Waartegen moet ik mijn hond laten inenten

Inleiding

Als u een hond heeft of neemt moet hij of zij regelmatig worden ingeënt, maar waarvoor worden ze nu precies ingeënt?

Honden kunnen worden ingeënt tegen verschillende ziektekiemen. Voor honden zijn er vaccins tegen hondenziekte (ziekte van Carré), parvo, ziekte van Weil (leptospirose), besmettelijke leverziekte (HCC), kennelhoest en hondsdolheid (rabies). Heel kort staat hieronder een uitleg over de verschillende bovengenoemde ziekten. Er zijn ook vaccins tegen andere, weinig voorkomende ziekten, maar daar zal nu niet op ingegaan worden.

Hondenziekte

Hondenziekte, ook wel "distemper" of "ziekte van Carré" genoemd, wordt veroorzaakt door een virus, het CDV-virus. Dit virus vermenigvuldigt zich in het lymfatisch systeem, de slijmvliezen en de zenuwcellen van de hond en kan daardoor veel verschillende ziektesymptomen tot gevolg hebben. Het komt over de hele wereld voor en is zeer besmettelijk. In Nederland zien we het niet meer zo frequent dankzij goed vaccineren.

Honden worden besmet via inademing van het virus en via contact met oog- of neusuitvloeiing, urine of ontlasting van andere besmette honden. Het virus kan zich ook verspreiden via drinkwater of voedsel waar besmette honden aangezeten hebben. Pups zijn extra gevoelig voor het virus maar hondenziekte tast honden van alle leeftijden aan.

Omdat het virus via de luchtwegen binnendringt zien we in eerste instantie niet-specifieke verschijnselen optreden zoals lusteloosheid, hoge koorts en oog- en neusuitvloeiing. De slijmvliezen raken ontstoken en de honden krijgen last van de luchtwegen, waardoor ze gaan hoesten en waarbij zich een longontsteking kan ontwikkelen, en van braken en diarree. Ten gevolge van de immuunreactie kan de hond zenuwsymptomen gaan vertonen. Hierbij zien we o.a. evenwichtsstoornissen, verlammingen, stuiptrekkingen, spiertrekkingen, epileptische aanvallen en blindheid. Aantasting van hun zenuwstelsel kan voor blijvende verlammingen kan zorgen, ook nadat het virus weg is. Een speciale vorm van de ziekte bestaat uit huidafwijkingen waarbij een sterke verhoorning optreedt van de voetzoelen en de neusspiegel. Deze vorm gaat gepaard met een ontsteking van de hersenen en loopt in de regel fataal af. De hond kan genezen zonder er letsels aan over te houden en zonder de typische hondenziekte symptomen vertoond te hebben, of alleen een milde vorm van de ziekte, of hij kan genezen met enkele blijvende aandoeningen van het zenuwstelsel of afwijkingen van het gebit. Jonge honden kunnen hier aan overlijden.

Een voordeel van dit virus is, dat het heel erg op het mazelen virus van de mens lijkt. Hier worden honden niet ziek van, maar als ze het ingespoten krijgen wordt het afweersysteem gewekt om ook tegen het CDV-virus afweerstoffen te maken. De afweerstoffen van moeder reageren niet met het mazelen virus. De jonge pup kan zo op 6 weken al ingeënt worden tegen hondenziekte met behulp van het mazelen virus. Een aantal weken later kan de pup dan ingeënt worden met een onschadelijk gemaakt hondenziekte virus.

Parvo

Parvo is een zeer besmettelijke ziekte, veroorzaakt door een virus dat zeer hardnekkig is in de buitenwereld. Het veroorzaakt een bloederige maagdarmontsteking en als gevolg hiervan zien we de typische Parvo-diarree, met een grijsroze kleur en een onmiskenbare, zeer herkenbare "parvo-lucht".

Honden worden besmet via direct contact tussen dieren onderling (snuffelen, likken) of door indirect contact met de uitwerpselen van een ziek dier (drinkwater- of voerbakken, schoenzolen).

Het virus komt het lichaam via de mond of de neus binnen, verspreidt zich via de bloedbaan, en nestelt zich in de cellen van het maagdarmslijmvlies. Deze cellen gaan kapot doordat het virus er zich in vermenigvuldigt. In eerste instantie zien we dat de hond lusteloos is en niet wil eten. Hierna treedt heftig braken op, veel en vaak en soms met bloed. Daarna volgt waterige, stinkende, bloederige diarree. Door de combinatie van braken en diarree drogen de honden snel uit. Het tast ook het afweersysteem aan, waardoor er nog andere ziekteverwekkers boven op komen. Hierdoor kunnen de honden binnen 5 tot 6 dagen komen te overlijden.

Honden van alle leeftijden zijn gevoelig voor parvo, maar we zien vooral dat jonge pups tussen 5 en 12 weken, waarbij de bescherming verkregen door antistoffen van de moeder verdwijnt, ziek worden. Er zijn aanwijzingen dat bepaalde "black and tan" rassen (Dobermann, Rottweiler)extra gevoelig zijn voor parvo.

Het parvo-virus wordt in zeer grote hoeveelheden in de diarree uitgescheiden, blijft lang actief in de omgeving, tot soms wel een jaar lang en kan zo lang voor besmetting zorgen. Het is ongevoelig voor bijna alle schoonmaak- en desinfectiemiddelen, behalve bleekwater, formaline en een relatief nieuw middel "Parvotech". Goede hygiëne en quarantaine alleen is niet afdoende. Voorkomen is beter dan genezen, en een goed vaccinatieschema is dus een "must".

Er zijn ook honden die het virus in hun lichaam hebben zonder ziek te worden; ze kunnen dan andere honden wel besmetten. Aangezien het bij zowel jonge als oudere honden voorkomt, moet er jaarlijks opnieuw tegen ingeënt worden.

Ziekte van Weil

Een andere naam voor de ziekte van Weil is leptospirose. Leptospiren zijn beweeglijke bacteriën. Ze zwemmen als het ware het lichaam van de hond binnen, via wondjes, slijmvliezen, maar ook door de huid. Eén van de soorten leptospiren zorgt voor de ziekte van Weil. Via de urine verlaten ze het lichaam van een zieke hond. Ook ratten en mensen kunnen ziek worden en de leptospiren met de urine uitplassen. Water waar urine van ratten in zit, bijvoorbeeld grachtenwater, is de belangrijkste bron van infectie. De nieren en de lever worden ernstig aangetast en de honden kunnen heel erg ziek worden. Jaarlijks vaccineren is noodzakelijk. Niet alleen om de hond te beschermen, maar ook om de mensen in de buurt van de hond te beschermen, aangezien mensen ook (zeer) ziek kunnen worden. Ook als honden niet zwemmen, is het toch belangrijk om de hond in te laten enten, omdat de inenting ook helpt tegen andere soorten leptospiren dan degene die de ziekte van Weil veroorzaken.

Besmettelijke Leverziekte (HCC)

Besmettelijke leverziekte (Hepatitis Contagiosia Canis) wordt veroorzaakt door het CAV-1 virus. Dit virus verspreidt zich voornamelijk via de urine. De dieren kunnen er erg ziek van zijn, en zoals de naam al aangeeft, wordt de lever (ernstig) aangetast. Vooral jonge honden kunnen er ook plotseling door sterven.

Kennelhoest

Kennelhoest wordt veroorzaakt door verschillende virussen en bacteriën. Ook stress zorgt ervoor dat de ziekte gemakkelijk aanslaat. Omdat in een kennel veel honden bij elkaar zitten, vindt veel uitwisseling plaats van bacteriën en virussen (de honden blaffen veel naar elkaar) en zijn de honden vaak licht gestresst. Daarom heeft de ziekte de naam kennelhoest gekregen. De honden hoesten voortdurend, schrapen vaak de keel en geven soms slijm of bloed op. Jaarlijkse inenting kan niet voorkomen dat de hond kennelhoest krijgt, omdat meerdere factoren meespelen. Als de hond kennelhoest krijgt, zal hij er wel minder ziek van zijn.

De entingen tegen kennelhoest zijn optioneel, maar het advies is om deze de eerste paar jaar zeker te geven. Met name vanwege de verhoogde deelname aan puppycursussen en hondetrainingen, waardoor de kans op een infectie toeneemt. Maar ook tijdens spel met buurthonden kan de hond de infectie oplopen, zelfs als deze honden geen ziekteverschijnselen vertonen. Wat dat betreft is de naam kennelhoest wat verwarrend. De hond loopt de kennelhoest niet alleen in kennels op, maar door contact met andere honden. Voor de meeste pensions is een enting tegen kennelhoest trouwens verplicht. De meest gebruikelijke methode hiervoor is een neusdruppel-vaccinatie.

Hondsdolheid (Rabies)

Hondsdolheid (Rabiës) is een virusziekte die zeer besmettelijk is voor vrijwel alle zoogdieren. Een besmet dier bijt een ander dier. Het virus gaat naar de hersenen en zorgt ervoor dat het dier graag bijt. Ook zit het virus in het speeksel, en zo verspreidt het zich. De afloop is vrijwel altijd dodelijk. In Nederland is de laatste jaren geen hond met hondsdolheid gezien, maar inenten is zeker verstandig als de hond naar het buitenland gaat. In veel landen is een inenting tegen hondsdolheid ook verplicht, anders mag de hond het land niet in.