Wie is Southside Johnny
Inleiding
Door zijn geringe commerciële succes heeft Southside Johnny altijd in de schaduw gestaan van zijn oude kompanen Bruce Springsteen en Miami Steve Van Zandt. Zijn loopbaan wordt gekenmerkt door pieken en dalen, maar met ruim tweehonderd concerten per jaar samen met zijn befaamde band The Asbury Jukes houdt deze gepassioneerde zanger en mondharmonicaspeler zich fier op de been.
Shakespeare
De in 1948 geboren Johnny Lyon, zoals zijn echte naam luidt, groeit op in Asbury Park, een klein kustplaatsje in New Jersey. Van huis uit is hij leraar Engelse taal al heeft hij die professie nooit in de praktijk gebracht. Johnny kiest onvoorwaardelijk voor de muziek, een passie die al vroeg aangewakkerd wordt door de enorme platencollectie van zijn ouders. De muziek van Count Basie, Ray Charles, Sonny Boy Williamson en Big Joe Turner wordt hem met de spreekwoordelijke paplepel ingegeven. Hij is een fanatiek lezer van Shakespeare en James Joyce, maar de meest belangrijke kunstvorm die hem helpt te ontsnappen aan de kleinsteedse banaliteit die zijn jeugd beheerst is de muziek. Urenlang kan hij gebiologeerd bovenaan de trap van zijn ouderlijk huis luisteren als zijn pa en ma beneden een plaatje opzetten.
Bruce Springsteen
Niet zo verwonderlijk dus dat Johnny vanaf zijn zestiende kind aan huis is in het dan bloeiende clubcircuit van Asbury park. In 1967 ontmoet hij Steve Van Zandt en Bruce Springsteen in de After Hours Club op de boardwalk aan zee. Het drietal trekt jarenlang met elkaar op, nachtenlang drinkend, kaartspelend en muziekmakend in wisselende bands met namen als the Sundance Blues band en Dr. Zoom And The Sonic Boom. Zijn eigen begeleidingsband The Asbury jukes ziet het licht rond 1976. Inmiddels heeft Johnny het adjectief Southside aan zijn naam toegevoegd wat hij ontleent aan de talloze bluesclubs die de roemruchte wijk in Chicago, The Southside, rijk is.
Rolling Stone
De eerste drie platen van Southside Johnny And The Asbury Jukes komen tot stand in samenwerking met Steve Van Zandt, terwijl Bruce Springsteen enkele compositorische bijdragen levert. Op de eerste twee staan duetten met jeugdidolen als The Drifters, The Coasters, The Five Satins, Ronnie Spector en Lee Dorsey, maar het is vooral de derde, Hearts Of Stone die het nodige stof doet opwaaien. het album behoort volgens het dan toonaangevende muziekblad Rolling Stone tot het beste wat de jaren zeventig te bieden hebben en ook in andere bladen struikelen recensenten over de superlatieven. De verkoopcijfers zijn echter mager en als Miami Steve, zoals Van Zandt zich dan noemt, naar de E-Street Band van Bruce Springsteen overstapt gaat Johnny in zee met producer en songschrijver Billy Rush die er echter maar weinig van bakt.
Platenmaatschappijen
Er volgen platen die slechts gedeeltelijk geslaagd zijn of die Southside Johnny maar beter helemaal niet had moeten maken. Met At Least We Have Shoes, waarvoor hij de handen ineen slaat met Bobby Bandiera, beleeft hij medio jaren tachtig een kortstondige opleving, maar voor het overige blijft het aan het platenfront behelpen. Dat veel van zijn cd's, inclusief het in 1997 verschenen Spittin' Fire, compilaties zijn spreekt wat dit betreft boekdelen. Grootste manco is dat hij voortdurend overhoop ligt met zijn werkgevers. Johnny en de platenmaatschappijen vormen een ongelukkig huwelijk. Dat de zanger zich zo onafhankelijk opstelt is zonder meer integer, maar het brengt geen geld in het laatje.
Jon Bon Jovi
Het begin van de jaren negentig markeert de zoveelste opleving van zijn turbulente carriere. Op Better Days, een monumentaal album vol ongeremde hartstocht, werkt hij voor het eerst weer samen met zijn oude maatjes Bruce en Steve. Een en ander wordt in gang gezet tijdens een groots opgezet festival in New Jersey waar ook Jon Bon Jovi, die er eveneens opgroeide zijn opwachting maakt. Miami Steve Van Zandt die onder de aanweigen is hoort dat Johnny aan een nieuw album werkt en biedt aan om een aantal songs aan te dragen die hij bij zijn eigen band niet kwijt kan. Via via hoort Springsteen van de plannen en sluit zich spontaan aan bij de club. Het wordt een prachtige reünie-plaat waarop de drie boezemvrienden zingen over liefde en kameraadschap.
Bospop
Na tien jaar zonder vast platencontract besluit Southside Johnny in 2001 zijn eigen label Leroy Records in het leven te roepen. Sinds die tijd heeft hij de volledige controle over zijn releases en behoort concessies doen tot het verleden. Het is ook de ideale gelegenheid om eens diep in zijn archieven te gaan spitten. Zo stelt hij de verzamelaar Jukebox samen. Een vijf cd's tellend pretpakket met een schat aan materiaal bestaande uit nog onuitgegeven tracks, live-opnames, demo's en liedjes van moeilijk of helemaal niet meer verkrijgbare soundtracks en compilaties. In 2010 verschijnt Pills And Ammo, een ouderwets stevige rock & roll plaat. Datzelfde jaar staat hij met zijn Asbury Jukes op Bospop in Weert en zijn duizenden laaiend enthousiaste fans er getuige van dat deze oude rot nog steeds weet hoe hij een feestje moet bouwen.
Selectieve discografie
- I Don't Want To Go Home (1976)
- Live At The Bottom Line (1976)
- This Time It's For Real ((1977)
- Hearts Of Stone (1978)
- Trash It Up (1983)
- In The Heat (1984)
- At Least We Got Shoes (1988)
- Slow Dance (1988)
- Better Days (1991)
- Spittin' Fire (1997)
- Going To Jukesville (2002)
- Into The Harbour (2005)
- Jukebox (2007)
- Grapefruit Moon: The Songs Of Tom Waits (2008)
- Pills And Ammo (2010)