Wat het is en hoe het werkt

Hoe werken sommige dingen

Soms vragen mensen zich wel eens af hoe sommige dingen werken, of sommige mensen vragen zich zelf af wat het is. Wel hier ga ik een paar dingen proberen uit te leggen.

Hoe werkt een thermometer

De thermometer aan de muur is een glazen buisje met een gekleurde streep van binnen. Die streep is in werkelijkheid een vloeistof, die kwik genaamd is. Daar de buis hol is, kan het kwik op en neer bewegen. Het stijgt op als de kamer warmer wordt en daalt wanneer de kamer kouder wordt.

De streepjes en cijfers op de buis geven de hoogte van het kwik aan. Als het beneden de nulstreep daalt, krijg je rillingen en het water zal bevriezen. Maar wanneer het kwik boven 30° stijgt, zal je het erg warm hebben. Waarom wordt de kwikstreep langer en korter? Evenals alle andere dingen, bestaat kwik uit kleine deeltjes die moleculen genoemd worden. De kwikmoleculen zijn altijd in beweging, botsen tegen elkaar en springen van elkaar weg. Zelfs wanneer de gekleurde streep stilstaat in de buis, verplaatsen de moleculen zich onophoudelijk. Door de warmte bewegen zij zich sneller. De snel botsende moleculen schuiven elkaar steeds verder uit elkaar. Daarom neemt het kwik meer plaats in en stijgt in de buis. Wanneer de moleculen koud worden, bewegen ze zich langzamer. Nu hebben ze niet zoveel ruimte nodig om te botsen. Ze komen dichter bij elkaar en het kwik daalt.

Hoe werkt een zaklantaarn

Het lampje in een zaklantaarn ziet eruit als een elektrisch lampje. Het is ook hetzeltde. Dat lijkt misschien vreemd. Aan de zaklantaarn zit geen snoer, dus kan het lampje geen elektriciteit van de centrale krijgen. Maar de batterijen in een zaklantaarn zijn een soort centrale. Zij zenden elektriciteit door het lampje en laten het gloeien wanneer je op de knop drukt om het aan te steken. Hoe maken de batterijen elektrische stroom? Om te beginnen moeten we bedenken dat overal kleine deeltjes elektriciteit zitten. Deze deeltjes, elektronen genaamd, kunnen gedwongen worden zich van de ene plaats naar de andere te bewegen. Elektronen die door een lamp stromen, geven licht. Kijk nu naar de batterij in de tekening. De buitenkant is van metaal en bevat meer elektronen dan de zwarte staaf in het midden. Daar tussenin zit een soort pasta (rood op de tekening). Deze pasta bevat een scheikundige stof die het metaal wat van zijn elektronen kan laten afstaan. Wanneer je de zaklantaarn aansteekt, laat je elektronen van het metaal ontsnappen. Zij gaan door het lampje en daarna naar de zwarte staaf. En onderweg verlichten ze natuurlijk de lamp. Van de staat bewegen ze zich weer door de pasta terug naar het metaal. De scheikundige pasta is te vergelijken met een straat met eenrichtingsverkeer, met een verkeersagent die de elektronen laat bewegen van het metaal naar de lamp en dan naar de staat en weer terug naar het metaal. Nadat de batterij een tijdje gebruikt is, veranderen de chemicalien in de pasta. De stroming van de elektronen houdt op en we zeggen dat de batterij leeg is.

Hoe werkt een elektrische bel

In de meeste huizen is tegenwoordig een elektrische huisbel in de gang of in de hal.

Als iemand buiten op een knopje drukt, gaat een klepeltje zeer snel tegen de bel tikken en dan hoor je de huisbel. De elektrische bel heeft een elektro-magneet. Als men op het knopje drukt, gaat er stroom door de windingen van het klosje, en dan wordt het klepeltje aangetrokken. Dit klepeltje wordt niet vastgehouden, want dan zou de bel niet werken. Aan het klepeltje zit een buigzaam veertje dat in contact staat met een contactpunt waardoor de stroom naar de magneet gaat. Als de magneet wordt aangetrokken, wordt de stroom onderbroken doordat het veertje niet meer tegen de contactschroef komt. De klepel veert dan terug. Er wordt weer contact gemaakt en dan gaat de stroom weer door. Dit gaat vele malen snel achtereen. Zo ontstaat het bellen van de elektrische huisbel.