Wat is het gevaar van stolling in het bloed

Bloedstolling

Bloed is een onmisbaar bestanddeel van het menselijk lichaam. Het circuleert constant door ons lichaam en levert onder andere zuurstof en voedingstoffen aan de verschillende weefsels. Daarnaast verwijdert het bloed ook de afvalproducten uit weefsels. Een eigenschap van bloed is dat het onder bepaalde omstandigheden gaat stollen. Door middel van stolling kan ons lichaam vlug wonden sluiten die bloeden. Als je bijvoorbeeld een snee in je vinger krijgt zal er onmiddellijk bloed gaan vloeien. Maar na korte tijd zal het bloed gaan stollen, de wond gaat langzaam dicht en het bloeden stopt. Bloedstolling is dus noodzakelijk, maar waarom kan bloedstolling dan toch zo gevaarlijk zijn?

De gevaren van stolling

Bloedstolsel

De wond wordt gesloten door een bloedstolsel dat ontstaan is door een reactie tussen stollingsfactoren en bloedplaatjes. Deze eigenschap van ons bloed voorkomt dat we dood kunnen bloeden bij kleine verwondingen. Het bloeden van de wond is nu gestopt en onder het stolsel kunnen weefsels zich herstellen en hierdoor zal de wond genezen. Bloedstolling functioneert dus als een verdedigingsmechanisme voor het menselijk lichaam.

Bloedstolling kan helaas ook een tegengesteld effect hebben in het geval van sommige ziekten. Wanneer het bloed bijvoorbeeld inwendig gaat stollen kan dit grote problemen veroorzaken. Bepaalde afwijkingen in het stollingssysteem kunnen leiden tot de vorming van stolsels in het lichaam. Bloedstolsels kunnen gevormd worden in de kamers van het hart en in aders of slagaders. Zo is er een verhoogde kans tot het vormen van bloedstolsels na het plaatsen van een kunsthartklep. Deze stolsels kunnen beschadigingen in de hersenen en andere delen van het lichaam veroorzaken. Ze kunnen zelfs een kunsthartklep beschadigen.

Embolie en weefselschade

Een gevaar van stolselvorming in het lichaam is dat deze stolsels los kunnen raken. Als een stolsel los raakt en door de bloedbaan wordt meegevoerd zal het uiteindelijk een bloedvat afsluiten. Een klein stolsel kan in de kleine bloedvaatjes van de longen terecht komen terwijl een groot stolsel een hele longslagader kan verstoppen. Het bloed kan er dan niet meer omheen en het gebied achter het stolsel zal niet of nauwelijks worden voorzien van zuurstof en andere voedingsstoffen met als gevolg dat er weefselschade ontstaat. Dit verschijnsel wordt een embolie genoemd. Een embolie sluit dus de bloedtoevoer naar de weefsels af met als gevolg dat er weefselschade ontstaat omdat er niet of nauwelijks doorbloeding meer is op die plek. In sommige gevallen kan de weefselschade zeer ernstig zijn afhankelijk van de belangrijkheid van het aangetaste bloedvat. Een acute afsluiting van de longslagader door een stolsel heeft meestal een dodelijke afloop. Een stolsel in de hersenen veroorzaakt een beroerte. De vorming van stolsels in ons lichaam moet dus te allen tijde worden voorkomen.

Voorkomen van trombose en embolie

Om ongewenste stolsels of emboliën te voorkomen worden bepaalde medicijnen (coumarines) aan patiënten voorgeschreven. Deze zijn speciaal gemaakt om te voorkomen dat het bloed te snel gaat stollen. De medicijnen "verdunnen" het bloed waardoor de bloedstolling aanzienlijk wordt vertraagd. De medicijnen zorgen ervoor dat het bloed er langer over doet om te stollen. 

 

Conclusie

Bloedstolling is vitaal voor ons lichaam. Het zorgt ervoor dat bloedende wonden worden afgesloten en heeft daarmee een defensieve werking in dienst van ons lichaam. We kunnen dus blij zijn met de bloedstolling maar inwendige bloedstolling kan een gevaar zijn wanneer het teveel wordt of te snel gaat. In dat geval lopen we risico op een trombosebeen, embolie of herseninfarct.