Hoe maak je een reinigingsplan

Het opstellen van een reinigingsplan

Een bedrijfsruimte moet van tijd worden gereinigd en schoongemaakt. Dat reinigen en schoonmaken doe je niet zomaar willekeurig. Om overzicht te houden stel je een reinigingsplan op. Hierin komen dingen te staan die belangrijk zijn voor het schoonmaakproces.

Wat komt er in het plan te staan?

  • inventarisatie: welke soorten vuil komen op welke plaatsen voor?
  • Het vaststellen om welke hoeveelheden vuil het gaat
  • Het bepalen welke schoonmaakmiddelen geschikt zijn en worden gebruikt
  • Het bepalen welke hulpmiddelen of apparatuur gebruikt zullen worden
  • Het vaststellen hoe vaak iets gereinigd dient te worden
  • Welke reinigingsmiddelen en –methoden je wanneer en waar gebruikt
  • Wie de werkzaamheden uit zal voeren
  • Een reinigingsschema

Inventarisatie

Een van de eerste dingen die je moet doen is een inventarisatie maken van de soorten vuil in en rondom je bedrijfsruimte.

Ten tweede geef je direct aan waar dat vuil kan worden aangetroffen.

Als je praat over soorten vuil moet je denken aan bijvoorbeeld:

  • zwerfvuil in het magazijn (bonnetjes, resten materiaal)
  • zwerfvuil rondom het magazijn (peuken, papiertjes)
  • afval van verpakkingsmaterialen (tape, nietjes, karton)
  • afval van coderingstangen (sticker, lege rollen)
  • afval ontstaan door het bewerken van een product
  • stof
  • vuil op ramen, deuren, vloeren, handgrepen, deurklinken, toetsenborden, wasbakken en toiletten

Afhankelijk van het vuil zal ook direct de plaats bekend zijn. Zwerfvuil en stof kom je bijvoorbeeld in het hele magazijn tegen. Soms kan het makkelijk worden vermeden, denk maar aan peuken en papiertjes op de grond. Maak hier duidelijke afspraken over met de medewerkers.

Hoeveelheden vuil

In een aantal gevallen is het nodig dat je weet om welke hoeveelheden vuil het gaat. Het kan namelijk zijn dat je de vuilcontainers hierop zal moeten aanpassen. Het kan ook zijn dat de hoeveelheid vuil niet door een persoon verwijderd kan worden. Door tijdelijke situaties kan het verwijderen van vuil extra werk opleveren. Denk aan verbouwing of uitbreiding.

Geschikte schoonmaakmiddelen

Afhankelijk van het vuil moet je kiezen voor:

  • vloerreinigingsmiddelen
  • interieurreinigingsmiddelen
  • sanitairreinigingsmiddelen
  • zure reinigingsmiddelen
  • desinfecterende reinigingsmiddelen
  • gecombineerde reinigingsmiddelen
  • handreinigingsmiddelen

De keuze voor het juiste middel is dus afhankelijk van de situatie.

Fabrikanten van apparatuur, inventaris en vloeren of schoonmaakbedrijven kunnen advies geven over de schoonmaakmiddelen die je het beste kunt gebruiken.

Hulpmiddelen

De beste schoonmaakresultaten worden verkregen als je naast een reinigingsmiddel ook gebruik maakt van een hulpmiddel. Dit kan spons en zeem zijn maar ook een schrobmachine bijvoorbeeld.

Schoonmaakmiddelen zijn te verdelen in:

  • niet-machinale hulpmiddelen voor droog onderhoud en reinigen (bezem, stofwisser)
  • niet-machinale hulpmiddelen voor nat onderhoud en reinigen (vloerwisser, rolemmer)
  • machinale hulpmiddelen (stofzuiger, schrob-zuigmachine).

De gereedschappen die je gebruikt voor het schoonmaken en reinigen zijn afhankelijk van de grofheid van het vuil.

Het kan zijn dat je aan stoffer en blik of een bezem al genoeg hebt. Zo kun je een keuze maken uit bijvoorbeeld:

  • vloervegers
  • straatbezems
  • handvegers
  • luiwagens
  • borstels
  • zwabbers
  • raamtrekkers
  • vloertrekkers
  • sponzen
  • zemen
  • keukendoekjes
  • stofdoeken
  • rolvegers.

Je kunt daarnaast ook nog andere hulpmiddelen gebruiken, zoals:

  • de stof- of waterzuiger
  • de rolemmercombinatie
  • de schrob- en poetsmachine
  • de veeg- en zuigmachines
  • de hogedrukreiniger.

Reinigingsfrequentie

Schoonmaken doe je niet slechts eens per jaar. Schoonmaken en reinigen moet regelmatig gebeuren. De frequentie van het schoonmaken is afhankelijk van de aard van de onderneming.

Dit kun je onderverdelen in:

  • dagelijks onderhoud
  • periodiek onderhoud.

Dagelijks wordt er bijvoorbeeld geveegd, worden wasruimtes en toiletten schoongemaakt en ontsmet.

Periodiek wil zeggen wekelijks, tweewekelijks, maandelijks of jaarlijks.

Wekelijks (afhankelijk van het gebruik, anders vaker) wordt het kantoor bijvoorbeeld schoongemaakt. Halfjaarlijks of jaarlijks krijgen de stellingen een grote beurt enzovoort.

In het reinigingsplan zijn alle onderdelen van de bedrijfsruimten opgenomen die voor dagelijks of periodiek onderhoud in aanmerking komen. Achter iedere ruimte komt te staan op welke moment of hoeveel malen per jaar ze schoongemaakt en gereinigd moeten worden.

Reinigingsmiddelen en –methoden

Je gebruikt een reinigingsmiddel en –methode die het meest past bij de situatie en het soort vuil. Om een klein vlekje van de vloer te halen gebruik je geen schrobmachine, een nat doekje met wat reinigingsmiddel is in dat geval voldoende. Het buitenterrein veeg je niet met een stoffer maar met een stevige bezem.

Hetzelfde geldt voor reinigingsmiddelen. Voor bijna iedere soort te behandelen oppervlak is wel een goed reinigingsmiddel op de markt. Laat je hierin voorlichten.

Personele bezetting

In het plan komt te staan wie de schoonmaakwerkzaamheden uit dient te voeren.

Dit doe je niet op naam, maar op functie of verantwoordelijkheid voor een afdeling.

De afdelingschef zorgt ervoor dat zijn medewerkers weten wat er van ze verwacht wordt. Ook dienen de medewerkers gemotiveerd te worden aangezien het meestal geen prettige klus is.

Steeds meer bedrijven zetten extern schoonmaakpersoneel in. De redenen hiervan zijn:

  • grotere deskundigheid
  • goedkoper schoonmaakcontract
  • minder werkdruk in de eigen organisatie
  • geen dure investeringen in machines
  • beperken tot hoofdactiviteiten van het bedrijf (schoonmaken is geen kerntaak).

Reinigingsschema

Voor een overzicht van datgene wat moet worden schoongemaakt, door wie en waarmee maak je een reinigingsschema om het overzichtelijk te houden. Het schema bestaat uit een aantal kolommen die de volgende kopjes bevatten:

  • plaats
  • reinigingsmiddel
  • methoden
  • frequentie
  • uitvoerder.