ook verzekerd voor de AWBZ. Een eventuele partner die in het buitenland verblijft en hier niet werkt is ook niet verzekerd.

Wie is niet verzekerd?

Ingezetenen die alleen maar in het buitenland werken zijn niet verzekerd. Hiervoor gelden weer een aantal uitzonderingen, zoals grensarbeiders of mensen die op grond van een EU-verordering of verdrag toch aanspraak maken op een verzekering. Dit is echter te complex om in dit artikel te behandelen.

Waar heb je recht op?

Je bent verzekerd. Maar waar heb je eigenlijk recht op als verzekerde? Er zijn 5 zogenaamde functiegerichte zorgvormen waar je recht op hebt. Dit zijn:

  • Persoonlijke verzorging. Denk hierbij aan dagelijkse verzorgen zoals douchen, aankleden, scheren, eten, drinken enz. Dit kan via een thuiszorg organisatie worden geregeld.
  • Verpleging. Dit is de dagelijkse noodzakelijke behandeling en verzorging als je gezondheidsproblemen hebt. Denk hierbij aan het aanbrengen van een infuus of het geven van injecties. De verpleging kan zowel thuis als in een instelling worden verzorgd.
  • Begeleiding. Dit geldt voor mensen met een matige of zware beperking. De begeleiding richt zich op het de sociale redzaamheid van de mens. Begeleiding kan individueel of in groepsverband worden gegeven.
  • Behandeling. Denk hierbij aan behandelingen die gericht zijn op herstel of voorkomen van lichamelijke of psychgeriatische (b.v. dementie) aandoeningen. Ook beperking van een verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke handicap valt hieronder.
  • Verblijf. Dit geldt voor mensen die vanwegen een handicap of aandoening niet meer in staat zijn om thuis te wonen. Mensen die hiervoor in aanmerking komen kunnen in een zogenaamde AWBZ-instelling geplaatst worden.

Naast deze 5 zorgvormen kun je ook aanspraak maken op de volgende zorg:

  • ziekenhuis- en revalidatiezorg
  • geneeskundige, farmaceutische of tandheelkundige hulp bij verblijf in een AWBZ-instelling
  • individueel gebruik van een rolstoel bij verblijf in een AWBZ-instelling
  • hulpmiddelen (max. 26 weken), zoals krukken, een toiletstoel enz.
  • bepaalde vormen van transplantatie (weefsel of orgaan)
  • doventolk (als leefvoorziening)

Wanneer kom je in aanmerking voor AWBZ?

Allereerst moet worden vastgesteld aan welke zorg de behoefte is. Daarnaast moet natuurlijk ook gekeken worden of je op grond hiervan recht hebt op hulp vanuit de AWBZ. Dit wordt geregeld door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Zij kunnen eventueel ook contact opnemen met een huisarts of medisch specialist om een indicatie af te geven.

Het CIZ legt niet alleen vast of iemand recht heeft op hulp, maar ook voor hoelang men denkt dat deze hulp noodzakelijk is.

Persoons Gebonden Budget (PGB)

Ook PGB valt onder de AWBZ. PGB is een door het zorgkantoor toegekend bedrag waarmee de verzekerde zorg kan inkopen. PGB is niet mogelijk in combinatie met een langdurig verblijf in een instelling. De persoon die PGB ontvangt bepaalt zelf bij wie hij de benodigde zorg inkoopt. Dit kan dus ook bij een huisgenoot zijn (b.v. kind en ouder). Wel zijn er regels aan de utgaven. Zo moet er een administratie worden bijgehouden waaruit blijkt welke zorg er voor het bedrag is ingekocht.

Eigen bijdrage bij verblijf in een instelling

Iedereen die meerderjarig (18) is en in een AWBZ-instelling verblijft, moet een eigen bijdrage betalen. Deze eigen bijdrage is sinds kort niet meer aftrekbaar. Zie hiervoor het artikel over de aftrekbare ziektekosten 2009.

Er is een hoge en een lage eigen bijdrage. Afhankelijk van de eigen situatie moet men deze bijdrage betalen. De lage bijdrage (eerste 6 maanden) is tussen de € 144,40 en € 758,60 per maand. De hoge bijdrage (na de 6e maand) is maximaal € 2.081,60 per maand. Mensen die in een AWBZ-instelling verblijven krijgen korting op de eigen bijdrage. Ook zijn er weer uitzonderingen voor bepaalde groepen voor wat betreft de hoge eigen bijdrage.

Zak- en kleedgeld

Verzekerden die in een instelling verblijven, hebben recht op zak- en kleedgled. Voor 2010 is dit vastgesteld op:

  • € 289,26 per maand voor alleenstaanden
  • € 449,92 per maand voor partners samen

De bedragen zijn inclusief vakantiegeld.

Wie betaalt de premie voor deze verzekering?

Iedereen die loonbelasting betaalt, betaalt de premie voor de verzekering. Alleen over de eerste 2 schijven moet premie worden betaald. De premie bedraagt 12,15%.


Reacties (0)

Reageer
Geen resultaten gevonden