Wat staat er op een etiket bij voedingswaren

Etiket en labels van voedingswaren

In het algemeen is winkelen niet onze favoriete bezigheid, althans niet het gewone wekelijkse supermarktbezoek. Kleding of schoenen shoppen is leuker! Doch als het dan toch moet gebeuren, neem dan de nodige tijd om de etiketten en labels te lezen. Neem de tijd om te lezen wat je eet. Als inkoper van je gezin ben je immers verantwoordelijk voor de gezondheid van je gezinsleden. Al eens bij stilgestaan?

 

Wat staat er op een etiket?

De verpakking biedt alle informatie zodat je als bewuste consument zonder veel moeite producten kan vergelijken, slimmer kan aankopen en bijgevolg gezonder gaat eten.

De informatie die je vindt op voorverpakte producten kan je indelen in 3 categorieën:

1. De ingrediënten

Fabrikanten zijn verplicht om alle ingrediënten te vermelden. De volgorde wordt bepaald door hun gewicht. Dit betekent dat een koekje waarvan de ingrediëntenlijst aanvangt met bloem, suiker, dextrose,... meer bloem dan suiker bevat, meer suiker dan dextrose enzovoort. Er bestaat ook een lijst met 14 allergene stoffen die altijd vermeld moeten worden als ze bij de productie van een voedingsmiddel betrokken zijn, hoe klein de hoeveelheid ook is.

2. De dagelijkse voedingsrichtlijn (GDA= Guidelines Daily Amount)

Sedert kort wordt ook op de verpakking vermeld hoeveel een portie van het voedingsmiddel bijdraagt tot de dagelijkse behoefte aan energie en noodzakelijke voedingsstoffen als eiwitten, vetten en koolhydraten. Dat wordt uitgedrukt in percentages ten opzichte van wat een volwassen vrouw elke dag nodig heeft. Wat de energie betreft is dat 2000 kcal zodat bijvoorbeeld een doos ontbijtgranen met 200 kcal voor een portie van 40 gram zal vermelden dat die 10% van de dagelijkse energiebehoefte dekt. Dit zijn uiteraard algemene richtlijnen, geen individuele cijfers: de consument moet zelf bijsturen naargelang zijn leeftijd, gewicht en bewegingspatroon.

3. De gemiddelde voedingswaarde

Op elke verpakking vindt u een tabelletje met de energiewaarde van het product per 100 gram en soms per portie, de hoeveelheid eiwitten, koolhydraten en vetten. Soms wordt de hoeveelheid suikers in die koolhydraten gepreciseerd en/of het aandeel verzadigde vetzuren bij de vetten, het vezelgehalte, de vitamines en mineralen, natrium, cholesterol... Het voedingswaardetabelletje vindt u op het overgrote deel van de voedingsmiddelen hoewel het alleen in bepaalde gevallen wettelijk verplicht is.

Per rubriek

  1. De calorieën duiden de hoeveelheid energie aan die een product levert. De energiewaarde wordt uitgedrukt in kilocalorieën (kcal) en kiloJoules (kJ). Die laatste eenheid wordt echter minder gebruikt waardoor het makkelijker is om u bij de kilocalorieën te houden. De totale energiewaarde wordt berekend door de kilocalorieën van eiwitten, koolhydraten en vetten op te tellen.
  2. De eiwitten worden wel eens vergeleken met bouwstenen die ons lichaam nodig heeft om te groeien of weefsels te herstellen en op te bouwen. Dierlijke eiwitten zitten in vlees, vis, eieren en zuivel. Plantaardige eiwitten in een aantal groentesoorten, granen, zaden, noten, gedroogd fruit en peulvruchten.
  3. De vetten hebben een slechte reputatie maar de ene soort is beter voor onze gezondheid dan de andere en we hebben ze nodig, zowel plantaardige als dierlijke. Het etiket preciseert vaak hoeveel verzadigde vetzuren er in een voedingsmiddel zitten: die zijn het slechtst voor de gezondheid, vooral voor mensen die al risico lopen op hart- en vaat-aandoeningen. Verzadigde vetzuren zitten vooral in dierlijke vetten.
  4. De koolhydraten vormen de brandstof voor ons lichaam. Zowel suikers (vlug opgenomen door ons lichaam) als zetmeel (dat zijn energie geleidelijk afgeeft) behoren tot die categorie.
  5. Hoeveeheid zout: Natrium: hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten... allemaal goede redenen om de zoutconsumptie te matigen. Wel opletten, want het etiket kan verwarring stichten: het natriumgehalte is niet identiek aan het zoutgehalte. Als op een etiket alleen het natriumgehalte vermeld is, moet u dat met 2,5 vermenigvuldigen om het zoutgehalte te kennen. Per dag mogen we maar 6 à 8 gram zout eten. Maar we hebben vlug de neiging om die limiet te overschrijden.

Tips

En, zeker niet onbelangrijk: let op de houdbaarheids-/bewaardatum!