De ruïne van Teylingen, een sieraad in de bollenstreek

Algemeen

Sinds 1 januari 2006 zijn de gemeenten Sassenheim, Voorhout en Warmond samengevoegd en is een nieuwe gemeente (met een al oude naam) ontstaan; Teylingen. Er is een Oud-Teylingen en een Nieuw-Teylingen. Het Oud-Teylingen (Lockhorst) lag in het latere Warmond, daar waar de Teylingerkade en de Lockhorstlaan liggen.

Nieuw-Teylingen is het gebied waar ook de ruïne ligt op het grondgebied van Voorhout.

De ruïne van Teylingen

Aan de Teylingerlaan 15 in Teylingen (Zuid Holland) ligt de gelijknamige ruïne, een ringburcht met woontoren. Heden ten dage ligt er om het gebouw een slotgracht, maar vroeger bevatte het slot ook nog een bebouwd voorburcht terrein .

Het was de 3e graaf van Teylingen, graaf Willem I, die rond 1200 dit slot liet bouwen. Oorspronkelijk bestond het kasteel uit een donjon (woontoren) en een poorttoren, welke een traptoren bevatte. De 7 meter hoge ringmuur was de verbinding tussen de donjon en poorttoren. Eromheen lag een slotgracht. Buiten het terrein van de burcht lag de voorburcht, welke ook beveiligd werd door een gracht.

Jaren later werd het slot ingezet als dijkbewaking, speciaal voor de Rijndijk. Ook de weg naar Haarlem dat aan de rand van bossen lag, viel onder deze bescherming. De donjon werd afgebroken en er werd een enkele verdiepingen hoge bakstenen woontoren gebouwd.

Het geslacht Teylingen

Het slot is gebouwd door de 3e graaf van Teylingen, graaf Willem I. Zijn overgrootvader was Gerrit van Teylingen, hij overleed in 1164. Reeds meer dan 20 jaar eerder wordt de naam al genoemd, hij staat opgetekend in een oorkonde uit 1143. Gerrit liet zijn titel na aan zijn zoon Hugo, die de titel weer doorgaf aan zijn zoon Willem I in 1172.

Willem trouwde rond 1199 met NN Gerardsdochter. Een lang leven was dit huwelijk niet beschoren, want rond 1200 trouwt Willem (waarschijnlijk weduwnaar) met Agniese van Bentheim. Ook dit huwelijk houdt niet lang stand, in 1203 sterft Agniese. Zij laat Willem wel 3 zoons na, namelijk:

  • Willem van Teijlingen, de volgende graaf van Teijlingen
  • Gerard van Teijlingen, de 1e graaf van Heemskerck
  • Dirk van Teijlingen, de 1e graaf van Brederode

De mannelijke lijn van het graafschap Teijlingen sterft uit in 1282.

Nieuwe eigenaars slot van Teylingen

Na het uitsterven van de mannelijke lijn der Teylingers was het graaf Floris de V die het kasteel (in handen van de grafelijkheid) met alle toebehoren aan zijn vriendin Catharina van Durbuy gaf. Zij was inmiddels de weduwe van Albrecht van Voorne, zij sterft in 1328.

In 1337 vindt er een verbouwing plaats, waarna het jachtslot van de Hollandse graaf werd. Het zal tot 1339 duren tot er een nieuwe eigenaar komt, Simon van Benthem. Hij neemt de naam van Teylingen aan. Het slot kent vanaf dat moment verschillende leenheren (met de titel houtvester), waarbij een vastgestelde leenperiode was bedongen. Hiermee wilde men voorkomen dat een nieuwe (adellijke) familie zou ontstaan. De houtvester diende zorg te dragen voor het hout uit de bossen, alsmede was hij verantwoordelijk voor de turf, de wild- en visstand.

De bekendste leenheer was ongetwijfeld Jacoba van Beieren, een dame van adellijke geboorte. Door haar (ongewenste) huwelijk met Frank van Borsele heeft zij haar rechten op de grafelijkheid opgegeven. Vermoed wordt dat zij haar verblijven in het huis op de voorburcht had. Dit omdat de woning die hier in haar tijd stond aan de wooneisen van begin 15e eeuw voldeden. De woontoren zou voor die tijd al ouderwets zijn geweest. Jacoba stierf in 1436 aan de gevolgen van de ziekte tbc. De laatste periode verbleef zij veel in dit slot, wat opgravingen hebben bevestigd. Nadat haar echtgenoot in 1470 stierf, volgden meerder houtvesters elkaar weer op.

Slot Teylingen vanaf de 15e eeuw

In 1568 breekt de Tachtigjarige oorlog uit. In 1572 vindt de belegering van Haarlem en Leiden plaats. De Spanjaarden krijgen het slot van Teylingen in handen. Door de zware gevechten ontstaan zware beschadigingen. Het slot wordt pas in 1605 hersteld, enkele jaar daarvoor was Jan van Duivenvoorde begonnen met herstel van de boomgaarden en het in ere herstellen van de slotgrachten. Er verrijst een nieuw woonhuis compleet met trapgevel. Dit wordt neergezet op de voorburcht. De woontoren zelf wordt omgedoopt tot gevangenis waar voornamelijk illegale jagers werden ondergebracht. Er worden paleistuinen aangelegd.

Helaas wordt deze laatste grote renovatie teniet gedaan door een grote brand in 1676. Het resultaat is de huidige ruïne, er wordt niet hersteld. De houtvesterij wordt in 1795 opgeheven en de grond rondom slot Teylingen wordt in delen verkocht. In de verkoopwaarden was (gelukkig) opgenomen dat de hoofdburcht niet gesloopt mocht worden.

In 1888 vervalt de ruïne aan de Nederlandse Staat. Deze plaatst het op de monumentenlijs. Pas in 1933 werden er dermate stevige beslissingen genomen dat volledig verval kon worden voorkomen. In 1975 vindt de oprichting plaats van de Stichting Slot Teylingen.

Slot Teylingen anno 2009

De rondburcht met een diameter van 37 meter staat op een zogenaamd kasteeleiland. Er ligt een brede gracht omheen en aan de noordzijde staat het poortgebouw. Het hoofdgebouw ligt aan de oostzijde. De hoogte bedraagt heden ten dage nog maar 19 meter, in oorspronkelijke staat waren er 4 etages. Van binnen is het hoofdgebouw ongeveer 16 meter breed en ongeveer 11 meter diep.

De spaarbogen met weergang bevinden zich aan de binnenkant van de muur. Er zijn nog steeds vensters te zien en ook de schouwen in het muurwerk vallen op. Bij de ingang van het slot zijn nog steeds sporen van de twee torens te zien. Deze waren vierkant en zijn net als de voorburcht (rond 1800 gesloopt) en vleugel helemaal verdwenen.