Ouders en signalen van druggebruik

Ouders en druggebruik

Enkele weken geleden was er een reportage op TV over drugsgebruik bij jongeren. Er was een moeder aan het woord die haar twintigjarige zoon verloren was aan het gebruik van cocaïne. Ze wist helemaal niet dat hij met drugs bezig was tot ze zijn kamer ging opruimen. Is het mogelijk dat je als zo onwetend kan zijn? Daarom dit artikel over de signalen van mogelijk drugsgebruik.
 
 

Generatieprobleem: anders dan ‘toen’!

Opmerking vooraf: tabak en alcohol, eigenlijk toch ook ‘drugs’, vormen niet het onderwerp van dit artikel!

  • Het is inderdaad zo dat je als ouders van rond de 50, 60 jaar (en nog ouder) niet zo bekend bent drugsgebruik… tenzij je zelf aan de verboden middelen hebt gezeten toen je jong was. In dat geval mag je jezelf ‘ervaringsdeskundige’ noemen.
  • Anderzijds is dit niet helemaal waar: de drugs van toen zijn immers niet meer helemaal dezelfde dan de drugs van nu. Gebruikte woorden waren toen: wiet, cannabis, amfetamines, blowen, hasj, opium, marihuana, speed, LSD, crack en cocaïne maar nu is er XTC, smartdrugs, designer drugs, absint (de groene fee), paddo’s, prozac, ritalin, methadone, meow, lijm en noem maar op. Het maakt eigenlijk ook niet waar de jeugdigen zich aan bezondigen: hoe kunt u als ouders herkennen dat ze aan het experimenteren zijn? Dat is immers voor u van belang!

Eenvoudig te herkennen?

1) Nee, zeker niet. Waarom niet? Omdat elke product bij elke gebruiker verschillende reacties ‘kan’ geven. Ook de omstandigheden tijdens de welke gebruikt wordt zijn anders.

2) Ten tweede zijn drugsgebruikers heel creatief in het verdoezelen en uitleggen van de signalen die u als ouder meent te constateren. De hierna volgende lijst is dus zeker niet zaligmakend maar toch: een verwittigde ouder/arts/onderwijzer/politieman/buur/vriend/partner/echtgenoot/werkgever/personeelsverantwoordelijke of collega is er 2 waard!

A. Veranderingen op lichamelijk vlak

♦ misselijkheid,

♦ gebrek aan eetlust en het daarbij horende gewichtsverlies,

♦ het omgekeerde: toegenomen eetlust en gewichtstoename,

♦ vermoeidheid,

♦ slapeloosheid,

♦ rusteloosheid,

♦ opvallende energieschommelingen,

♦ rode ogen,

♦ sniffen met de neus,

♦ vertraagde reflexen/opvallend loom gedrag,

♦ verstoord slaap-/waakritme,

♦ bleekheid/grauwe gelaatskleur,

♦ grote of kleine oogpupillen…

B. Verandering op sociaal niveau

♦ moeilijker aanspreekbaar zijn,

♦ veranderen van vriendenkring,

♦ afspraken niet nakomen,

♦ veel vergeten,

♦ nieuwe kledingstijl of haardracht,

♦ onzekere houding bij het nemen van (de meest eenvoudige) beslissingen,

♦ agressief en (te) zelfzeker gedrag t.o.v. de omgang met ouders in het verleden,

♦ achterdocht over van alles en nog wat,

♦ opvallende stemmingswisselingen, zelfs in de loop van een paar uren.

C. Veranderend schoolgedrag

♦ dalende prestaties of prestatieschommelingen,

♦ concentratie- en geheugenproblemen,

♦ schoolverzuim en spijbelen,

♦ weinig tot geen interesse om naar school te gaan.

D. Veranderingen in de vrije tijd

♦ stoppen van vroegere hobby’s,

♦ vaker om geld vragen,

♦ vaker geld lenen en slecht of niet terugbetalen,

♦ uit gaan stelen,

♦ dingen proberen te verkopen om aan geld te komen.

E. Echt duidelijke signalen!

  1. Een specifieke geur in de kleding en de slaapkamer van de jongere
  2. lege of gevulde zakjes met weed
  3. lange (sigarettenblaadjes/-vloeitjes)
  4. verbrand zilverpapier
  5. gebogen en verbrande lepels
  6. gekleurde pilletjes,
  7. spuiten/injecteernaalden.

Conclusie

Dit is een opsomming van ‘mogelijke’ veranderingen in het gedrag van uw kinderen waarbij je eventueel mag denken richting drugsgebruik. Dat is natuurlijk niet altijd het geval: kids kunnen ook wel eens psychische problemen hebben (examenstress bijvoorbeeld, problemen met een nieuwe leraar op school, uitgekeken zijn op zijn werk, moeilijke baas, liefdesverdriet enz…) zonder dat er op drugsgebied ook maar iets aan de orde is. Als je dus een vermoeden hebt, controleer dan meerdere dingen: omgangsgedrag, gelduitgave, kleren, vriendenkring, kortom: ga niet over één nacht ijs.

Anderzijds: trap ook niet zo maar in de verklaringen van uw kind zelf: indien ze met drugsgebruik bezig zijn, geven ze altijd wel een in uw ogen ‘aanvaardbare’ uitleg.