Wat is heksenvervolging

Algemeen

In het begin van de 14e eeuw, zo rond 1320 begon de heksenvervolgingen een enorme vlucht te nemen. Niet alleen in Nederland, maar in grote delen van Europa werden vele mensen slachtoffer van de beschuldiging heks te zijn. Velen van hen werden veroordeeld, als ze al niet eerder aan de gevolgen van de martelingen waren bezweken.

Wat is een heks

Volgens de kerk waren heksen vrouwen die een “pact” hadden gesloten met de duivel. Er werd zelfs gezegd dat deze vrouwen een seksuele relatie met de duivel hadden. Al in 1216 werd de Dominicaner orde opgericht om de ketterij tegen te gaan, en ook hekserij viel hier onder.

In werkelijkheid was (en is) een heks een wijze vrouw met veel verstand van de natuur, waaronder ook (geneeskrachtige) kruiden behoren. Een heks vereert de elementen, aarde, maan en zon. Zij zal nooit en te nimmer een mens of dier kwaad doen, eerder genezen als dat mogelijk is.

Heksenhamer

In 1487 werd een boek uitgegeven dat bestaat uit 3 delen. In dit boek wordt uiteengezet hoe een heks te herkennen, hoe een bekentenis kon worden afgedwongen. Ook werd beschreven hoe een proces moest worden gehouden en welke veroordelingen er gegeven moesten worden.

Het boek is geschreven door Sprenger en Heinrich Kramer, twee Dominicanen. Voordat zij het boek schreven, hadden zij ruime ervaring opgedaan met heksenprocessen, vooral in Duitsland.

Waarom vervolgen

De bedoeling van de heksenvervolging was het uitbannen van de laatste Keltische rituelen, een heks aanbidt namelijk de zonnewende en “heidense” feesten als Beltane en Samhain. Hekserij werd dan ook gekenmerkt als een “buitengewone misdaad”. Aangezien veel mensen in de jaren van vervolging niet konden lezen, waren zij niet in de gelegenheid om dingen uit te zoeken. Dus waren zij afhankelijk wat geleerden, zoals onder andere de kerk, hun leerden.

Om de “heidense” rituelen definitief uit te bannen, moest de rechters en inquisiteurs wel een heks kunnen herkennen. Hoe: dat staat in de Heksenhamer, enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Heksen kunnen voorspellen
  • Heksen kunnen vliegen (al dan niet op een bezemsteel)
  • Heksen kunnen genezen
  • Heksen bezitten magische krachten
  • Heksen kunnen een ander lichaam aannemen

Vervolging

Het was iedere burger toegestaan een medemens van hekserij te beschuldigen. Dan was het aan de rechterlijke macht om vast te stellen of iemand (vrouw, man of kind) werkelijk van hekserij beschuldigd kon worden. In werkelijkheid betekende een willekeurige beschuldiging eigenlijk al een veroordeling. Het was erg moeilijk om van een dergelijke beschuldiging af te komen.

De beschuldigde vrouw (man of kind) werd door de rechter ondervraagd. Werd de ten laste gelegde beschuldiging ontkent, werd er al gestraft. Vaak met marteling, dit werd namelijk in de Heksenhamer goedgekeurd. De martelingen werden door de beul uitgevoerd en deze konden bestaan uit:

  • De heksenwaag. Een grote weegschaal waar personen op gewogen konden worden. Er zijn verschillende uitleggen te vinden over bij welk gewicht een persoon een heks was. Zo wordt gezegd dat iedere vrouw die minder dan 50 kg woog een heks was. Ook wordt gezegd dat een vrouw een heks is wanneer zij minder weegt dan haar lengte, alles boven een meter. Een verklaring dat een vrouw niet aan de criteria van een heks voldeed, koste in die tijd 6,50 guldens. Een enorm bedrag voor die tijd.
  • Waterproef: Een hele bekende manier van martelen om te ontdekken of een verdachte echt een heks was, was de waterproef. Er werd een steen om de nek of voeten gebonden en de verdachte werd in het water gegooid. Blijft zij drijven, dan was het oordeel “heks”. Zonk zij, dan werd de beschuldiging ingetrokken. Helaas was de beschuldigde dan vaak al verdronken, naar beneden getrokken door het gewicht van de steen.
  • Pinnen: Er werden pinnen in de eventuele heks gestoken. Het was dan de bedoeling dat de heks op haar lichaam aanwees waar de pin gestoken werd. Heksen zouden namelijk veel eelt hebben, en op eeltige plekken voelt men het prikken niet.

Veroordeling en executie

Bijna iedere verdachte werd dus ook veroordeeld. Waren zij ten tijde van de heksentesten niet overleden, dan was zeer vaak het oordeel dat de veroordeelde een heks was. Dan was de veroordeling unaniem de brandstapel.

Indien een heks dan nog berouw toonde, dan werd de veroordeelde gewurgd voordat ze werden verbrand (dan bestond er nog een mogelijkheid dat hun geest de hemel zou bereiken). Werd er geen berouw getoond, dan werd men levend en bij volle bewustzijn verbrand en verbeurde men de kans op de hemel. Verbranden was nodig, want zo werd er gesteld, is een heks dood door verbranding dan zijn ook haar magische en duivelse krachten verdwenen.

Rond 1590 werd het populair om massaprocessen te houden en was het individueel beschuldigen van een medemens niet langer interessant. De ene verdachte werd gedwongen namen te noemen van haar mede heksen. Door de martelingen werden vaak namen genoemd van andere onschuldige mensen. Op deze manier ontstond een sneeuwbaleffect en ontstonden massaprocessen.

Einde van de heksenvervolging

Na bijna 4 eeuwen van heksenvervolging kwam ere en einde aan het ombrengen van onschuldige mensen. In 1720 was in heel Europa het vervolgen en veroordelen van heksen afgeschaft. In Nederland was het laatste heksenproces al in 1620. In Nederland ware er toen ongeveer 250 heksen verbrand. Er kwam namelijk steeds minder bewijsmateriaal op tafel en de proceskosten waren erg hoog.

Rond 1636 zond de toenmalige paus kardinalen naar Europa om te getuigen van de heksenvervolgingen. Vol ontzetting hebben zij de paus gerapporteerd was zij hebben gezien. Dit leidde tot het verbod van heksenvervolging. In deze 4 eeuwen zijn in geheel Europa waarschijnlijk miljoenen mensen veroordeeld of gestorven voordat hun verhoor was afgelopen.