Wat fluoride doet met je tanden

Wat doet fluoride met je tanden, en maakt het fluorgehalte uit?

De fluorionen behoren tot fluor en tot de halogenen in het periodiek systeem. Het is een negatief geladen ion, en verbind zich met een positief geladen ion. Fluorionen die zich binden met positief geladen ionen zijn stabiel, en is dan ook de rede waarom het wordt gebruikt in tandpasta, het houd je tanden sterk. Tanden zijn witte harde structuren in je mond. Om er voor te zorgen dat je tanden in je mond blijven, is goede hygiëne noodzakelijk. De bacteriën worden verwijderd en het glazuur wordt versterkt.

Het effect

Glazuur is de buitenste laag van je tand. Als fluoride bij dit glazuur komt, worden er hydroxide ionen (OH-) toegevoegd bij het glazuur. Deze hydroxide ionen gaan zuren en cariës tegen. Als fluorionen reageren ontstaan fluoriden. De fluorionen worden dus niet direct in de tandpasta gedaan, maar het moet eerst reageren voordat men de stof kan gebruiken. Om fluoride in tandpasta te krijgen, moet je het oplossen met een ander ion. Dit gebeurt door middel van een positief zout. Hiervoor kan onder andere natrium worden gebruikt. Niet alleen natrium wordt voor dit proces gebruikt, maar ook calciumfluoride. Onder andere omdat natruim niet reageert met andere stoffen, kun je het met veel andere ionen oplossen. Dus eigenlijk zit er natriumfluoride in, niet alleen fluoride. Deze reactievergelijking ziet er als volgt uit: Na+ (aq) + F- (aq) à NaF (l)

Fluoride zijn spoorelementen. Dat zijn elementen die elke organisme moet hebben voor een goede groei en functie. Deze stoffen zijn dan ook onmisbaar voor het lichaam. Spoorelementen zijn zouten, zoals natriumfluoride en calciumfluoride. Fluoride zorgt ervoor dat het je tanden versterkt. Het beschermt je tanden tegen een aanslag van bacteriën, en je tanden breken minder snel af. Het glazuur wordt weer opgebouwd zodat het zuuraanvallen tegengaat. De concentratie speelt hier een grote rol bij. Als de concentratie van fluoride laag is, is de kans op ‘fluoridenaandoeningen’ klein, omdat het zorgt dat zuuraanvallen de tanden niet kunnen afbreken of aantasten. Dan schaadt het ook niet de volksgezondheid. Bij deze concentratie fluoride moet je denken aan natriumfluoride of calciumfluoride die in de tandpasta is verwerkt. Fluoridenaandoeningen zijn aandoeningen op je tanden zoals Fluorose(zie figuur 4), en botaandoeningen. Dit wordt herkent aan de witte vlekjes of streepjes op je tanden. Bij hogere concentraties zie je het aan de bruinere vlekken op je tanden.

Verder gaat fluoride ook het ‘gevecht’ met het tandglazuur aan. Hierbij ontstaat de volgende chemische reactie. NaF (l) + Ca5(PO4)3OH (s) à Ca5(PO4)3F

De hydroxide-ionen worden vervangen door fluoride, zodat het glazuur meer zuurbestendig is. Het zuur kan dan moeilijker het glazuur afbreken omdat het glazuur harder wordt. Dit voorkomt weer cariës. Cariës is een andere woord voor tandbederf. Dit proces wordt in gang gezet door het vernietigen van mineralen, dit wordt gedaan door de zuren die uitgescheiden worden door bepaalde bacteriën. De pH daalt, dus het wordt zuurder, en het lost op. Veel voedsel bevat juist deze bacteriën of deze zuren, maar cariës ontstaan eigenlijk door bacteriën die al in je mond zitten, namelijk in tandplaque. Pas als tandplaque langere tijd op je tanden blijft liggen, dus als je niet vaak genoeg poetst, kunnen deze bacteriën cariës veroorzaken (gaatjes).

Calciumfluoride

(CaF2) is naast natriumfluoride ook een veel gebruikte fluoride. Het wordt gebruikt omdat het, net zoals natriumfluoride, ook niet oplost in water, wat in je mond dus erg handig is. Verder heeft deze stof veel mogelijkheden. Calciumfluoride is een fluorescerende stof, dat betekent dat dit atoom lichtdeeltjes absorbeert, zodat het meer energie bevat dan voorheen, en vervolgens het licht ‘uitstraalt’. Daarna komt het atoom weer terug op het punt dat hij de laagste hoeveelheid energie bevat. Dit punt is bereikt als het atoom niet lager gaat dan een bepaalde waarde, de beginwaarde. Dat is bij de temperatuur nul. De atomen kunnen alleen nog maar langzaam trillingen geven en niet meer bewegen. Van daar uit nemen ze weer lichtdeeltjes op, die ook warmte bevatten, zodat de temperatuur en de energie stijgt. Dit is een doorlopend proces, en kun je ook zien aan je tanden als er een bepaald soort licht (blacklight) op je tanden valt. Je tanden kleuren als het ware een beetje op, en je tanden stralen wit licht uit. Dit verschijnsel komt dus door de fluoride.

Fluoridegehalte

Het fluoridengehalte in tandpasta kan verschillen. Dit wordt in 3 groepen onderverdeeld. Bij de eerste groep is het fluoridengehalte laag, namelijk van 250 ppm – 500 ppm. Deze fluoridengehaltes komen alleen voor in tandpasta’s voor kinderen(figuur 4). Dit fluoridengehalte is aangepast aan de leeftijd van kinderen. Als de kinderen namelijk jonger zijn, slikken ze de tandpasta nog wel is in. De fluoride wordt toch op de tanden aangebracht, zodat het tandglazuur hard wordt en zuurbestendig wordt. Ze hoeven na het poetsen niet te spoelen, omdat de fluoride dan juist goed het werk kan blijven doen op lange termijn. Bij de 2de groep is het fluoridengehalte normaal, namelijk 1500 ppm fluoride. 1500 ppm is de normale fluoridengehalte, omdat het niet ingeslikt wordt, en fluoride die gelijk op de tanden wordt aangebracht, door middel van tandpasta, werkt het beste. Bij de 3de groep is het fluoridengehalte hoog, namelijk 10000 ppm fluoride. Deze tandpasta mag alleen gebruikt worden op verzoek van de tandarts. Het fluoridengehalte in tandpasta is vooral gebaseerd op het doel. Bij tandpasta voor gevoelige tanden is de pH hoger dan voor normale tanden. Ze moeten het glazuur dan meer opbouwen, zodat de tanden ongevoelig worden voor warm of koud voedel. Als het fluoridengehalte voor de normale tandpasta hoger is dan 1500 ppm, schaadt dat de tanden en kan het lijden tot ‘fluoridenaandoeningen’ zoals fluorose.