Waaruit bestaan onze voedingsmiddelen

Inleiding?

Wie voor de huishouding zorg draagt, heeft een zeer veelzijdige en zeer moeilijke taak. Op diegene rust de organisatie en de uitvoering van een hele huishouding met alle ingewikkelde problemen van dien. Eén van de belangrijkste onderdelen van de huishouding is wel de zorg voor de dagelijkse voeding. Dat onze maaltijden een diepere betekenis hebben, bewijst het feit dat vele ziekten ontstaan door stofwisselingsstoornissen en verkeerde voedingsmethoden. Een gezond gezin waarborgt een gezonde maatschappij. In de handen van de huishouder ligt dus een groot deel van het lichamelijk en geestelijk welzijn van ons volk, want een goed gevoed lichaam is een voorwaarde voor een gezonde geest.

Wanneer is onze voeding goed?

Right-aligned text

Als zij die bestanddelen bevat, die ons lichaam nodig heeft, in de juiste hoeveelheid en in de juiste verhouding. We moeten dus weten, welke die bestanddelen zijn en hoe we ermee moeten werken. Onze voedingsmiddelen – dus brood, aardappelen, melk, groente – bestaan uit verschillende voedingsstoffen, te weten:

1) Eiwit

Komt voor in melk, yoghurt, kaas, vlees, vis, eieren, peulvruchten e.a. Deze voedingstof is voor ons zeer belangrijk. Ons lichaam is nl. geen standvastig gebouw maar een levend organisme, d.w.z. een geheel, waarvan dagelijks delen te gronde gaan die weer moeten worden aangevuld. In iedere maaltijd behoort eiwit voor te komen, want een tekort daaraan benadeelt ons in grote mate. Ontbreekt het vlees bij de warme maaltijd dan kan het eiwit gevonden worden in kaas (in soep of stamppot), in peulvruchten of door een toetje van melk of yoghurt te gebruiken. Bij de broodmaaltijd zorgen kaas en vleeswaren voor de eiwitvoorziening. Het brood zelf bevat een beetje, en de beker melk of het kopje koffie doen de rest.

2) Vet

Komt voor in boter, melk, vette kaas, rundvet, slaolie, vet vlees, vette vis enz. De oorlogsjaren lieten het belang van vet zien. Toch is het niet zo belangrijk als het lijkt, omdat een gedeelte van het vet vervangen kan worden. Gebruiken we dus meer brood en aardappelen, dan vormt ons lichaam uit deze overmaat zijn eigen lichaamsvet. Natuurlijk kunnen wij het vet niet helemaal missen.

3) Koolhydraten

Dit zijn de suiker en meelstoffen uit ons voedsel. Komen dus voor in: brood, aardappelen, peulvruchten, suiker, jam, stroop, zoete vruchten e.d. Zij verbranden in ons lichaam, evenals vet, en geven ons zodoende de nodige lichaamswarmte en arbeidskracht. Ze zorgen er ook voor dat ons voedsel een zeker volume heeft: met weinig aardappelen en brood is het moeilijk een voldoende voeding te bereiden.

4) Zouten

Komen vooral voor in groenten en fruit. Niet alleen in dure groenten, maar ook in kool en koolraap. Verder in bruinbrood en roggebrood, in peulvruchten, melk, kaas en vis. De zouten lossen op in water (denk aan keukenzout). Ze komen dus ij koken in het kooknat terecht. We koken daarom alles met weinig water, zodat geen kookvocht weggegooid hoeft te worden. Afgieten is dus: het beste in de gootsteen laten verdwijnen. De zouten zorgen bij kinderen voor de opbouw van een stevig beendergestel en bij volwassenen voorkomen ze bloedarmoede en tandbederf. Rauwe groenten zijn erg aan te bevelen, omdat door het koken niets verloren gaat.

5) Vitaminen

Komen voor in groenten en fruit, vooral in: spruiten, boerenkool, tomaten, sinaasappelen, citroenen, peterselie (denk aan fijngehakte peterselie in soep!). Verder in melk, kaas, vis, peulvruchten en bruin brood. De vitaminen behoeden ons voor veel narigheden, zoals Engelse ziekte, vermoeidheid, slecht gebit en bloedend tandvlees en ze geven ons weerstand tegen verkoudheid en besmettelijke ziektes.. De vitaminen zijn niet bestand tegen verhitting, dus we koken alles zo kort mogelijk.

Hoe moet de huishouder nu deze wetenschap in praktijk brengen?

U kunt niet met een voedingskaart voor u de samenstelling van de maaltijd gaan uitrekenen.

Voor de praktijk gelden de volgende regels als zeer bruikbaar:

1) Gebruik liever bruinbrood en roggebrood, dan witbrood, wegens hun hoger gehalte aan zouten en vitaminen.

2) Wissel de gewone broodbelegging eens af met: geraspte wortel, appel, tomaal, yoghurt e.d.

3) Maak groente zuinig schoon, kook ze zo kort mogelijk en gooi nooit kooknat weg! Gebruik ze af en toe eens rauw.

4) Maak een ruim gebruik van vis en visconserven, wegens hun gehalte aan eiwit, vet en vitaminen.

5) Kook zo weinig mogelijk stamppot, neem liever de stoofschotel, want veel roeren en stampen vernietigt de vitaminen.

6) Breng zo veel mogelijk afwisseling aan, zowel in bereiding als in grondstoffen. Verandering van spijs doet eten en het waarborgt ons, dat alle nodige stoffen ter tafel komen.