Wie is Robert de Niro

Inleiding

Robert De Niro, die wordt gezien als een van de grootste acteurs van zijn tijd, werd geboren in New York City in 1943. Hij werd opgeleid aan het Stella Adler Conservatory. Hij kreeg faam voor zijn rol in Bang de Drum Slowly (1973), maar hij kreeg zijn reputatie als acteur in Mean Streets (1973), dat was zijn eerste film met regisseur Martin Scorsese. In 1974 kreeg De Niro een Academy Award voor de beste ondersteunende acteur voor zijn rol in The Godfather: Part II (1974) en ontving Academy Award nomations voor beste acteur in Taxi Driver (1976), The Deer Hunter (1978), en Cape Fear ( 1991). Hij won de Best Actor award in 1980 voor Raging Bull (1980). De Niro werkt momenteel aan zijn eigen productiemaatschappij, Tribeca Film Center, en maakte zijn leidinggevende debuut in 1993 met A Bronx Tale (1993).

Biografie

Robert De Niro wordt op 17 augustus 1943 geboren in een artistiek gezin. Zijn moeder is een schilderes, zijn vader een schilder, beeldhouwer en dichter. Hij is een verlegen kind dat het lezen van boeken verkiest boven het spelen met leeftijdsgenoten.

Als hij tien is speelt hij voor de eerste keer mee in een theaterproductie, als de bangige leeuw in 'The Wizard of Oz'. Het grootste gedeelte van zijn tienerjaren is De Niro te vinden op straat, als lid van een kleine bende. De Niro jr. volgde een toneelopleiding aan het Stella Adler Conservatory of Acting en de Actor's Studio bij Lee Strasberg.

Robert De Niro heeft zijn privé-leven altijd goed beschermd. In het begin van zijn carrière geeft hij nog wel eens interviews maar later besluit hij dat zijn privé-leven niks te maken heeft met zijn carrière als acteur. In 1976 trouwt hij met Diahnne Abbot en krijgt hij een zoon, Raphael. Een paar jaar later scheiden ze echter alweer. De reden blijft gehuld in mysterie. De roddelpers blijft gissen naar het gebeurde, maar De Niro laat niks los. In 1997 trouwt De Niro met zijn vriendin Grace Hightower, een voormalig stewardess.

Carriere

In de jaren zestig speelde hij voornamelijk in off-Broadwaystukken. Begin jaren zestig speelde hij tevens in zijn eerste film, The Wedding Party van Brian De Palma. Die film werd echter pas in 1969 in de bioscoop uitgebracht. Wel had hij een figurantenrol in Trois Chambres à Manhattan (1965) van Marcel Carné. De Niro's eerste officiële filmdebuut kwam in 1968 met De Palma's Greetings. De film kreeg een vervolg, Hi, Mom!, in 1970.

Bekendheid volgde in 1973 met Bang the Drum Slowly, waarin hij te zien is als een stervende Major League honkbalspeler. Datzelfde jaar begon hij een vruchtbare samenwerking met Martin Scorsese met een memorabele rol als de simpele, gewelddadige gangster Johnny Boy in Mean Streets, naast Harvey Keitel. Hij speelde later in verscheidene films van Scorsese: Taxi Driver (1976), New York, New York (1977), Raging Bull (1980), The King of Comedy (1983), Goodfellas (1990), Cape Fear (1991) en Casino (1995).

In 1974 speelde hij de jonge Don Vito Corleone in Francis Ford Coppola's The Godfather Part II. Voor deze rol kreeg hij zijn eerste Academy Award, voor Beste Mannelijke Bijrol. De rol was grotendeels in het Siciliaans, en het was de eerste keer dat een Oscar werd gegeven aan een voornamelijk niet-Engelstalige rol. Hij oefende de streektaal met acteur Frank Campanella. De Niro kon niet aanwezig zijn bij de Oscaruitreiking. Eerder had de hoofdrolspeler van The Godfather Part I, Marlon Brando, geweigerd om zijn Ocsar in ontvangst te nemen. De rede voor de Niro was echter een andere: hij was in Europa om 1900 van Bernardo Bertolucci te filmen, over de relatie tussen een rijke landeigenaar (De Niro) en zijn proletarische vriend (gespeeld door Gérard Depardieu. De film werd uitgebracht in 1976, net als Taxi Driver, De Niro's tweede film met Scorsese. Zijn rol van de vervreemde en gewelddadige taxichauffeur en Vietnamveteraan Travis Bickle zou iconisch worden. Hij zou voor altijd verbonden blijven met de volledig geïmproviseerde "You talkin' to me?"-monoloog. Het maakte van de acteur een ster en bezorgde hem een Oscarnominatie voor Beste Acteur. Voor Michael Cimino's The Deer Hunter (1978) kreeg hij opnieuw een Oscarnominatie.

In 1980 speelde Robert De Niro bokser Jake LaMotta in Scorseses meesterwerk Raging Bull. Voor de rol leerde De Niro niet alleen boksen, maar hij kwam ook 27 kg aan. De film kreeg acht Oscarnominaties, waaronder die voor Beste Film. Het leverde De Niro een Oscar voor Beste Mannelijke Hoofdrol op. Na die film volgde een periode van interessante, maar commercieel niet-succesvolle films. Tot die films behoren onder andere The King of Comedy (1983) van Scorsese, Sergio Leones Once Upon a Time in America (1984) en The Mission (1986) met Jeremy Irons. In 1986 keerde hij weer terug naar het theater met Cuba & His Teddy Bear. In 1987 werd De Niro benaderd door De Palma voor de rol van Al Capone in The Untouchables. Het zou zijn eerste hit in jaren worden. Voor de rol liet De Niro onder andere zijn haarlijn wijken door een deel van zijn haar af te scheren.

In het midden van de jaren tachtig wilde De Niro bewijzen een groter bereik te hebben. Hij wilde ook zijn komische talent ontplooien. Zijn eerste succesvolle komedie was Midnight Run (1988), waarin hij een premiejager speelt die maffia-accountant Charles Grodin naar de gevangenis begeleidt. Andere komedies met De Niro zijn onder andere Mad Dog and Glory (1993), Analyze This (1999), Meet the Parents (2000) en vervolg Meet the Fockers (2005).

In 1989 richtte hij samen met producente Jane Rosenthal zijn productiemaatschappij TriBeCa Productions op, vernoemd naar de buurt in Lower Manhattan waar het gevestigd is. Het jaar daarop was hij te zien in Penny Marshalls Awakenings als comapatiënt. Voor die rol werd hij genomineerd voor een Oscar. In 1990 was hij tevens te zien als de Ierse gangster Jimmy The Gent in het veelgeprezen Goodfellas, de eerste samenwerking met Martin Scorsese in zeven jaar. In 1991 maakten ze Cape Fear, waarin De Niro de wraakzuchtige verkrachter Max Cady speelde. Het werd, ondanks tegenvallende kritieken, hun grootste gezamenlijke hit.

De jaren negentig betekende met ongeveer drie films per jaar De Niro's meest productieve periode. In 1993 maakte De Niro zelfs zijn regiedebuut met het door Scorsese beïnvloede gangsterdrama A Bronx Tale, geproduceerd door TriBeCa. In 1995 maakte hij zijn laatste film met Scorsese, Casino, die zowel kritisch als commercieel niet aan de verwachtingen voldeed. Datzelfde jaar verscheen hij voor het eerst samen met Al Pacino op het scherm in Heat van Michael Mann (de twee speelden wel beiden in The Godfather Part II, maar deelden geen scènes). In 1997 was hij te zien als de amorele politieke strateeg Conrad Brean in Barry Levinsons politieke satire Wag the Dog.

Eind jaren negentig waren vooral zijn komedies het meest succesvol. Hij was te zien als gestreste maffiabaas op consult bij psychiater Billy Crystal in Analyze This en als de helse schoonvader van Ben Stiller in Meet the Parents. Beide films waren succesvol genoeg om een vervolg te krijgen. Daarnaast was hij in 2002 naast Eddie Murphy te zien in Showtime, en verleende hij zijn stem aan een haai in de animatiefilm Shark Tale (2004), waarin hij zijn voorgaande gangsterrollen parodieerde.

In 2006 regisseerde hij zijn tweede film, The Good Shepherd, een drama over de begindagen van de CIA met Matt Damon en Angelina Jolie in de hoofdrollen. Zelf speelt hij een kleine rol in de film.

Links