Waarom de Sterftaks

Inleiding

Algemeen

Al eeuwenlang betalen de burgers belasting aan hun overheid. Het maakt niet uit in welk land men woont, belastingheffing gebeurt wereldwijd. Het is tot op heden een heel erg onpopulaire maatregel. In de Middeleeuwen werden de belastinginners diep gehaat.

Stappen

Belasting

Al heel lang worden de begrippen als eerlijke verdeling van lasten en draagkracht te pas en te onpas gebruikt. Na de Middeleeuwen werd de “tiende penning” van hertog Alva ingevoerd op de verkoop van onroerende goederen (een soort voorloper van de huidige BTW). Al in 1543 hief Karel V deze belasting op de winsten van kooplieden.

In Nederland worden er diverse soorten belasting geheven die een maatschappelijk draagvlak hebben. Voor de “Sterftaks” is er onder de bevolking een steeds minder groot draagvlak.

Sterftaks of successierechten

Over een verkregen erfenis moet belasting worden betaald (tenzij een vrijstelling van toepassing is), deze noemt men successierechten. Het woord successierechten is een scheldwoord of synoniem voor de Sterftaks. Een andere benaming voor de Sterftaks is ook wel erfenisbelasting.

Tot op heden verschilt de hoogte van deze belasting per situatie en per relatie tot de erflater. Echtgenoten en kinderen kunnen tot 27% worden aangeslagen, terwijl het voor overigen kan oplopen tot zelfs 68%.

Al in het oude Egypte werd deze belasting geïnd, welk idee werd overgenomen door de Romeinen. Keizer Augustus voerden in het jaar 6 een belasting in van 5% bij erfrechtelijke verkrijging. In de Middeleeuwen werd deze heffing aangepast. De leenheer vorderde bij de dood van zijn leenman een vergoeding voor het gebruik van de grond door de erfgenamen. In de 16e eeuw werd onder de motivatie dat de draagkracht zou toenemen, belasting geheven over een erfenis. Pas in 1805 werd in Nederland (als vazalstaat van Frankrijk) de 1e nationale belastingen op erfenissen geïnd.

Tarieven

Tot aan het begin van de vorige eeuw werd een percentage tussen de 2,5% en 10% aan sterftaks in rekening gebracht. In 1956 werd de Successiewet aangenomen, waarin het successierecht (en de schenkingen) geregeld is. De omschrijving van successierecht is:

Een belasting op waarde van als wat krachtens erfrecht wordt verkregen door het overlijden van iemand die bij zijn overlijden binnen Nederland, respectievelijk België woonachtig was. Bij overgang van eigendom door overlijden of schenking moet de opvolgende eigenaar belasting betalen.

De belastingdienst ontving in 2005 een bedrag van meer dan € 1.500.000.000,--. De verwachting voor het jaar 2008 ligt ruim 500 miljoen euro hoger dan 2005. Dit bedrag zal door ongeveer 140.000 mensen bij elkaar worden gebracht.

De Sterftaks bij schenkingen wordt berekend op basis van 3 factoren:

  1. De verhouding tussen de schenker en begunstigde bepaalt de tariefgroep
    1. Erfenis van ouders, maximaal belastingtarief 27%
    2. Erfenis van broer, zus of kind, maximaal belastingtarief 53%
    3. Erfenis van vriend, vriendin, oom of tante, maximaal belastingtarief 68%
  1. De omvang van de schenking is bepalend voor de belasting
  2. De geldende vrijstellingen

Voor- en tegenstand

Tegenstanders

Er wordt gesteld dat over de verkregen nalatenschap al eerder belasting is betaald, vervolgens gaat er nog eens jaarlijks 1,2% Vermogensrendementsheffing vanaf. Volgens de tegenstanders moet de fiscus met zijn handen van dit geld afblijven. Op het verdrietigste moment uit iemands leven belasting heffen is ”lijkenpikkerij”.

Het is een vorm van belastingheffing die ontwijkgedrag uitlokt. Met de nodige middelen kan door juridische- en financiële specialisten de fiscus effectief worden omzeild.

Voorstanders

Door de voorstanders van de Sterftaks wordt gesteld dat de erfgenaam belasting betaald uit de ontvangen erfenis, dus feitelijk geld ontvangt waarvoor deze niets heeft hoeven doen. Dus zou het redelijk zijn hierover belasting te betalen.