Wat is decentrale selectie

Inleiding

De meeste leerlingen van havo en vwo gaan na hun opleiding nog een tijdje door met studeren. Ze gaan bijvoorbeeld naar een hogeschool voor een hbo-opleiding of ze gaan naar een universiteit. Alsof de studiekeuze op zich al niet lastig zat is, kunnen de leerlingen bij sommige studies ook nog eens te maken krijgen met een zogenaamde ‘’decentrale selectie’’. Dit heeft te maken met de studieplaatsenverdeling. Maar wat is een decentrale selectie dan eigenlijk precies?

Loting en decentraal

Een paar studies zijn erg populair in Nederland, denk bijvoorbeeld aan psychologie en geneeskunde. Jaarlijks melden duizenden zich aan in de hoop een plek te krijgen in deze studies. Niet iedereen die zich aanmeldt, mag namelijk ook daadwerkelijk deze studies gaan volgen. Dat heeft te maken met vraag en aanbod. Het is erg ongunstig wanneer er meer mensen psychologiestudenten zijn dan er vraag is naar psychologen. Dit zou een grote werkloosheid opleveren. Daarom is besloten dat bij een paar studies maar een bepaald aantal plekken beschikbaar is. Dit soort studies heten numerus fixusstudies.

Tot voor kort werden de plekken voor numerus fixusstudies vergeven door middel van een gewogen loting. Iedereen die zich aanmeldde voor een bepaalde studie, bijvoorbeeld geneeskunde in Rotterdam, werd in een bepaalde groep ingedeeld. In groep A zaten bijvoorbeeld alle leerlingen die hun eindexamen hadden afgesloten met een cijfer tussen de 7,5 en 8 In groep B leerlingen met een eindexamencijfer tussen de 7,0 en 7,5 enzovoorts. Hoe ‘’beter’’ de groep was waar je in zat (met groep A als beste groep), hoe groter de kans was dat je werd ingeloot. Veel universiteiten besloten om voor leerlingen die cum laude slaagden, dus met een 8,0 of hoger, een uitzondering te maken. Zij hoefden niet mee te doen met de loting maar werden gelijk geplaatst. Tegenwoordig besluiten steeds meer universiteiten en hogescholen om de loting af te schaffen en de plaatsen te verdelen op een andere manier, namelijk decentrale selectie.  

Decentrale selectie

Bij decentrale selectie worden de leerlingen niet meer in groepen verdeeld. Niet alleen het eindexamencijfer is hier namelijk van belang bij plaatsing. Bij de verdeling van de plaatsen, kan ook gekeken worden naar andere competenties van leerlingen, zoals extra werkzaamheden die ze buiten school gedaan hebben. Ook kiezen veel scholen ervoor om iedereen een toets te laten maken die met de studie te maken heeft. Als je goed scoort voor deze toets, is je kans op toelating groter. De onderdelen van een decentrale selectie verschillen per hogeschool/universiteit en per studie. Zo kan er bij een studie geneeskunde bijvoorbeeld gevraagd worden of je ervaring hebt met verpleging en bij een studie journalistiek kunnen je schrijfvaardigheden getoetst worden. Voor de precieze ‘’inhoud’’ van een decentrale selectie, moet je kijken op de website van de hogeschool of universiteit.

Vaak is het ook zo dat je je vroeg aan moet melden bij je studie, wil je mee kunnen doen aan een decentrale selectie. Voor de meeste studies hoef je je pas aan het eind van je examenjaar in te schrijven, terwijl die deadline voor studies met een decentrale selecties maanden eerder kan liggen. Dit heeft ermee te maken dat de decentrale selectie veel tijd in beslag kan nemen. Ook wordt er vaak gekozen om de toets, waar eerder al over gesproken werd, plaats te laten vinden tijdens je centrale eindexamen. Hierdoor zal je het extreem druk krijgen, maar kan de universiteit of hogeschool zien hoe goed je in staat bent grote hoeveelheden stof te leren.

Een aantal universitaire studies waarbij decentrale selectie toe wordt gepast zijn biomedische wetenschappen, geneeskunde, psychologie, bedrijfskunde, bouwkunde en diergeneeskunde. Een aantal HBO-studies met decentrale selectie zijn Communication and Media Design, huidtherapie, journalistiek, mondzorgkunde en fysiotherapeut.

Conclusie

Decentrale selectie is een moderne manier van het verdelen van studieplaatsen voor numerus fixusstudies. Dit zijn studies waarbij maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is. Bij decentrale selectie wordt niet meer alleen naar het eindexamencijfer gekeken, maar bijvoorbeeld ook naar andere competenties van de student en/of extra werkzaamheden met betrekking tot de studie. 

Bronnen afbeelding: Wikimedia Commons, KF, Electron