We zeggen meer dan

we denken te zeggen

Gesprek

Hoewel we allemaal weten hoe we iets moeten zeggen , komt het er vaak op neer dat we meer zeggen dan we willen zeggen. Zo zeggen we vaak niet alleen iets met de woorden die we kiezen. Bijvoorbeeld dat wij gestudeerd hebben of uit de omgeving van Nijmegen komen. Maar we zeggen ook iets met de toon die we gebruiken. Zo komt het bijvoorbeeld voor dat mensen scheldwoorden liefkozend gebruiken door ze op een vriendelijke manier te uiten. Of we zijn juist sarcastisch door het ritme waarmee we een woord uitspreken. Zo weten we allemaal dat iemand die het woord schat verlengd uitspreekt dat niet vriendelijk bedoeld. We zeggen dus vaak meer door de manier waarop we iets zeggen, dan door wat we zeggen.

⬇ Index

C’est le ton qui fait la musique

Dit Franse spreekwoord: “C’est le ton qui fait la musique” is bekend bij hele generaties Nederlanders van voor de jaren zeventig en tachtig. Het betekent letterlijk: “Het is de toon die de muziek maakt.” Maar we bedoelen er mee dat wat anderen je horen zeggen niet bepaald wordt door de woorden die je gebruikt, maar door de klank van je stem. Natuurlijk is het zoals ieder spreekwoord een versimpeling van de werkelijkheid. Want als de klank voldoende was om over te brengen wat we willen zeggen, dan zouden we klanken gebruiken en niet woorden. Daarbij kan niemand in het Nederlands aan de klank horen of iemand toiletpapier wil of toiletreiniger. We hebben dus nog steeds woorden nodig.

Maar wat dit spreekwoord wel duidelijk maakt is dat wat we zeggen niet beperkt is tot de woorden die we gebruiken. Het is zelfs niet beperkt tot de klank die we aan de woorden meegeven. Wat ook meespeelt zijn de gebruikte woorden. Hoe oud onze relatie met onze gesprekspartner is. Wat onze lichaamshouding is. Maar ook hoe we het gesprek met de ander laten verlopen. Zoals ik al schreef is ook het ritme waarmee we bepaalde woorden uitspreken van belang. Een korte venijnige klank maakt vaak duidelijk dat iets of iemand ons boos heeft gemaakt. Terwijl langzaam uitgesproken woorden, waarbij de toon aan het begin van het woord omhoog gaat, gevolgd door een daling van de toon duidt op ongeloof. “Jaaa hooor.”

Het is dus niet alleen de toon die de muziek maakt, maar nog veel meer. Het gevolg is dan ook dat we vaak meer zeggen dan we denken te zeggen.

⬇ Index

Wat zeggen we dan

Het eerste waar we vaak aandacht voor hebben is de manier waarop mensen iets uitspreken. Daarbij letten we op welke emotie iemand uitspreekt. Soms doet iemand dat letterlijk met de woorden die hij gebruik. Maar vaker laten mensen hun emoties spreken door de manier waarop ze iets zeggen. Als iets hun vrolijk maakt dat hoor je dat eerder in hun stemgeluid, dan in de woorden die ze gebruiken. Je kunt het zelfs zien in hun gezicht en lichaamshouding. Ook als
Praten
iemand geïnteresseerd is hoor je dat eerder in hun stem, dan in het feit dat ze zeggen geïnteresseerd te zijn. Verder laten ze dat vaak blijken in hun lichaamshouding die gericht is op de verteller, maar ook in het feit dat ze veel vragen stellen of aanmoedigende woorden gebruiken. Dat kunnen bijvoorbeeld woorden zijn als: “Vertel meer” of “Goh wat interessant.” Maar diezelfde woorden kunnen met een heel ander stemgeluid, -ritme en lichaamshouding precies het tegenovergestelde betekenen.
⬇ Index

Gebruikte woorden

Het volgende waar we naar luisteren zijn de woorden die iemand gebruikt. Daarbij luisteren we niet alleen naar de betekenis die iemand wil overbrengen, maar ook naar de woorden die de ander gebruikt. Zo kun je vaak aan de gebruikte woorden horen of iemand gestudeerd heeft of na de middelbare school meteen is gaan werken. Maar je kunt aan het woordgebruik ook horen waar iemand is opgegroeid. Bepaalde woorden zijn nu eenmaal typisch Gronings terwijl andere alleen in de Achterhoek worden gebruikt. Als iemand daarnaast nooit de streek waar hij is opgegroeid heeft verlaten, dan kun je zelfs aan zijn accent horen waar hij is opgegroeid. Tenminste als je het accent kent natuurlijk.

⬇ Index

Lichaamshouding, gedrag en ervaring

Naast de woorden en iemands stemgebruik kun je ook nog kijken naar iemands lichaamshouding om te zien wat hij bedoeld. Daarnaast zegt ook iemands gedrag in het gesprek iets en de ervaring die iemand heeft met spreken in gezelschap.

⬇ Index

Lichaamshouding

Aan iemands lichaamshouding kun je bijvoorbeeld zien of hij wil deelnemen aan het gesprek. Hij draait dan zijn hoofd en bovenlichaam in de richting van de spreker. Waarbij sommige mensen zelfs hun hoofd ligt naar een kant knikken. Als iemand het gesprek niet belangrijk of oninteressant vindt, dan draait hij zijn lichaam weg en kijkt hij eigenlijk voortdurend weg uit het gesprek. Een belangrijke waarschuwing die bij lichaamstaal gemaakt moet worden is dat deze sterk cultuur gebonden is. In sommige culturen wordt het als hoogst onbeschaafd gezien om tijdens een gesprek te laten blijken dat je niet geïnteresseerd bent. Mensen die in zo’n cultuur zijn opgegroeid zullen dan ook altijd interesse lijken te tonen met hun lichaam, zelfs als ze niet geïnteresseerd zijn. Wat daarnaast ook nog een probleem kan veroorzaken voor lichaamstaal is het feit dat we vaak gesprekken voeren terwijl we aan tafel zitten, waarbij het zitten en de tafel het eigenlijk onmogelijk maakt om ons lichaam goed te bewegen.

Gespreksgedrag

De manier waarop iemand deel neemt aan het gesprek maakt ook iets duidelijk. Zo zijn er mensen die voortdurend aan het woord willen zijn en anderen niet aan het woord laten. Daar zijn natuurlijk meerdere redenen voor te bedenken, die waarschijnlijk allemaal geldig zijn. De eerste reden is dat de spreker onzeker is over zijn verhaal en door aan het woord te blijven probeert te voorkomen dat anderen zijn verhaal kunnen ondergraven met hun inbreng. Een tweede reden is natuurlijk dat de spreker zo overtuigd is van zijn eigenlijk gelijk, dat hij niet kan voorstellen dat er ook maar iets in te brengen is tegen zijn verhaal. Het gevolg is dat hij zijn gesprekspartner niet de ruimte geeft om iets in te brengen. Hij zal bijvoorbeeld iedere keer dat zijn gesprekspartner begint te praten na een paar woorden al inbreken en verder gaan met zijn verhaal. Waardoor het een zeer eenzijdig gesprek wordt. Een derde reden die we vaak vergeten is dat iemand geleerd heeft om anderen niet uit te laten praten. Hij of zij is bijvoorbeeld opgegroeid in een familie waar altijd maar één persoon aan het woord was en heeft daardoor geleerd dat een gesprek bestaat uit een spreker en luisteraars. Waarbij de spreker de luisteraars ten alle tijde zonder repercussies mag onderbreken. Een vierde reden die voor de meeste mensen geldt, die bijna monologen houden, is dat zij menen dat als anderen hun eigen ideeën inbrengen in een gesprek, de ander hun niet begrepen heeft en zij de ander dus nogmaals moeten uitleggen hoe het zit. Dit wordt vaak versterkt door de ander te onderbreken met het woord luister en dan of een aanvullend argument te brengen of het voorgaande argument op een andere manier uit te leggen.

Vertellen
Het gevolg van dit anderen niet laten uitspreken is natuurlijk een eenzijdig gesprek. Maar wat veel ernstiger is, is dat beide partijen in het gesprek met een rot gevoel weggaan. De ene partij omdat hij het gevoel heeft niet begrepen te zijn, overigens een gevolg van het feit dat hij de ander partij nooit liet uitpraten. De andere houdt een rot gevoel aan het gesprek over, omdat hij nooit iets heeft mogen zeggen en moet merken dat de ander helemaal niet in hem of zijn ideeën geïnteresseerd was.
⬇ Index

Gesprekservaring

De ervaring die iemand heeft met zijn gesprekspartner bepaald hoe hij de informatie die zijn partner verstrekt interpreteert. Als ik gewend ben dat iemand altijd in zijn eigen belang praat, dan zal ik wat hij mij vertelt ook vanuit dat eigen belang interpreteren. Als ik weet dat iemand graag gebruik maakt van woorden met meer dan vier lettergrepen, dan zal ik zijn verhaal dat bestaat uit simpelere woorden al snel uitleggen als een teken van onwetendheid. Van iemand van wie ik weet dat hij praat vanuit het idee dat de rest van de wereld dom is, zal ik niet snel iets willen aannemen. Want natuurlijk hoor ik ook bij de rest van de wereld en wil ik dus niet voor dom uitgemaakt worden. Zo bepaalt mijn ervaring met iemand in vorige gesprekken hoe ik zijn uitspraken in nieuwe gesprekken zal uitleggen. Iemand die mij in het verleden goede adviezen gegeven heeft, daar zal ik bijvoorbeeld sneller naar luisteren dan naar iemand die ik nog helemaal niet ken.

Maar zo zal ik bijvoorbeeld ook de neiging hebben om juist meer te gaan praten, als ik de ervaring heb met iemand anders dat hij weinig of niets zegt. Of ik zal bijvoorbeeld veel vragen gaan stellen om iemand maar aan het praten te krijgen, omdat hij uit zichzelf niets vertelt. Terwijl het bijvoorbeeld ook zo kan zijn dat ik me juist terugtrek uit een gesprek, omdat ik gemerkt heb dat de ander toch niet luistert naar wat ik te zeggen heb. Dus iedere keer dat ik die persoon tegenkom laat ik hem praten zonder naar hem te luisteren. Want blijkbaar heeft de ander alleen maar publiek nodig en niet een gesprekspartner.

⬇ Index

Conclusie

Er zijn nogal wat factoren die het effect van een gesprek beïnvloeden. Naast de inhoud van iemands woorden en de manier waarop hij ze uitspreekt. Zijn ook de lichaamshouding, het woord gebruik en mijn ervaring uit voorgaande gesprekken van belang. Dus zoals het Franse spreekwoord zegt: “C’est le ton qui fait la musique” komt er bij een gesprek meer kijken dan alleen maar weten wat je wilt zeggen en waarom.

Uiteindelijk zeggen we tijdens een gesprek dus meer dan wat we inhoudelijk willen vertellen.

Extra

Afbeeldingen

Gesprek door Weltbild Verlag GmbH

Praten door Dion Hinchcliffe

Vertellen door glaciernps

Index van koppen

we denken te zeggen
C’est le ton qui fait la musique
Wat zeggen we dan
Gebruikte woorden
Lichaamshouding, gedrag en ervaring
Lichaamshouding
Gespreksgedrag
Gesprekservaring
Conclusie
Extra
Afbeeldingen
Index van koppen