Mannelijke onvruchtbaarheid

Inleiding

Wanneer jij en je partner graag een kindje willen, kan een zwangerschap natuurlijk niet snel genoeg komen. Helaas lukt dit niet altijd. De oorzaak kan zowel bij de man als bij de vrouw liggen. Door middel van onderzoeken is het mogelijk om vast te stellen waar het probleem zit. Gelukkig zijn er tegenwoordig ook veel behandelmethoden, al is er nooit een garantie dat het lukt. In dit artikel lees je meer over onvruchtbaarheid bij de man.

Oorzaken voor onvruchtbaarheid bij de man

Mannen zijn bijna nooit volledig onvruchtbaar. Meestal is er sprake van verminderde vruchtbaarheid doordat de kwaliteit (beweeglijkheid en vorm) of de kwantiteit van de zaadcellen niet goed is. Oorzaken hiervoor kunnen zijn:

  • Ontstekingen in de zaad- of de bijballen
  • Een operatie omdat de teelballen niet goed of onvolledig waren ingedaald
  • Chemotherapie
  • Erfelijkheid
  • Overmatig alcoholgebruik
  • Roken of drugsgebruik
  • Te hoge temperatuur in de zaadballen (door een spatader in de balzak, te strak ondergoed of een zittend beroep)
  • Te vaak of juist te weinig klaarkomen (1x in drie tot vijf dagen geeft optimaal zaad)
  • Stress

Ook al komt volledige onvruchtbaarheid zelden voor bij mannen, het is mogelijk dat er geen zaadleiders aanwezig zijn of dat zaadleiders verstopt zijn. Dit kan komen door een aangeboren afwijking of erfelijke ziekte. Ook ejaculatiestoornissen kunnen volledige onvruchtbaarheid veroorzaken.

Zaadonderzoek

Het belangrijkste onderzoek om vast te stellen of een man verminderd vruchtbaar of zelfs volledig onvruchtbaar is, is zaadonderzoek. Bij dit onderzoek wordt gekeken naar de kwaliteit en de kwantiteit van de zaadcellen. Hiervoor levert de man een zaadmonster, verkregen door middel van masturbatie, in bij het ziekenhuis. Om ervoor te zorgen dat het zaad optimaal is mag hij drie tot vijf dagen voorafgaand aan het onderzoek geen zaadlozing hebben gehad. Ook dient het zaad op lichaamstemperatuur te worden gehouden en binnen twee uur na produceren te worden ingeleverd. Wanneer een slechte kwaliteit van het zaad wordt geconstateerd, wordt het onderzoek nog een keer herhaald. Per zaadlozing kan de kwaliteit namelijk enorm verschillen.

Het onderzoek

Het zaad wordt op verschillende punten getest; het aantal spermacellen, de beweeglijkheid en de vorm. Ook wordt gekeken naar de zuurgraad (pH-waarde) en de hoeveelheid vloeistof. Bij een verminderde kwaliteit gaat het vaak om een combinatie van aantal, vorm en beweeglijkheid.

Aantal

Bij een gemiddelde zaadlozing komen 100 tot 200 miljoen zaadcellen vrij, waarvan 20-50 miljoen spermacellen per milliliter. Een man wordt verminderd vruchtbaar genoemd bij minder dan 20 miljoen spermacellen per ml. Bij minder dan 10 miljoen zaadcellen per ml is er sprake van een ernstige zaadafwijking.

Beweeglijkheid

De beweeglijkheid is een belangrijke waarde. Het zaad moet tenslotte op eigen kracht bij de eicel zien te komen. Normaal gesproken beweegt 50% van de zaadcellen, waarvan 25% voorwaarts. Wanneer minder dan 25% voorwaarts bewegende zaadcellen wordt aangetroffen, spreken we van een verminderde beweeglijkheid.

Vorm

Zaadcellen met een afwijkende vorm komen bij elke man voor. Maar er is pas sprake van een verminderde kwaliteit wanneer meer dan 70% van de zaadcellen afwijkt in vorm.

Hoeveelheid

Een normale hoeveelheid vocht per zaadlozing ligt tussen de 2 en 5 ml. Wanneer dit minder is kan het zijn dat er problemen zijn bij de productie van het zaad of dat de ejaculatie niet goed gaat.

Zuurgraad (pH-waarde)

Wanneer de pH-waarde lager ligt dan 7 dan is de vloeistof te zuur. Vaak gaat dit samen met zaadlozingen waar helemaal geen zaadcellen in worden aangetroffen en te kleine hoeveelheden vocht per zaadlozing. De oorzaak ligt vaak in verstopte zaadleiders of het niet aanwezig zijn van zaadleiders.

Verder onderzoek

Goede zaadkwaliteit

Wanneer er bij het zaadonderzoek geen afwijkingen zijn gevonden zal verder worden gegaan met de onderzoeken bij de vrouw. Afhankelijk van wat daar uit komt zal de gynaecoloog de mogelijkheden met jou en je partner bespreken.

Verminderde zaadkwaliteit

Uitgebreider lichamelijk onderzoek van de man wordt doorgaans alleen gedaan als bij het zaadonderzoek afwijkingen zijn gevonden. De arts vraagt o.a. naar eventueel medicijngebruik, ziektes en operaties, of de man rookt en/of drinkt en hoe de seksuele ontwikkeling is verlopen. Ook worden lengte, gewicht en bloeddruk gemeten en kijkt de arts naar uiterlijke kenmerken zoals postuur en beharing. Vervolgens kunnen de geslachtsorganen worden onderzocht. Als er na het zaadonderzoek en het lichamelijk onderzoek aanleiding voor is, zal de gynaecoloog nog meer onderzoeken (laten) doen.

Links

Vrouwelijke onvruchtbaarheid