Wat is neerslag, en hoe onstaat het eigenlijk

Iedereen die in Nederland woont vindt regen heel erg normaal. Maar hoe ontstaat regen? Wat is regen nou eigenlijk precies? Waardoor regent het in het tropisch regenwoud veel en 100 kilometer verderop helemaal niet? Hoe ontstaat een koufront en een warmtefront nou? Wat gebeurt er nou als er een warmtefront of een koufront ontstaat? Op deze vragen en nog heel veel geeft dit artikel je antwoordt.

Ontstaan van neerslag

Neerslag (regen hagel of sneeuw) heeft te maken met opstijgende lucht. Hoe hoger je komt ,hoe kouder het is. Lucht die opstijgt, koelt dan af. Koude lucht kan minder water bevatten dan warme lucht. Door opstijgen van lucht kan het dus gaan regenen, sneeuwen fo hagelen.

Neerslag in een gebergte

De windkant van een gebergte heet de loefzijde. Aan de loefzijde wordt de lucht omghooggestuwd. Deze koelt af en brengt regen. Regen die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte noem je stuwingsregen.

Aan de andere kant ligt de lijzijde. De lijzijde is dus de kant die uit de wind ligt. De lucht daalt daar en wordt warmer. Aan die kant valt weinig of geen neerslag. Je kunt ook zeggen dat het gebied acher de bergen in de regenschaduw ligt.

Natte tropen, droge woestijnen

Bij de evenaar stijgt de lucht door opwarming op. De zon staat er loodrecht aan de hemel. Door de warmte stijgt de lucht en koelt af. Daardoor regent het veel in de streken rond de evenaar. Dat zijn stijgingregens.

Op Wereldschaal zijn gebieden met stijgingregens goed te herkennen. Er valt per jaar meer dan 2000 mm. Daar vindt dus ook het altijd vochtige tropisch regenwoudklimaat.

De lucht blijft niet stijgen. Op grote hoogte stroomt de lucht in noordelijke en zuidelijke richting weg. In gebieden tussen de 20 NB en 40 ZB daalt hij. Dalende lucht wordt warmer, waardoor het droog wordt. Het regent bijna nooit. Zelfs zo weinig dat er woestijnen zijn ontstaan.

Koufront en warmtefront

In West-Europa kan het weer nat en winderig zijn. Dat heeft te maken met lagedrukgebieden. Ook wel depressies, die zich van west naar oost verplaatsen. Zo`n depressie ontstaat boven de oceaan in het grensgebied tussen de verschillende luchtsoorten. Dat zijn grote hoeveelheden lucht uit de tropen of koude lucht uit de poolstreken. Zo`n botsingplek van warme en koude lucht heet een front. Een front kan zich honderden kilometers ver uitstrekken.

Bij het passeren van een koufront stroomt relatief koude lucht binnen. De zwaardere koude lucht dringt onder lichtere warme lucht. Het dwingt de warme lucht tot stijgen. Stijgende lucht koelt af en brengt regen. Dat zijn frontale regens.

BI het passeren van een warmte front stroomt relatief warme lucht binnen. De warme lucht schuift over de koude lucht heen. Waardoor er, net zoals bij het passeren van een koufront, frontale regens ontstaan. Meestal regent het langdurig, maar minder hard dan bij het passeren van een koufront.

Op de weerkaart wordt een koufront aangegeven door middel van lijn met zwarte (of blauwe) driehoekjes. Een warmtefront herken je aan de lijn met halve