Wat is het socialisme

Inleiding

Er zijn veel verschillende politieke partijen in de Tweede Kamer. Onder andere de PvdA en de SP hebben zetels. Iedere partij heeft een eigen mening, eigen standpunten en een eigen visie. Deze visies zijn onder te delen in een aantal stromingen. De PvdA en de SP zijn partijen die het socialisme aanhangen. Ze zijn sociaaldemocratisch. Maar wat is dat precies, het socialisme? 

Algemeen

Het socialisme, ook wel de sociaaldemocratie genoemd, is een politieke en maatschappelijke stroming die streef naar gelijkheid op sociaal, cultureel en economisch vlak. Solidariteit, gelijkheid en sociale rechtvaardigheid zijn kernbegrippen binnen deze stroming. De gemeenschap staat centraal. Het individu, de mens, is ondergeschikt aan de gemeenschap. Het socialisme kent zijn oorsprong in de eind 18e, begin 19e eeuw tijdens de Franse Revolutie en de daaropvolgende industriële revolutie. De Fransman François Noël Babeuf was de allereerste persoon die het socialisme als staatsvorm wilde. Maar ondanks zijn inspanningen werd het socialisme niet meteen geaccepteerd. Dat gebeurde pas na de opkomst van het marxisme aan het einde van de 19e eeuw.

Het socialisme kent vele zijtakken, zoals het christensocialisme, het nationaalsocialisme en het religieussocialisme. Een verdergaande stroming van het socialisme is het communisme. Dit is een politieke stroming die streeft naar volledige gelijkheid op sociaal, cultureel en economisch vlak. Er worden geen uitzonderingen toegestaan.

Het socialisme in Nederland

De eerste socialistische partij in Nederland werd in 1881 opgericht en werd de Sociaal-Democratische Bond (SDB) genoemd. De eerste socialist in de Tweede kamer is Domela Nieuwenhuis, een lid van de SDB. In 1894 valt de SDB uit elkaar en wordt als reactie daarop de SDAP, de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, opgericht. Tot de Tweede Wereldoorlog was deze partij de grootste sociaaldemocratische partij in Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog besluiten de links-liberale partij VDB (Vrijzinnig Democratische Bond), de SDAP en de CDU (de Christelijk Democratische Unie) samen te smelten tot de Partij van de Arbeid, de PvdA. De PvdA wordt gezien als een brede doorbraakpartij. De PvdA bleek voor veel ex-VDB’ers te links: zij stapten al snel uit de partij en sloten zich aan bij de VVD, de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

Vanaf 1948 is Willem Drees, lid van de PvdA, premier. Zijn partij bouwt, samen met de KVP, een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid op. In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw wordt de PvdA ineens een stuk radicaler, er ontstaat rond die tijd ook een nieuwe partij: de D66. De PvdA, PPR en D66 vormen samen een nieuw kabinet, bekend onder de naam Kabinet-Den Uyl.

In 1994 gebeurt er iets wat voor vele mensen een lange tijd onmogelijk had geleken: de PvdA gaat samen regeren met de liberale VVD en vormt een paars kabinet, bekend onder de naam Kabinet-Kok I. Eveneens komt in 1994 de Socialistische partij, de SP, voor het eerst in de Tweede Kamer. In 2005 is deze partij de op twee na grootste partij van Nederland, en in 2006 breidt de SP het aantal zetels in de Tweede kamer uit van 9 naar 26. De scherpe kantjes zijn er bij de SP inmiddels vanaf, de partij is niet meer zo ‘extreem’ als in de jaren ’80. Toch zijn de socialistische partijen in Nederland vaak deelgenoot van de regering geweest na de Tweede Wereldoorlog.

Uitgangspunten

Zoals iedere  politieke stroming, heeft ook de sociaaldemocratische beweging een aantal uitgangspunten:

  • Gelijkheid. Er moet sprake zijn van een gelijke verdeling en spreiding van kennis, macht en inkomsten in Nederland. Als er te grote verschillen zijn op een van deze punten in onze samenleving, dan leidt dit tot ongelijkheid en ongelijke kansen voor individu. De sociaaldemocraten streven juist naar gelijkheid en willen deze ongelijkheden dus voorkomen.
  • Democratisering. Mensen moeten op vele vlakken inspraak en zeggenschap krijgen. Het is niet enkel de overheid die regeert, maar ook het volk moet iets te zeggen hebben. Je probeert mensen dan ook zo veel mogelijk bij politieke onderwerpen en processen te betrekken, zodat er sprake is van democratie in Nederland. 
  • Solidariteit. In de Nederlandse samenleving moeten we solidair zijn met elkaar. Niet alleen met mensen die je goed kent of mensen die het goed maken, maar ook met mensen die het op bepaalde fronten slechter hebben. Je steunt en helpt elkaar daar waar mogelijk. Onder de mensen die het op bepaalde fronten slecht hebben verstaan we onder andere lager opgeleiden, mensen in de Derde Wereld, asielzoekers en mensen die recht hebben op een uitkering.
  • Maatschappelijke gelijkheid. Zoals bij het punt ‘Gelijkheid’ als is aangestipt, zijn sociaaldemocraten voor gelijkheid in een land. Toch heerst er in Nederland op dit moment een maatschappelijke ongelijkheid. Er zijn niet alleen verschillen tussen mensen op gebied van inkomsten, maar ook doordat er verschillende sociale klassen zijn. Door het verschil in opleiding of inkomsten zijn de kansen niet gelijk voor verschillende mensen. Mensen die niet over de juiste of een hoge opleiding beschikken, zijn minder waardevol voor de samenleving, want ‘kennis is macht’. De sociaaldemocraten zijn tegen deze maatschappelijke ongelijkheid en streven naar maatschappelijke gelijkheid. 
  • Nivellering. Nivellering betekent het verkleinen van inkomstenverschillen. Volgens de socialistische partijen zijn de inkomstenverschillen in Nederland te groot, waardoor de ongelijkheid in de samenleving (waar de socialisten overduidelijk tegen zijn) alleen maar toeneemt. 
  • Actieve rol van de overheid.  De sociaaldemocraten willen een actieve en intensieve rol van de overheid op het sociaaleconomische gebied. Zij geloven namelijk dat de samenleving maakbaar is. Een beperkte marktwerking moet geen problemen opleveren, maar door invloed van de overheid kunnen ook enkele problemen binnen de ongelijkheid in Nederland opgelost worden. Overheid en markt vormen volgens de sociaaldemocraten geen tegenstelling, maar het zijn hooguit tegenpolen.

Conclusie

De sociaaldemocratie (het socialisme) is een politieke stroming die streeft naar gelijkheid op het sociale, culturele en economische vlak. De gemeenschap staat centraal. Het socialisme kent zijn oorsprong in de 18e - 19e eeuw. Er zijn vele zijstromingen binnen het socialisme. De socialistische partijen die Nederland vandaag de dag nog kent zijn de SP en de PvdA. Deze laatste heeft al vaak deel uitgemaakt van de regering. De socialistische stromingen kent zes uitgangspunten: gelijkheid, democratisering, solidariteit, tegen maatschappelijke ongelijkheid, nivellering en een actieve rol van de overheid.

Bron afbeelding: Wikimedia Commons, Ruud Zwart