Wat zijn de verschillende dubbelopjes in de Nederlandse taal

Inleiding

Als je een tekst schrijft is het belangrijk dat je goed formuleert. Wie het Nederlands onvoldoende beheerst en dus veel fouten maakt, zal als schrijver vaak minder serieus genomen worden. Maar een tekst wordt ook beter leesbaar als er geen fouten in zitten. Bij het formuleren zijn er 5 verschillende fouten waarbij iets op de een of andere manier twee keer gezegd wordt, de zogenaamde ‘dubbelopjes’. Sommige fouten zijn makkelijk te herkennen als je de zin een keer doorleest, andere fouten vallen minder op. Zo wordt door veel Nederlanders de contaminatie ‘uitprinten’ gebruikt. Maar wat zijn de ‘dubbelopjes’ precies? En hoe kan je ze herkennen? 

Onjuiste herhaling

Een onjuiste herhaling komt voor met betrekking tot voorzetsels. Wanneer een vast voorzetsel twee keer wordt gebruikt in de zin, terwijl het maar een keer nodig is, heet dit een onjuiste herhaling.

Voorbeeld:

Fout: Op zo’n partij als de Partij van de Dieren zou een dierenhater niet op moeten stemmen.

Zoals je in dit voorbeeld ziet, staat het vaste voorzetsel ‘op’ twee keer in de zin, waardoor de opbouw niet meer klopt. Als je de 2e 'op' weg haal, ontstaat er wel een goede zin.

Goed: Op zo’n partij als de Partij van de Dieren zou een dierenhater niet moeten stemmen. 

Tautologie

Wanneer hetzelfde twee keer wordt gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordsoort (bijvoorbeeld 2 zelfstandige naamwoorden), noemt men dat een tautologie.

Voorbeeld:

Fout: Ik lees graag boeken over de Middeleeuwen, zoals bijvoorbeeld ‘Kruistocht in Spijkerbroek’ en ‘Brief voor de Koning’.

Dit is een tautologie, omdat ‘zoals’ en ‘bijvoorbeeld’ allebei hetzelfde betekenen en tot dezelfde woordsoort behoren. Het beste is om een van de twee te gebruiken en de andere weg te laten.

Goed: Ik lees graag boeken over de Middeleeuwen, zoals ‘Kruistocht in Spijkerbroek’ en ‘Brief voor de Koning’.

Pleonasme 

Je spreekt van een pleonasme, wanneer een deel van de betekenis van een woord of woordgroep nog eens door een ander woord wordt uitgedrukt. Dit is te vergelijken met een tautologie, het enige verschil is dat bij een pleonasme de woorden niet van dezelfde woordsoort zijn.

Voorbeeld:

Fout: De aanwezige bezoekers hebben allemaal van de opening van de dierentuin genoten.

Zoals je waarschijnlijk ziet, betekenen de woorden ‘bezoekers’ en ‘aanwezig’ eigenlijk hetzelfde. Als je ergens bezoeker bent, ben je er altijd aanwezig. Het is beter wanneer je het bijvoeglijk naamwoord weglaat.

Goed: De bezoekers hebben allemaal van de opening van de dierentuin genoten.

Maar let op: 

Pleonasmen gaan vaak over een zelfstandig naamwoord en een bijvoeglijk naamwoord, denk bijvoorbeeld aan natte sneeuw¸ gele zonnebloem en witte sneeuw. Er zijn echter ook pleonasmen in andere combinaties, die wellicht minder goed opvallen, zoals:

Ik heb toestemming van  mijn baas om een paar dagen vrij te mogen nemen. 

De woorden ‘toestemming’ en ‘mogen’ betekenen eigenlijk hetzelfde: Als je iets mag doen, heb je toestemming, je zou dus een van de 2 weg moeten laten. (Daardoor  verandert de zin wel een beetje!) 

Contaminatie 

Ook komt het soms voor dat verschillende woorden of uitdrukkingen door elkaar gehaald worden. Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en vermengd, heet dit een contaminatie.

Voorbeeld:

Fout: Die televisie is heel mooi, maar kost toch echt veel te duur.

De combinatie kost en duur klopt niet helemaal. Iets is veel te duur of kost (veel te) veel, maar die 2 uitdrukkingen gaan niet samen. Je kan deze zin dan ook op twee manieren verbeteren:

Goed: Die televisie is heel mooi, maar is toch echt veel te  duur of  die televisie is heel mooi, maar kost toch echt veel te veel.

Ook kunnen er contaminaties voorkomen in één woord. Voorbeelden hiervan zijn overnieuw (het is opnieuw of over), uitprinten (het is uitdraaien of printen) en nachecken (het is nakijken of checken).

Dubbele ontkenning

Het laatste ‘dubbelopje’ is de dubbele ontkenning. In zinnen met een werkwoord dat een ontkennend karakter heeft (voorkómen, misbruiken etc.) wordt soms onterecht een 2e ontkenning toegevoegd, de dubbele ontkenning.

Voorbeeld:

Fout: De schrijver deed veel moeite om te voorkomen dat in  zijn artikel geen spelfouten zouden staan.

In de zin hierboven zeg je eigenlijk dat de schrijver juist zorgde dat er spelfouten in zijn artikel zitten, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Daarom moet je een van de 2 ontkenningen weglaten. 

Goed: De schrijver deed veel moeite om te voorkomen dat in zijn artikel spelfouten zouden staan.

Conclusie

De 5 verschillende fouten waar iets onnodig 2 keer wordt gezegd, zijn dus: onjuiste herhaling, tautologie, pleonasme, contaminatie en dubbele ontkenning. Hopelijk heb je na het lezen van dit artikel een idee hoe je deze fouten kan herkennen en helpen de regels je om de fouten niet meer te maken. Het is voor een schrijver belangrijk om de bovenstaande regels in acht te nemen, want een artikel waar geen fouten in staan, is makkelijker leesbaar en zal dus ook sneller gelezen worden!